Het begint al bij het opstaan. Ik word wakker en kijk in de spiegel. De woorden dik, walgelijk en vies komen in me op. Om zo nog niet te spreken over mijn kledingkeuze. Een hele kast vol, het meeste is zwart, want dat kleed af. Dan twijfel ik om te douchen, mezelf naakt zien, dat kan toch niet? Ik wil mijn walgelijke lichaam niet zien. Na 6 kledingwissels en geen douchebeurt loop ik naar beneden. Ontbijt, wat zou veilig zijn? Cruesli of dan toch muesli? Even later zit ik aan tafel met een kom met veel te weinig muesli, want meer durf ik niet. Dan ga ik maar richting therapie. Het zal weer een zware dag worden waar ik mezelf tegen zal komen. Het begint al bij het ochtendrondje. Iedereen vertelt over zijn of haar week. Ik vergelijkt mezelf nu al; oh zij heeft veel meer meegemaakt, of hij zit nog dieper in de put.
Rond 10 uur is het tijd voor het tussendoortje. Een doos met chocoladekoeken, stroopwafels, evergreens en sultana’s komt tevoorschijn. Wie neemt wat? Rustig pak ik een pakje evergreen, dit omdat iedereen het doet. Dan is het weer tijd voor therapie. De touwtjesoefening. Vergelijkend kijk ik naar hoe dun iemands benen zijn. Haar omtrek is veel kleiner dan die van mij. Ik hoor hier niet thuis, ik ben niet ziek. Althans, dat zegt mijn eetstoornis….
Lunchtijd. Iedereen heeft zijn eigen lijst. Ik pak de 3 boterhammen die op mijn lijst staan. Kijkend naar andermans bord twijfel ik wat ik moet nemen. Toch maar de sandwichspread of de jam. Daar zit tenminste niet zoveel in. En omdat iedereen het doet, doe ik het maar ook. Want wat zullen ze anders wel niet van mij denken?
Therapietijd. Ik blokkeer. Ik zegt niks, ik huil niet, maar er is een oorlog in mijn hoofd. Ondertussen gaat alle aandacht naar een ander, omdat ik niks weet te zeggen. Kans om over die oorlog te praten is verbruikt. Tenminste, dat zegt die stem. Weer komt de doos met allerlei tussendoortjes. Het is 15:00. Weer pak ik het vertrouwde pakje evergreen, want iedereen doet dat.
Onderweg naar huis. Het is bijna etenstijd. Denkend over het eten en het aantal stappen die ik loop, loop ik stevig door. Bus gemist. Dan maar lopend naar huis. Uitgeput kom ik thuis aan. Ik plof neer op de bank en even later roept mijn moeder voor het eten. Zelf opscheppen? Dat mag niet van de kliniek. Iets met smokkelen. Mijn moeder komt de kamer binnen met 3 volle borden. Het volste bord is voor mij. Vroeger zou ik het niet erg vinden. De gehaktbal was mijn favoriet. Nu is dat toch anders. Het mag niet. Na een lange zit is mijn bord leeg. Ik heb veel vergeleken met mijn zusje, want die mocht de helft laten staan en ik niet. Oh, …vergeet niet de vanille vla. Die ik wel moest en mijn zusje niet.
Net na het eten moet ik van mezelf al mijn tussendoortje. Het moet voor een bepaalde tijd zijn, anders word ik dik. Ik heb thuis niet zo’n uitgebreide doos met verschillende tussendoortjes. Ik heb 5 pakken evergreen en 2 pakken liga in huis. Stroopwafels? Ho maar, dat komt het huis niet in.
Na een lange dag ga ik naar bed. Mijn hoofd is moe en ik voel me slap. Ondanks dat ik na veel moeite alles heb gegeten, voel ik me toch nog leeg. Hongerig. Maar ja, buiten mijn lijst eten mag echt niet. Gespannen doe ik mijn ogen dicht. Verlangend naar het moment dat de oorlog in mijn hoofd gaat stoppen en ik weer rustig kan genieten van alles….
Geef een reactie