De kerstboom staat in de kamer. Het is ijskoud buiten, maar ik heb het binnen ook koud. Voor me ligt het aanmeldingsformulier van Centrum Eetstoornissen Ursula. Eetstoornis, wat een rotwoord! Ik heb geen eetstoornis, hooguit wat problemen.
De rest vindt allemaal van wel. Ik zal dat formulier wel eens opsturen en dan aan iedereen bewijzen dat ze ongelijk hebben. Ik ben een normale jonge meid van 21, doe het goed op de studie, heb een vriend en het belangrijkst, vind ikzelf, een normaal gewicht. Ik ben zo gewoon, de Ursula gaat mij never nooit aannemen. Maar niets bleek minder waar…
Te normaal?
Na mijn aanmelding nodigt de Ursula me uit voor een intake. Nog steeds ben ik er van overtuigd dat ik niet alleen te normaal, maar ook te dik ben voor behandeling. Ik vertel de psycholoog keurig mijn verhaal en probeer de arts tijdens het bloeddruk meten aan het lachen te maken. Alles loopt op rolletjes. Na de medische keuring gaat de arts met een serieus hoofd tegenover me zitten. Ik verwacht dat dit hoofd hoort bij het nieuws wat hij me gaat brengen: ‘Beste Kim, je bent te gezond, te normaal en te dik voor deze behandeling, maar bedankt voor je interesse. En een fijne dag nog verder.’ Maar nee, hij slaat zijn handen over elkaar en zegt: ‘Meisje toch, met dit eetpatroon had je allang in het ziekenhuis kunnen liggen. Jij mag dan wel een gezond gewicht hebben, maar je bent heel erg ziek’. Zo. Het hoge woord is eruit. En voor het eerst die dag, weet ik niet wat ik moet zeggen.
In de greep van de eetstoornis…
Na het gezellige gesprek met de arts gaat het erg snel. Ik mag beginnen in de startgroep, waar ik alles leer over eetstoornissen. Ik ben doodsbang. Voor de weegschaal, voor de mensen in de groep, voor iedereen die dunner is dan ik, voor de therapeuten, voor de eetlijst die ik krijg, maar vooral, voor mezelf. Het niet-eten en overgeven geeft zo’n kick, hoe zou ik ooit zonder kunnen? En waarom moet ik eigenlijk meer gaan eten, ik heb toch een normaal gewicht? Ondertussen merkt de wereld om me heen niks van het gevecht wat ik voer van binnen.
Ik ga naar feestjes, maar drink niks en loop lachend langs de schaaltjes met nootjes. Ik lieg bij mijn huisgenoten dat ik al gegeten heb bij mijn ouders en andersom. Ik ontken glashard tegen mijn vriendje dat ik heb overgegeven, zo veel en zo vaak dat hij niet meer weet wat hij met me aan moet. Ik zeg alle leuke dingen in mijn agenda af om stiekem te gaan sporten en thuis uren voor de spiegel mijn leven te analyseren. Ik durf met niemand te praten over wat ik echt voel. Sterker nog, ik weet niet eens meer wat ik echt voel. Alle trucjes uit het Handboek der Eetstoornissen pas ik toe, ik verander van een lief en eerlijk meisje in een onaardige, leugenachtige vrouw. De eetstoornis heeft me in zijn grip en iedereen binnen mijn behandeling en in mijn omgeving doet er alles aan om mij eruit te krijgen. Iedereen, behalve ik.
De knop om
Op een dag ben ik het zat. Letterlijk, want ik kan niet meer. Ik ben op en zit snikkend op de bank. Veranderd van een enthousiaste, spontane meid in een zielig vogeltje. Verplicht blijf ik anderhalve maand thuis. Van vrienden, van studie en van het hele leven buiten. In die maanden gaat de knop om. Ik wil dit leven niet meer! Ik wil weer kunnen genieten van leuke dingen, van de lieve mensen om me heen en weer van eten. Op dat moment stop ik met overgeven en liegen en begin ik met eten en mijn behandelaars een kans te geven.
Komt er ooit een eind aan?
Dit moment is nu 1,5 jaar geleden. De tijd tussen toen en nu stond in het teken van beter worden en vooral, van heel hard werken. Een paar keer per week naar therapie en vooral thuis werd een keiharde strijd geleverd. Stoppen met overgeven was één van de moeilijkste dingen, maar heeft me zoveel gebracht! Mijn tanden worden weer mooier, de nare smaak is weg, de wallen onder mijn ogen ook en mijn buik kan het weer alleen af. Tijdens de therapie wordt alle narigheid van vroeger omhoog getrokken. En ja, ik vervloek die hele therapie minimaal elke week, denk zo’n 20 x per dag dat ik nooit beter ga worden en ben vooral ontzettend bang voor al het gevoel wat ineens omhoog komt. Maar er zit maar één ding op… Doorgaan!
Weer genieten!
En nu? Ik kan weer genieten! Van leuke dingen doen en zelfs van eten! Ik durf weer naar feestjes en kan weer lachen. Echt lachen! Ik ben een paar maanden terug gestopt met therapie en ben nu bezig met mijn leven weer op te pakken. Het leven na de eetstoornis. Dit is niet makkelijk, zoiets moet slijten. Maar het leven zonder eetstoornis is veel te leuk om het niet te proberen!
Er is hoop!
Wat ik jullie wil vertellen met mijn verhaal? Er is hoop! Je kunt deze rotziekte overwinnen! En ja, het is hard werken. Nare dingen verwerken, weer gaan voelen, ruzie maken, luisteren naar anderen, je angsten overwinnen, je lichaam accepteren en heel veel geduld hebben. Het is niet niks en ik vind ieder van jullie dapper alleen al voor het proberen. Maar er is ook een heel mooi doel: een leven zonder eetstoornis, weer genieten! Bedenk wat je het meest gelukkig in de wereld zal maken. Is dit met of zonder eetstoornis? Ik wilde zo graag perfect zijn. En hoe meer ik probeerde perfect te zijn, des te minder perfect ik werd. Nu begrijp ik het pas. Het meest perfect en het mooist ben je als je trots bent op wie je bent en je mindere kanten kunt accepteren, als je jezelf bent.
Vergeet dus nooit, je kunt dit overwinnen! Je bent dapper, mooi en bijzonder zoals je bent. Laten we allemaal trots op onszelf zijn. Want dan, dan kun je pas echt van het leven genieten. Be Proud!
Door: Kim.
Geef een reactie