Trauma. Ik vind dat altijd zo’n zwaar woord. Niet voor een ander, wel voor mezelf. “Je hebt meerdere traumatische gebeurtenissen meegemaakt”. Trauma, psychisch letsel na een schokkende gebeurtenis die een intens gevoel van angst en machteloosheid oproept. Trauma, opgeslagen niet alleen in je brein, maar ook in je lijf.
Ik weet het nog goed, de eerste keer dat mijn therapeut zei dat ik verschillende trauma’s had met daaruit voortkomend een post traumatische stressstoornis. Ik begon nog net niet heel hard te lachen. Trauma, PTSS, ik. Doe even normaal.
Oke, ik heb vervelende dingen meegemaakt in mijn jeugd, maar heeft iedereen dat niet? En Post Traumatische Stressstoornis? PTSS is toch iets wat enkel mensen krijgen na een heftig ongeluk of nadat ze uitgezonden zijn geweest op een missie? Ik heb gewoon iets naars meegemaakt en ben daar een beetje door van slag, soms. Oke, daardoor heb ik nachtmerries, problemen met hechting, voel ik me kennelijk vaak in bepaalde situaties enorm onveilig en staan de spieren in mijn lijf standaard strak aangespannen.
Goed, mijn slaap is dramatisch en mijn stemming nogal klote. Ik ben standaard ontzettend vermoeid, scan de omgeving, ben overmatig gefocust en onwijs snel geïrriteerd. Maar PTSS? Ik? Welnee. Ik ben stoer en niks kan mij van mijn stuk brengen. Ik heb helemaal geen PTSS, daar doe ik niet aan.
Inmiddels, ruim een jaar verder moet ik misschien toegeven dat mijn toenmalige therapeut gelijk had. Ik heb een post traumatische stressstoornis en dat zuigt. De meest simpele dingen kunnen me kennelijk triggeren en me van mijn stuk brengen. Dingen die –voor zover ik weet-, niet in verband staan met de traumatische gebeurtenissen.
Vorige week bijvoorbeeld, toen liep ik op een grote kermis. Wat een leuk avondje uit met vrienden had moeten worden, was voor mij lichtelijk een hel. Ik liep met een ontzettend onveilig gevoel constant over mijn schouder kijkend, door de mensenmassa heen. Harde knallen die bij attracties vandaan kwamen lieten mij ineens volledig in flight or fight modus schieten. Compleet overprikkeld en dood moe van een uurtje kermis keerde ik huiswaarts, met vrienden die geen idee hadden van wat zich zojuist nou allemaal had afgespeeld.
Twee weken geleden, toen ik met bloedmooi weer over de dijk liep en door wat jongens als baldadige grap waterballonnen naar mijn hoofd gesmeten kreeg. Ieder ander had hier waarschijnlijk om kunnen lachen en was verder gelopen, maar ik niet. De waterballonnen waren niet eens raak, maar vielen ruim 40 centimeter naast me neer. Toch gebeurde er iets van binnen. Ineens, binnen no time voelde ik, voordat ik het echt goed door had, het bloed uit me vandaan trekken. Mijn spieren spanden zich aan en ineens rende ik als een bezetene de dijk omhoog, achter de jongens aan.
Om mij heen zag en bestond er niets meer. Niet de auto’s die beneden aan de dijk met een rotgang aan kwamen rijden, niet de dijk helling zelf, die naar beneden net zo stijl was als omhoog. Het enige wat ik nog zag en waar ik compleet op gefocust was, waren de jongens die hard wegrenden. Geen idee wat ik had gedaan als ik ze te pakken had gekregen. Ik heb ook geen idee waarom ik zó heftig reageerde. Het ging op de automatische piloot. Iets, diep van binnen gilde nog dat ik normaal moest doen en moest stoppen met de achtervolging. Ik was de controle compleet kwijt.
Pas nadat ik bijna onderuit ging tussen de voorbij razende auto’s beneden aan de dijk, door de snelheid waarmee ik van de dijk raasde en de jongens uit het zicht waren verdwenen, kwam ik weer een beetje tot mijzelf. Hijgend, zeiknat van het zweet, compleet verdwaasd en al trillend over mijn hele lichaam had ik nog steeds geen idee wát er nou zojuist was gebeurd en waarom ik zó heftig reageerde op zoiets simpels en onschuldigs.
Ja, mijn therapeut had gelijk. Ik heb een post traumatische stressstoornis en het is tijd om deze eens flink aan te pakken. Traumatische gebeurtenissen en een post traumatische stressstoornis, echo’s uit het verleden die nagalmen in het heden…
Fotografie: the Collab
Geef een reactie