Laatst kregen we een berichtje van één van onze leden met het gegeven dat het haar opviel dat er eigenlijk enorm veel spreekwoorden & gezegden bestaan met iets van eten erin. Nu bleek uit recent onderzoek dat jongeren nagenoeg nooit meer spreekwoorden gebruiken….dus vonden wij het wel toepasselijk om jullie eens wat eet-spreekwoorden bij te spijkeren!
Hieronder een enorme rits aan spreekwoorden. We hebben wij sommige de betekenis voor jullie geschreven… Van welke weet jij de betekenis niet?
- De appel valt niet ver van de boom
- De soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend
- Boter bij de vis vragen
- Noch vlees noch vis: het is niet duidelijk wat het is, het heeft kenmerken van beide
- Ergens de wrange vruchten van plukken
- De druiven zijn zuur
- Een rare koekenbakker zijn
- De koek is op
- Op water en brood zitten
- Er wel pap van lusten
- Een broodje-aap-verhaal
- Iets voor zoete koek slikken
- Honger maakt rauwe bonen zoet (hoe toepasselijk :S)
- Zich de kaas niet van het brood laten eten
- Er kaas van gegeten hebben
- Met je neus in de boter vallen
- Knollen voor citroenen verkopen: (iemand iets) laten geloven dat niet waar is
- Goede wijn behoeft geen krans
- In de bonen zijn
- Ze bruin bakken
- Het neusje van de zalm
- Dat eet geen brood
- Je kunt er van de vloer eten
- Dat is andere koek
- Een hete aardappel in de keel hebben
- Bij moeders pappot blijven: bij moeder wonen terwijl je oud en wijs genoeg bent om zelfstandig te leven.
- Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt
- Willen weten wat voor vlees je in de kuip hebt
- Een papkindje zijn
- Boter op je hoofd hebben
- Als de wijn is in de man, dan is de wijsheid in de kan
- Zorgen dat er brood op de plank komt
- Iemand het brood uit de mond halen
- Hij verdient het zout in de pap niet
- De hond in de pot vinden
- Broodnodig zijn
- In de boter gebraden worden
- Dat is de slagroom op de taart
- De honden lusten er geen brood van
- Iets met een korreltje zout nemen
- Dat gaat erin als koek
- Lieverkoekjes worden niet gebakken
- De één zijn brood, de ander zijn dood
- Verandering van spijs doet eten
- Iemand ongezouten de waarheid zeggen
- De pan uit rijzen
- Tranenbrood eten: Eten terwijl je zeer bedroefd bent.
- Genadebrood ontvangen
- Met diegene is het kwaad kersen eten
- In zijn knollentuintje zijn
- Dat is het hele eieren eten
- Mosterd na de maaltijd
- Weten waar Abraham de mosterd haalt
- Gaar zijn/ergens gaar van worden
- Een harde noot om te kraken
- Voor een appel en een ei
- Een koekje van eigen deeg
- Van de kook zijn/over de kook raken
- Roet in het eten gooien
- Koken van woede
- Je door een rijstebrijberg moeten eten
- Uitgekookt zijn
- Een appeltje met iemand te schillen hebben
- Het is koek en ei tussen die twee
- Een kruimeltje is ook brood: Wees gelukkig met wat je hebt.
- Als zoete broodjes over de toonbank gaan
- De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet
- Noch servet noch tafellaken
- Met de paplepel ingegoten
- Een appeltje voor de dorst
- Lelijk op de koffie komen
- Iemand een peer geven
- Een honingzoet stemmetje hebben
- Een land van melk en honing
- Komt voor de bakker
- Zoete broodjes bakken
- (Snel) aangebrand zijn
- De rapen zijn gaar
- Een slok op een borrel
- Genieten met volle teugen
- Het schip met zure appelen
En minder aardig, maar ook best grappig: de scheldwoorden…:Oliebol, pannenkoek, rare snijboon, bonenstaak, ouwe taart, ‘de rotte appels’.
Weet jij nog een spreekwoord met eten erin dat nog níet in onze lijst staat?
Geef een reactie