Herstel: als je het niet probeert

 

Als je het niet probeert, dan weet je het niet. Een super irritante zin, die ik ook tijdens het herstel van mijn eetstoornis wel eens te horen kreeg. Ik moest het ‘ervaren', anders zou ik niet vooruit komen. Uiteindelijk hadden al die hulpverleners hartstikke gelijk, maar ik durfde gewoon niet! Sommige stapjes bleef ik uitstellen, vermijden of vond ik zo eng, dat ik het gewoon niet durfde. Omdat ik zelf zo vaak tegen de stapjes naar herstel ben aangelopen, wil ik graag wat schrijven hierover en daarmee meer diepgang geven aan de zin waarmee ik het inmiddels eens ben geworden; als je het niet probeert, dan weet je het niet.

Verstandelijk weet je het wel; je moet het gewoon proberen. Maar vaak is de drempel enorm hoog als je een eetstoornis hebt. Een eetstoornis gaat gepaard met enorm veel angst. Angst om aan te komen, angst om te eten, angst om controle te verliezen, angst om niet gezien te worden, angst om te voelen en dieper dan dat. Je bent bang voor het leven. "Gewoon doen" ligt dan ook iets genuanceerder dan omstanders soms denken.

foto

Waarom die drempel zo hoog is, is voor iedereen anders, maar ik denk dat jij met jouw eetstoornis en ik als herstelde van een eetstoornis wel wat herkenning zullen vinden. Daarom zal ik kort iets vertellen hoe mijn drempel er uit zag en wat mij hielp om uitdagingen toch aan te gaan en hoe het mij uiteindelijk ook echt heel erg heeft geholpen om de gok te wagen.

Meerdere keren is mij verteld dat ik bepaalde stappen moest maken. En ik wist het ook allemaal wel. Ik wist het dondersgoed. Ik moest regelmatiger eten, meer eten en dit steeds wat opbouwen. Ik moest aankomen in gewicht. Die subjectieve eetbuien zouden dan ook afnemen. Ik moest het gewoon gaan doen. De eetlijst werd me in handen gegeven, wat voelde als een kind zonder zwemdiploma op de rand van de duikplank van het diepste bad. Ik durfde niet.

Waarom was best wat zo normaal is voor veel mensen voor mij zo'n groot obstakel geworden? Hoe heeft het ooit zo ver kunnen komen? In het begin van mijn behandeling snapte ik dat niet. Ik had wel de nodige shit meegemaakt, maar ik had geen echte reden om een eetstoornis te hebben. Stelde ik me aan? Waarom lukte het dan niet om gewoon, zeker voor langere tijd, goed en genoeg te eten? Waarom begon ik altijd weer met rotzooien en was die drang om af te vallen zo sterk?

Tijdens therapie leerde ik hoe ik zelf als persoon in elkaar zat en stap voor stap, gesprek voor gesprek leerde ik dat dat oké was. Ik leerde hoe ik met mezelf om moest gaan, hoe ik met gevoelens omging en wat mijn eetstoornis betekende in mijn leven. Praten met psychologen, de structuur van de meerdaagse, intensieve groepstherapie en veel cognitieve oefeningen gaven mij veel inzicht en wat gezonde controle terug in handen, in plaats van die van mijn eetstoornis.

Voordat ik psychisch herstelde, moest ik ook op het gebied van eten al flink aan de bak. Ik kon niet gaan zitten wachten tot mijn gezonde eetlust weer terugkwam en de angst rondom eten als sneeuw voor de zon zou verdwijnen. Terwijl ik psychische hulp kreeg, was er ook hulp om het te hebben over eten. Ik moest wat kilo's aankomen, een beter eetpatroon opbouwen, eten steeds minder gebruiken als copingsmechanisme en stoppen met compenseren.

In het begin vond ik vooral dat eten ontzettend moeilijk. Ik wilde niet aankomen, want dat was alles wat ik juist jarenlang al probeerde te voorkomen met mijn eetstoornis. Toch wist ik ook dat dit belangrijk was, dat het normaliseren van mijn eetpatroon ontzettend veel bijdraagt aan het herstellen van mijn eetstoornis. Ik moest weer normaal met eten leren omgaan, in plaats van eetgestoorde, verdovend, manipulatief, angstig en gecontroleerd.

Steeds weer werd ik voor uitdagingen gezet en werden er afspraken gemaakt om stapjes te nemen. Soms lukte het wel, soms niet. Angst en het idee dat ik niet sterk genoeg was, speelde een grote rol. Ik was bang om dik te worden of de controle te verliezen als ik echt normaal zou gaan leren eten. Maar die angst ging natuurlijk dieper dan het esthetische plaatje en het cijfer op de weegschaal, maar dat weet jij als lezer van deze blog als geen ander. Ik had daarnaast ook erg grote faalangst. Waar ik bang was om te falen in mijn eetstoornis, was ik nu ook bang om te falen in herstellen. Ik dacht heel erg vaak dat ik nooit meer beter zou worden. Dat het mij niet zou lukken.

foto

Zoals ik uitleg, werd ik voornamelijk gedreven door angst. Angst voor dingen zoals eten, aankomen en controleverlies, maar ook veel angst om te voelen. Ik vond het ontzettend moeilijk om emoties toe te laten, omdat ik deze al heel lang wegdrukte en er niet mee wist om te gaan. Ook vond ik het moeilijk om te bedenken wie ik zou zijn zonder eetstoornis en durfde daarom mijn eetstoornis niet los te laten. En zo kan ik nog heel veel dingen opnoemen die mij tegenhielden stappen te zetten.

Waarom heb ik het dan toch gedaan en sta ik waar ik sta vandaag de dag?

Helemaal precies kan ik het niet uitleggen. Het was niet zo dat er van de een op andere dag een knop om ging. Ik heb jarenlang in therapie gezeten, veel ups and downs gekend en bent tussendoor de hoop ook wel eens tijden verloren. Zou het ooit nog beter worden? Inmiddels kan ik daar volmondig ja op zeggen, maar in de tijd dat ik nog worstelde met mijn eetstoornis was dat erg onzeker. Een behandelaar zei eens tegen mij: "Als je het niet probeert, dan weet je het niet. En dan bedoel ik ook echt proberen en niet een klein beetje of snel terug gaan als het eng begint te worden. Geef het een echt, eerlijke kans, dat herstel."

En dat heb ik denk ik uiteindelijk ook gedaan. Steeds als ik behandeling volgde, ging ik niet tot de kern. Ik hield dingen achter waar ik me voor schaamde, legde niet alles op tafel of zei dat het allemaal ineens veel beter ging. Soms was dat zo, en ging het kort wat beter. Maar uiteindelijk viel ik steeds weer terug als het moeilijk werd. Als ik het echt zelf moest gaan uitvoeren, zonder therapie of als ik echt mensen om hulp en steun zou moeten vragen, wat ik niet durfde.

Bij mijn laatste behandeling ben ik er dan ook wel echt voor gegaan. Ik besloot dat ik het een echte, eerlijke kans zou moeten geven, voordat ik zou kunnen concluderen dat ik een langdurige, levenslange eetstoornis zou hebben. Ik zou niet een half jaar goed moeten eten, maar misschien wel twee jaar, om daarachter te komen. En ik zou niet een paar weken moeten stoppen met compenseren, maar veel langer. Ik zou misschien wel instorten emotioneel en om hulp moeten vragen van mensen in mijn omgeving. Doodeng, maar tussendoor dacht ik; Ik waag de gok. Hou vol.

Hoe bang ik ook was, dit was vechten. En dat ik aan het vechten was, gaf me ook wel weer heel veel kracht. Vechten tegen een eetstoornis doet zeer, soms vreselijk veel. Maar wat je er voor terug krijgt is het allemaal waard. Het leven doet soms pijn, maar toch kun je leren om gelukkig te zijn. Dit strijden is iets wat ik bij veel van jullie terugzie en ik vind dat zo mooi. Bewonderingswaardig. Het raakt me om te zien hoe jullie spijkers met koppen slaan, na een tijd van schuilen achter angst.

Niet alleen omdat ik weet dat jullie het kunnen en dat je sterker bent dan je eetstoornis, maar vooral omdat ik weet hoe ontzettend stoer jullie bezig zijn. Hoe dapper het is dat je deze strijd aangaat en wat een pijn het soms doet. Juist dat vind ik zo ontzettend knap. Daar gaat mijn hart echt sneller van kloppen, van jij die de angst trotseert! Want je kunt het. Je moet het alleen ervaren, voor je kunt zeggen dat je het wel of niet kunt. Voordat je het echt, volledig hebt geprobeerd, kun je niet zeggen; Ik kan het niet.

Fotografie: Martinak15

 

Gerelateerde blogposts

Reacties

Iep - Dinsdag 7 november 2017 10:52
Prachtig beschreven. Ik ben nu bijna een jaar het echt aan het proberen en al is het heel er zwaar, ik merk ook dat ik vooruit ga. Dat de eetstoornis naar de achtergrond aan het verdwijnen is, dat ik mijn leven weer vorm kan gaan geven. Heel blij dus dat ik het echt een kans heb gegeven. Ik ben er nog niet, maar ik ben wel op de goede weg.