De jaren dat ik een eetstoornis heb gehad, heb ik ervaren als een periode met veel ups en downs. De ene keer ging het echt niet goed met me. De eetstoornis was dan heel sterk aanwezig. Alles draaide dan om (niet) eten en compenseren. Mijn zelfbeeld was ontzettend slecht. Ik zonderde me in die periodes heel erg af en voelde me diepongelukkig. Echter waren er ook tijden dat het ineens weer beter met me ging. Ik was dan minder bezig met eten en voelde me gelukkiger. Dit was voor mij onbegrijpelijk. Was ik dan opeens genezen van mijn eetstoornis?
Waar de wisseling tussen een slechte en goede periode vandaan kwam weet ik niet. Ik weet niet precies wat er dan gebeurde of waar dat aan lag, maar ineens was de eetstoornis er gewoon veel minder. Tijdens bijvoorbeeld schoolvakanties leek ik bijvoorbeeld ineens lekkerder in mijn vel te zitten. Het eten ging dan een stuk beter, ik was wat vrolijker en ik ondernam meer leuke activiteiten. Dat was natuurlijk heel erg fijn, maar het zorgde ook voor een hoop verwarring.
In die periodes dat het beter met me ging, ging de therapie natuurlijk wel gewoon door. Daar vertelde ik dan dat het beter met me ging en dat ik eigenlijk niet snapte waarom het dan beter ging. Ook mijn therapeuten snapten niet zo goed waarom het zogenaamd beter ging. In principe deed ik niks anders en was er geen wonder gebeurd dus hoe kon het dan nou opeens beter gaan?
Zulke periodes waren voor mij dus erg verwarrend. Zoals ik al zei snapte ik het niet. Ik voelde me hierdoor wel een grote aansteller. Het kon toch niet zomaar opeens beter met me gaan? Hoe kan je nou van dagen vol chaos wat betreft eten en zelfhaat naar een betere periode gaan zonder dat daar ook maar enige aanleiding voor is? Ik nam mijn eetstoornis veel minder serieus. Als je een eetstoornis hebt, dan gaat het altijd slecht met je. Het kan dan niet zomaar ineens beter met je gaan. Ik had dus een nepeetstoornis, want met mij ging het ineens wel beter. Door deze gedachtegang kon ik mezelf flink de put in praten. Hierdoor vond ik ook dat ik geen therapie nodig had en dacht ik dat ik daar beter mee zou kunnen stoppen. Andere mensen hadden de hulp veel harder nodig dan ik. Ik kon het blijkbaar zelf wel zonder al die hulp.
Wat hierdoor gebeurde is dat ik veel minder mijn best deed tijdens therapie. Ik was er wel omdat het moest, maar ik bracht eigenlijk niet zoveel in. Ik voelde me vooral heel overbodig en ik had ook het idee dat mijn therapeuten het onzin vonden dat ik er was. Dit was natuurlijk niet zo, maar zo kon ik wel denken.
Na een aantal weken dat het goed met me ging, kon het net zo plotseling ineens weer slecht met me gaan. Ineens was ik weer bezig met eten, ineens ging ik weer lijnen en ineens waren de eetbuien er weer. Ook dit was weer lastig voor mij en mijn therapeuten om te begrijpen. Maar omdat het lastig was te achterhalen waarom het in eerste instantie weer beter met me ging, was het voor mij ook moeilijk om dat patroon vol te houden. Ik had tenslotte geen technieken aangeleerd, omdat het ‘vanzelf’ beter ging. Daardoor was ik nog ook niet in staat om een slechte periode tegen te houden. Ik switchte dus tussen goede en slechte periodes en dat vond ik erg lastig.
Achteraf gezien was ik natuurlijk helemaal niet opeens genezen van mijn eetstoornis. De eetstoornis was minder sterk aanwezig, maar het was niet zo dat het helemaal verdwenen was. Ik denk dat veel jongens en meiden dit misschien ook wel herkennen en zichzelf en de eetstoornis daardoor veel minder serieus nemen dan dat zou moeten. We hebben een beeld in ons hoofd van wat een eetstoornis is en hoe slecht het dan met je moet gaan, maar dit klopt vaak niet. Toen ik vond dat het beter met me ging, ging het in werkelijkheid nog steeds niet zo goed met me. Het ging alleen niet zo ontzettend slecht als dat het daarvoor ging.
Wat ik hiervan heb geleerd is dat je niet zomaar geneest van een eetstoornis. Echt genezen van mijn eetstoornis heb ik gedaan door er keihard aan te werken. Ik heb geleerd dat herstellen met vallen en opstaan gaat. Ook in het leven zonder eetstoornis heb je periodes dat het beter of juist minder goed met je gaat. Dat je een betere periode hebt terwijl je een eetstoornis hebt wil niet zeggen dat je dan op een wonderbaarlijke manier plotseling genezen bent. Er is een reden waarom jij een eetstoornis hebt ontwikkeld en dat lost zich niet vanzelf op. Ik denk dat het belangrijk is dat je jezelf serieus blijft nemen. Geef niet opeens alle behandelingen op omdat het iets beter met je gaat, maar doe dat pas als je echt het gevoel hebt de eetstoornis onder controle te hebben. Je weet je dan ook staande te houden in tijden dat het iets minder goed met je gaat.
Heb jij ook wel eens periodes dat het opeens beter met je gaat?
Fotografie: Valentin Ottone
Geef een reactie