Het meisje dat met vuur speelt

 

Ik zie haar lopen. De trap op, de deur door. Langs de glazen vitrine waar de school haar prijzen had uitgestald. Ze stopt, legt haar handen op haar buik. Draait een rondje en bekijkt haar billen, haar benen. Draait nog een rondje en schuifelt uiteindelijk weg. Het meisje dat vast zit in haar eetstoornis. Het meisje dat gevaarlijk bezig is maar het zelf niet meer merkt. Het meisje dat met vuur speelt. 

Het meisje dat geleefd werd door haar angsten. Doorsloeg in wat ze dacht dat gezond was, wat goed was. Wanhopig opzoek naar dat beetje geluk, dat ze hoopte hierin te vinden. Ze was bleek, moe en helemaal op. Kapot. En niemand die haar kon helen, als zij dit zelf niet wilde. 

Ontkenning

Ik was op en kapot, maar ik weigerde mij hierbij neer te leggen. Ik wist dat ik een probleem had, maar mijn grootste probleem was mijn ontkenning. Ik wist wat anorexia was, ik kende het van tv. Ik zag meisjes huilen om een mars, een broodje kroket. Ik was dat niet, ik houd toch van chocola? Ook al wist ik ergens wel dat ik er alles aan zou doen om die chocola nu niet te hoeven eten, toch was ik dat niet. Ik had toch geen eetstoornis?

Ik wil gewoon wat afvallen, ik sla echt niet door. Je hoeft je geen zorgen te maken, ik heb het onder controle. Morgen zal ik dat koekje wel weer eten. Of anders overmorgen, het komt wel weer goed. Ik heb geen eetstoornis.

Ik zag niet in wat de risico’s waren van de stappen die ik zette richting verval. Ik zag niet in hoe warm het vuur werd, hoe ik mijzelf aan het uitroken was. Hoe ik elke dag meer en meer vervreemde van mijn eigen lichaam. Dat lichaam wat ik niet meer herkende werd een obsessie. Alles stond in dienst van het vormen van dit lijf zoals ik dat voor ogen had. En niks mocht hierbij in de weg staan.

Mijn eetstoornis de ruimte geven

De bodychecks bleven, groeiden. Ik moest weten of wat ik deed invloed had. Ik begon mijzelf obsessief te wegen en mijn eetstoornis groeide en groeide. Ook mijn lichaam begon te groeien, ik zag het toch in de spiegel. Ik zag mijn dijen groter worden als ik ernaar keek en mijn buik werd boller. Ik creëerde angsten die er nog niet waren, maar ik was echt bang. Bang in en voor mijn eigen lichaam.

Ik moest dingen doen die ik niet wilde doen. Nee zeggen was geen optie. Het werd me opgedragen, het was geen verzoek. Verzetten had geen zin. Ik loog tegen mijn familie, tegen mijn vrienden. Deed alsof het goed ging terwijl ik mijzelf de dood in hongerde. Ik wilde gestopt worden, maar ergens ook helemaal niet. Misschien is dit hoe het moet gaan, misschien is dit wel de oplossing waar ik zo naar zocht. De rust waar ik zo naar verlangde.

Soms speelde ik een beetje met de vlammetjes die klein begonnen. Ik testte hoever ik kon gaan. Maar de grenzen bleef ik verleggen. De kolen gloeiden en het vuur bleef maar branden. Elke dag hield ik er meer lucifers bij en voedde ik het vuur dat ik niet wilde voelen. De woede waarvan ik niet wist dat ik het had, de pijn die ik nog niet had ervaren maar wel wegmaakte. Ik wilde niet geheeld worden, ik wilde ook niet geleefd worden. Ik wilde niet veranderen, ik wist ook helemaal niet hoe. Ik wilde dat ook niet weten. Ik wilde niet loslaten wat die jaren in mij had gewoekerd. Zonder dat vuur was ik weer kou en kil, ik had die warme nodig. Dacht ik.

Het vuur blussen

Het vuur begon te sissen, tijdens mijn eerste gesprek. Voor het eerst zag ik hoeveel schade het vuur had aangericht. Hoe zwart en uitgebrand mijn hoofd van binnen was geworden. Ik was helemaal niet warm door het vuur, door de kou had ik niet gemerkt wat het vuur kapot had gemaakt. Het vuur had me verlamd. De vlammen sloegen wild en ongecontroleerd om zich heen, in de hoop nog iets te raken, maar ik verzette hevig. Ik wilde niet meer luisteren, ik wilde mijzelf en anderen geen pijn meer doen. Dit moest stoppen, het vuur moest uit. Ik had lang genoeg geluisterd, het was klaar nu.

Ik schrok van het verzet dat ik zo heftig begon te voelen. Ik had niet verwacht echt te moeten strijden, ik had niet door hoeveel ik beïnvloed was geraakt door die giftige stem die ineens een eetstoornis werd genoemd. Ineens was het een stem waar ik niet meer naar mocht luisteren, die schijnbaar niet te vertrouwen was. Die mij liet geloven dat ik dik en waardeloos was. Die mij liet stilstaan voor spiegels en vitrinekasten, om te zien of het opviel dat ik mijn broek omhoog hield met de oude riem van mijn stiefvader. Om te controleren of anderen mijn vuur ook konden zien. 

Dat verzet tonen kon ik niet alleen. Ik heb hierbij hulp gehad van veel therapeuten, psychologen en artsen. Mensen die mij hebben laten inzien dat ik sterker was dan de hitte die mij tegenhield. Dat ik het gevecht niet alleen hoefde te voeren maar dat ik wel degene was die de eerste stap moest zetten. Ik was de scout, alleen ik kon verstellen wat er gebeurde en hoe de schade eruit zag. Dit was ontzettend moeilijk en op momenten erg confronterend, maar het heeft me wel gebracht waar ik nu ben. Ik werd de baas over het vuur, kon het in bedwang houden. En uiteindelijk heeft het langzaam kunnen doven.

Ben jij er klaar voor om jouw vuur te blussen?

 

Gerelateerde blogposts

Reacties

Floor - Donderdag 4 juli 2019 20:00
Wat een mooie blog!
Aroha - Donderdag 4 juli 2019 22:22
Wat aangrijpend geschreven, ik ben er stil van.
ikkuh1985 - Vrijdag 5 juli 2019 00:04
Erg mooi en goed geschreven!
Pijntje - Vrijdag 5 juli 2019 01:43
Wow wat indrukwekkend geschreven.
Amiek - Vrijdag 5 juli 2019 08:40
Woow super mooi!
Little Lilith - Vrijdag 5 juli 2019 09:42
Ontzettend mooi geschreven. Ik word er stil van...
xdiedev - Vrijdag 5 juli 2019 14:39
Zo die komt binnen
Isa - Vrijdag 5 juli 2019 18:41
Bij mij is het gelukt. Mooie blog