De EO-jongerendag: 33000 jongeren. 33000 gelovigen die komen kijken en luisteren naar bands. Maar niet alleen bands. Er was ook een preker, die veel van de 33000 aanwezigen deed huilen. Zelfs mij, achter mijn computertje.

De preker had het over Zacheüs, wat 'onschuldige' betekent. Hoezo onschuldig? Hij lichtte iedereen op, was tollenaar. Maar, zo zei de preker, hij was tollenaar omdat dat de enige manier was om zichzelf te laten zien. Hij was klein, iedereen keek hem met de nek aan, niemand zag hem staan. Niemand noemde hem meer bij zijn naam: "Zacheüs", omdat iedereen honend zei: 'Zacheüs? Onschuldige? Híj, onschuldig? Die iedereen bedriegt en tollenaar is?' Zacheüs had vaak tot God gebeden, waarom Hij niks deed, hem niet deed groeien zodat iedereen hem weer zag staan (letterlijk). Het bleef stil, tot Jezus kwam.

Omdat hij zo klein was klom Zacheüs in een boom. Vlak voor die boom kwam Jezus tot stilstand en zei: 'Zacheüs.' Heel bijzonder, want hoe kon Jezus van hem afweten? Waarom noemde Jezus hem wél bij zijn echte naam? Waarom noemde hij hem onschuldige, dat wat niemand over zijn lippen kon krijgen? En Jezus vroeg Zacheüs ook nog eens of hij bij hem mocht komen in zijn huis... En de menigte maar mopperen...

Jezus hield van Zacheüs. Jezus wist waarom Zacheüs het deed en vergaf hem, wat hij ook had gedaan. Jezus zag hem wél staan. En na het eten beloofde Zacheüs zijn geld te geven aan de armen en de bedelaars. En wie hij had bedrogen betaalde hij viervoudig terug. Want hij had zijn geld niet meer nodig zodat iedereen hem zag staan. Jezus zag hem immers staan en dat was genoeg. God vergaf hem. Dat was genoeg. Hij had niks meer nodig.

De preker zei dat het er voor Jezus niet toe doet hoe je eruit ziet. Jezus en God snappen wie je bent. Het maakt niet uit of je dik of dun bent. God en Jezus houden van je en staan je met open armen op te wachten.