Toen ik een eetstoornis had, was er best een lange tijd dat niemand wist dat ik zo liep te rommelen met eten. Het ging helemaal niet goed met me, maar ik schaamde hier enorm voor en durfde niemand te vertellen dat ik met eten worstelde. Dat was een behoorlijk eenzame periode. Ik had heel hard hulp nodig, maar deed alsof het allemaal oké ging met mij. Ik leek wel een dubbelleven te leiden! Dat voelde helemaal niet goed. Het maakte me bij tijd en wijle, behoorlijk eenzaam.
Praten vond ik vroeger enorm lastig. Ik had er moeite mee om mezelf open te stellen naar anderen toe, zelfs naar de mensen waar ik van hield en die ik vertrouwde. Ik vond dit lastig omdat ik onzeker was en dacht dat anderen mij in een heel ander daglicht zouden gaan zien wanneer ik me kwetsbaar zou opstellen. Wat zouden ze wel niet van me denken? Ik hechtte veel waarde aan de mening van anderen en was bang voor kritiek.
Het was helemaal niet prettig om alles in die tijd maar voor mezelf te houden. Ik herinner me dat ik vaak verdrietig was, maar niet meer over mijn lippen kreeg dan: ‘Gaat even niet zo lekker, maar komt wel goed’. Ik dacht dat ik anderen tot last zou zijn wanneer ik meer dan dat zou delen en dat leek me verschrikkelijk. Wat als ze me dan niet meer in de buurt wilden hebben?
Hiernaast wilde ik zelf helemaal niet zo slecht in mijn vel zitten. Het liefst van alles wilde ik dat mijn problemen zouden verdwijnen. Dat ik weer blij en gelukkig kon zijn en dat ik weer kon genieten van het leven. Ik hoopte dat mijn eetproblemen vanzelf over zouden gaan, of dat ik ze in ieder geval zelf kon oplossen, zodat ik zo snel mogelijk weer terug kon naar een zorgeloos leven. Ik was erg goed in het bagatelliseren van mijn problemen, misschien deels omdat ik ze gewoonweg niet onder ogen wilde zien.
Hiermee sneed ik mezelf gruwelijk in de vingers. Want een eetstoornis gaat niet zomaar vanzelf weg. In mijn geval werden mijn problemen er juist groter op. Ik dwaalde steeds verder af in de wereld van eten, niet eten en compenseren en het werd steeds moeilijk om mijn dagelijkse verplichtingen na te komen.
Al deze tijd deed ik alsof er niks aan de hand was. Ik speelde mooi weer, toverde een glimlach op mijn gezicht en leidde de aandacht zo veel mogelijk van mezelf af. Op dat moment had ik niet zo in de gaten dat ik eigenlijk iedereen van me afduwde en een gigantische muur om mezelf heen had gebouwd. Terwijl ik iedereen op afstand probeerde te houden, had ik in feite mezelf klem gezet. Zo’n dubbelleven bleek helemaal niet houdbaar.
Hoe langer ik wachtte, hoe moeilijker het werd om te gaan praten. Want: Waar begin je na zo lang alles voor jezelf te hebben gehouden? Ik dacht anderen me niet zouden begrijpen en dat mijn problemen als een donderslag bij heldere hemel zouden komen. Ook was ik bang dat mensen teleurgesteld in me zouden zijn, of boos op me zouden worden omdat ik hen niet eerder in vertrouwen had genomen. Een dubbelleven voelde soms ook een beetje als liegen zonder woorden.
Leren praten heeft me veel tijd gekost, terwijl het uiteindelijk wel de sleutel bleek tot mijn herstel. Praten om te reflecteren en relativeren. Ik kon het niet alleen en had zowel de mensen uit mijn omgeving als professionele hulp nodig. Langzaam liet ik zien hoe het werkelijk met me ging. Dat lukte niet van de ene op de andere dag, maar was een proces. Het was lang niet altijd makkelijk of leuk, maar ik wilde mezelf ook niet langer pijnigen door maar mooi weer te blijven spelen. Er moest wat gebeuren, ook al was het eng.
Het leven wordt er beter op, als je jezelf niet meer in allerlei moeilijke bochten hoeft te wringen door angst of onzekerheid. Het idee van praten en kwetsbaarheid kan angstaanjagend zijn, maar het alternatief is niet beter. Door een muur om jezelf heen te bouwen loop je namelijk de kans te vereenzamen. Bovendien worden je problemen er niet minder op en kunnen ze zelfs meer en meer om zich heen gaan slaan.
Het leiden van een dubbelleven is een soort schijnveiligheid waar ik je graag voor zou willen behoeden. Hoe moeilijk het nu ook lijkt om jezelf open te stellen, probeer het toch en trek jezelf niet terug. Waar je ook mee zit, hoe groot het ook mag lijken, je bent niet alleen. Je hoeft het daarom ook niet alleen te doen en je hoeft al helemaal niet te doen alsof alles altijd maar goed met je gaat.
Lees ook: 7 Manieren om het te vertellen & Wanneer vertel je het
♥
Geef een reactie