Op Proud2Bme vind je met regelmaat verhalen van mensen die lijden aan een eetstoornis. Ze delen hun ervaringen en nemen je mee in de strijd. Dat zorgt voor herkenning en het gevoel er niet alleen voor te staan. Vanuit Proud vinden we het echter ook belangrijk om de mensen die hersteld zijn van een eetstoornis eens extra onder de aandacht te brengen. Niet alleen omdat we het mateloos moedig vinden dat ze hun angsten zijn aangegaan en hebben overwonnen, maar ook in de hoop hiermee jou te inspireren en nét dat beetje meer hoop te geven. Vandaag vervolgen we de serie met Anna.
Anna is 21 jaar en studeert aan de Hogeschool Utrecht tot leraar omgangskunde tweedegraads. Ze zit nu in haar tweede studiejaar en kan hierna les geven op het mbo in onder andere loopbaan begeleiding, communicatie, psychologie en sociologie. Daarnaast speelt ze fanatiek badminton. Ze speelt competitie en doet graag mee aan toernooien. Als ze dat allemaal niet aan het doen is, is ze graag buiten. Ze wandelt en fietst regelmatig.
“Ik heb af en toe mijn moeilijke momenten,
maar ik kan met zekerheid zeggen dat ik gelukkig ben!”
Hoe zag je leven met eetstoornis eruit?
Vreselijk. Ik had het idee dat ik niet mezelf was, maar dat ik geleefd werd door iemand anders. Ik had altijd een stemmetje in mijn hoofd. Dit noemde ik het duiveltje. Die was heel streng voor mij. Ik was de hele dag bezig met eten en niet eten, wel en niet bewegen. Ik had geen rust in mijn hoofd. Wanneer ik probeerde te slapen ging ik altijd in mijn bed na wat ik die dag gegeten had en wat ik de volgende dag zou gaan eten. Wanneer ik iets meer at de volgende dag dan ik met mezelf had afgesproken kon ik hierdoor volledig in paniek raken. Bovendien zei het duiveltje woorden als: ‘zie je wel dat je zwak bent’ en ‘zie je wel dat je niet goed genoeg bent’.
Doordat ik dus de hele dag bezig was met eten, moest ik van mezelf ook op alle etiketten kijken wat de voedingswaarden waren van producten. Zo kon ik ook nooit rustig boodschappen doen. Ik moest en zou altijd de producten vergelijken en uiteindelijk de ‘beste’ kiezen. Eigenlijk schaamde ik me dat ik zolang kon doen over het kiezen van een product. Ik wilde het eigenlijk niet doen, maar ik had het idee dat ik niet anders kon. Ik moest weten hoeveel calorieën erin zaten.
Wat zat er achter jouw eetstoornis?
Ik ben vroeger heel onzeker geweest over mezelf. Verder ben ik erg perfectionistisch. Doordat ik zo onzeker was trok ik mij veel aan van andere mensen: Wat vinden zij van mij? Wat kan ik doen om erbij te horen? Wanneer ik terug kijk naar mijn middelbare schooltijd heb ik nooit echt mezelf kunnen zijn. Ik heb mij nooit op mijn gemak gevoeld op school. Bovendien voelde ik mij ook niet gerespecteerd door mijn klasgenoten. Ik heb mij nooit echt gelukkig gevoeld op die school, zo trok ik mij steeds meer terug. Ik ging niet meer met vrienden afspreken en zij vroegen mij op gegeven moment ook niet meer. Daardoor versterkte mijn gevoel alleen maar meer: Zie je wel dat niemand met mij wilt afspreken. Zie je wel dat ik geen leuk mens ben.
In mijn examenjaar ging het mis. In de zomervakantie was ik een aantal kilo aangekomen. Hier schrok ik zo van dat ik wilde afvallen. Dit begon heel onschuldig…, maar ik sloeg hier in door. Ik kon niet meer stoppen. Ik wist dat ik niet goed bezig was. Ik wist dat het foute boel was, maar ik was bang. Ik was bang dat wanneer ik weer normaal zou gaan eten dat ik weer zou gaan aankomen.
Bovendien had ik altijd al last gehad van buikpijn en obstipatie. Voordat mijn eetstoornis begon liep ik hiervoor al bij de dokter. Ik kreeg allerlei soorten poedertjes mee die ervoor moesten zorgen dat ik weer ‘normaal’ naar de WC kon gaan. Dit alles hielp niet mee. Vooral toen ik moest aankomen, vond ik het verschrikkelijk. Ik moest dooreten, ook al had ik buikpijn. Dit legde ik mezelf op, omdat ik het ook perfect wilde doen in het aankomen. Dit sloeg op een gegeven moment de andere kant op. Wanneer ik niet alles had kunnen eten die dag wat er op mijn lijstje stond, raakte ik ook in paniek. Straks was ik niet aangekomen en dat zou dan komen, omdat ik die dag nét iets minder had gegeten.
Waar lag jouw sleutel naar jouw herstel?
Mijn sleutel naar herstel zie ik in de paarden en badminton. Dat klinkt wellicht vreemd, maar ik zal het toelichten….
Het was tijd voor de zomervakantie en ik zou samen met een vriendin op paardenkamp gaan in de Belgische Ardennen voor één week. Ik had echter wel ondergewicht en met ondergewicht dagelijks paardijritten maken mocht ik echt niet. Toen ik dit eenmaal besefte ging mijn knop om: Ik wilde daar heen en bovendien wilde ik mijn vriendin niet teleurstellen. Zo biechtte ik alles op aan mijn ouders hoe ik aan het rommelen was met eten. Ik had namelijk een eetlijst gekregen van de diëtiste, maar ik zei altijd tegen mijn ouders dat ik dit zelf wel kon. Ik kon het alleen niet zelf en dat besefte ik toen ik dit vertelde aan mijn ouders.
Ik zei dat ik niet voldoende boter op mijn brood smeerde, dat ik de energiepoeder die ik moest innemen altijd weggooide en zo waren er nog een aantal dingen. Mijn ouders waren boos toen ze dit hoorden, maar ook opgelucht. Vanaf toen zijn mijn ouders strenger geworden tegen mij, of eigenlijk tegen het duiveltje, mijn eetstoornis. Zo waren mijn ouders naar mijn psycholoog gegaan en die had hen een eetlijst meegegeven. Dit was de dag voordat wij op vakantie zouden gaan. Ik was zo boos toen ik die lijst zag. Moest ik dat echt allemaal gaan eten?! Ik moet toegeven, dat was niet de leukste zomervakantie. Toch ben ik achteraf blij dat die eetlijst gekomen is en mijn ouders en mijn psycholoog strenger geworden waren.
Dus mijn sleutel naar herstel is dat ik besefte dat wanneer ik wil paardrijden, badmintonnen of andere activiteiten wil ondernemen ik hier energie voor nodig heb. Om energie te krijgen moest ik eten en moest ik dus aankomen.
Wat was jouw grootste uitdaging in herstel?
Mijn grootste uitdaging was toch echt om weer normaal te gaan eten. Ik vond dit zo lastig. Ik was namelijk bang. Ik was bang dat ik weer super veel zou gaan aankomen. Dit gebeurde natuurlijk niet, in tegendeel zelfs. Toen ik echt volgens het lijstje ging eten, kwam ik de eerste paar weken niks aan. Ik vond dit wel erg, want naar mijn idee moest ik mezelf volproppen en ik kwam nog niks aan! Het heeft zeker ruim een jaar heeft geduurd totdat ik volgens het BMI een gezond gewicht had. Toen dit eenmaal was en ik dus weer ‘gezond’ was, ging het echter niet beter met mij.
Mijn psycholoog en mijn ouders dachten dat ik zo somber was doordat ik gewoonweg geen energie had. Dit bleek niet zo te zijn. Eenmaal dus aangekomen, bleek dat ik ook een depressie had. Zo had ik regelmatig zelfmoord gedachten. Ik zag het nut niet meer in van het leven. Ik dacht vaak: Als ik er nu een einde aan maak, dan is het gewoon allemaal voorbij en hoef ik mij nergens meer om te bekommeren. Dan hoef ik niet meer te eten, dan hoef ik niet meer leuk te doen.
Uiteindelijk moest dus de manier van hulpverlening aangepast worden. Ik moest niet meer behandeld worden voor mijn eetstoornis, maar voor mijn depressie. Natuurlijk was ik nog niet genezen van mijn eetstoornis, maar het ging wel de goede kant op en met mijn depressie niet. Dit had dus voorrang. Zo kreeg ik weer een nieuwe uitdaging, ik moest lief worden voor mezelf. Ik had een heel negatief zelfbeeld en nu zou ik samen met mijn psycholoog kijken hoe ik positiever kon gaan denken over mezelf. Dit vond ik heel lastig en ik moet toegeven dat ik dat nog soms nog steeds vind. Zo heb ik mij verplicht om bijvoorbeeld na een stagedag altijd één positief punt van die dag op te schrijven. Zulke kleine opdrachten hielpen mij echt!
Wat is de beste hulpverlening?
Dat vind ik een lastige vraag. Deze is namelijk voor iedereen anders. Ik heb de beste hulpverlening ervaren met één-op-één gesprekken met mijn psycholoog. Ik heb dus nooit groepssessies gehad. Ik had namelijk ook aangegeven dat ik dit niet wilde en dat ik het veel fijner vond om alleen met mijn psycholoog te zijn. Zo kon zij alle aandacht aan mij geven en ik had ook het idee dat ik alles met haar kon delen. Ik heb geen ervaring met groepssessies, maar ik denk dat ik daar minder snel gebeurtenissen had gedeeld, dan bij mijn psycholoog. Ook al kan het ook positieve effecten hebben.
Ik heb bijvoorbeeld vaak het gevoel gehad dat ik de enige ben die zo depressief is en een eetstoornis heeft en van de rare gedachten heeft. Wanneer ik in een groep had gezeten met allerlei mensen die dit herkennen dan had ik misschien niet het idee gehad dat ik hier helemaal alleen mee zat.
Ook vind ik het goed toen er bij mij depressie geconstateerd werd, dat ik daarvoor meteen werd behandeld. Zo kon mijn psycholoog de passende behandeling geven. Wanneer zij verder was gegaan op mijn eetstoornis, dan was het waarschijnlijk heel anders gelopen.
Hoe kijk je nu terug op jouw eetstoornis?
Wanneer ik terug kijk naar mijn eetstoornis dan ben ik alleen maar blij dat het voorbij is. Toen ik in mijn eetstoornis zat leek er gewoon geen einde aan te komen. Ik had het idee dat ik voor altijd zo zou moeten leven. Dat ik nooit tot rust zou komen. Ik ben zo blij dat ik geen paniekaanvallen meer heb. Deze aanvallen kostten mij namelijk zoveel energie dat ik de volgende dag echt kapot was. Verder ben ik heel blij dat ik genezen ben. Ik heb het idee dat ik nu echt mezelf weer kan zijn. Wel heb ik geleerd door mijn verleden dat het belangrijk is om te praten met mensen, familie, vrienden, wanneer ik mij niet zo goed in mijn vel voel. Dat ik vertel wat er in mij omgaat. Dat het niet erg is om hulp te vragen en dat het juist sterk is wanneer je om hulp vraagt.
Te weinig eten?
Soms denk ik van; ‘Ai, misschien had ik dat beter niet kunnen eten’, wanneer ik al naar mijn idee veel te veel chips tijdens een film op heb. Maar het is niet zo dat ik daar dan volledig van in paniek raak. Ik vond het op dat moment lekker en het was gezellig met een vriendin tijdens de film. Ik kan dus weer echt genieten van eten. Zo kan ik al ’s ochtends naar de lunch uitkijken wanneer ik weet dat ik iets lekkers ga eten. Bovendien komt het vaak voor dat wanneer ik uiteten ga met mensen, dat ik dit weer echt gezellig vind. Ik ga dus niet alleen maar voor het eten uiteten, maar ook voor de gezelligheid om weer samen met mijn vrienden te zijn.
Ik geef wel toe dat ik wel nog oplet met wat ik eet. Dit heeft ook te maken met mijn PDS (Prikkelbare Darm Syndroom). Hierdoor heb ik regelmatig last van buikpijn. Door onder andere er op te letten dat ik op een dag voldoende vezels naar binnen krijg hoop ik zo de buikpijn te voorkomen.
De stap naar herstel…
Ik had niet gedacht dat ik zou herstellen. Het leven zag er toen voor mij zo uitzichtloos uit. Mijn herstel was zo geslaagd dat ik dit jaar voor mijn studie naar Kenia ben geweest om daar op de scholen lessen te geven. In het Engels! Dat had ik dat jaar daarvoor nooit gedacht, dat ik dat zou gaan doen. Ik was wel met een groep mensen van de Hogeschool Utrecht, maar ik ging toch naar zo een ver land, alléén! Dit was ook mijn eerste vliegreis, dat vond ik dus ook super spannend. Ik heb het allemaal gedaan en daar ben ik trots op! Ik had het heel erg naar mijn zin daar en heb genoten van het les geven, genoten van de cultuur, het land en ja, ook genoten van het eten dat zij daar hadden.
Ook ben ik afgelopen zomer in mijn eentje naar Frankrijk gegaan om daar te werken op een camping. Hier was ik vooral verantwoordelijk voor de kidsclub, maar ik stond ’s avonds ook regelmatig in de brasserie eten en drinken te serveren. Herstel is sterk; ga ervoor, vecht ervoor! Iedereen is het waard.
Ik heb een tatoeage laten zetten voor mijn herstel. Dat zijn drie vogels die aan de binnenkant staan op mijn linker onderarm. Zo kan ik er altijd naar kijken. Deze drie vogels staan symbool voor mijn vrijheid. Vrijheid in de zin van dat ik nu vrij ben van mijn eetstoornis en mijn depressie. Dat ik nu vrij kan zijn in wie ik wil zijn.
Wat is jouw belangrijkste levensles?
Mijn belangrijkste levensles is dat ik meer moet praten met mensen wanneer ik mij niet goed voel. Dat ik met mijn problemen niet alleen moet blijven zitten, maar dat ik dit deel. Eerst dacht ik dat ik dan lastig zou zijn als ik om hulp vroeg, maar ik heb geleerd dat mensen mij echt willen helpen. Nu vind ik het sterk van mezelf wanneer ik om hulp vraag of zeg tegen iemand dat ik me niet zo goed voel die dag. Wanneer andere mensen aan mij hulp vragen, zeg ik ook aan hen dat ik het juist sterk vind dat zij mij om hulp vragen. Ik weet zelf namelijk hoe lastig ik het vond en ik wil meegeven aan andere mensen dat je er niet voor hoeft te schamen.
Ben of ken jij iemand die Mateloos Moedig is en hersteld is van een eetstoornis of ander psychisch probleem én wil je meedoen aan deze interview serie? Mail ons dan: redactie@proud2Bme.nl
Geef een reactie