Enkele dagen geleden stond er een uitgebreid artikel op Knack.be over zelfbeschadiging: 1 op de 5 jongeren verwondt zichzelf: de epidemie die we niet willen zien. In het artikel wordt geschreven over een onderzoek waaruit blijkt dat een vijfde van de Vlaamse jongeren zichzelf beschadigt of al eens heeft beschadigd. Volgens de krant is zelfbeschadiging uitgegroeid tot een hype op social media, een ware subcultuur. Tegelijkertijd wordt er offline weinig over gepraat. Men is bang dat erover praten zorgt voor verergering van de problematiek, terwijl erover zwijgen volgens de krant veel gevaarlijker is.
Heel stilletjes is het aantal jongeren dat zichzelf beschadigt de afgelopen jaren extreem toegenomen. Bijna iedereen kent op school wel iemand die zichzelf beschadigt. Heb je het nog nooit in het echt gezien, dan hoef je maar heel even te zoeken op social media en je vindt bergen aan foto’s van zelfbeschadiging. Foto’s die er niet om liegen: benen met evenwijdige sneden waar het bloed nog uitloopt en armen vol littekens die nooit meer zullen verdwijnen. Niet alleen op social media, maar ook op de beruchte pro-ana websites zijn er volgens Knack soms plekken te vinden vol foto’s waar zelfbeschadiging wordt verheerlijkt. Volgens klinisch psycholoog Imke Baetens maakt zelfbeschadiging soms deel uit van een groepsidentiteit en worden er zelfs armbandjes gedragen om elkaar te laten zien dat ze erbij horen.
De gemiddelde leeftijd waarop jongeren starten met zichzelf beschadigen is 14 jaar. In veel gevallen is de aanleiding hiervan het zien van of horen over zelfbeschadiging bij anderen. De foto’s of verhalen maken nieuwsgierig en zorgen ervoor dat zij dit zelf ook wel een keertje willen proberen, wellicht gaan zij zich er ook wel beter door voelen. Volgens klinisch psycholoog Baetens is zelfbeschadiging besmettelijk en social media zorgt ervoor dat het besmettelijker dan ooit is. Juist omdat het online zo eenvoudig te vinden is.
De redenen voor de zelfbeschadiging lopen volgens Baetens uiteen. Soms ligt er een trauma aan ten grondslag, een negatief zelfbeeld, depressieve gevoelens en soms is het ook voor een deel om ergens bij te kunnen horen. Vaak weten jongeren niet waarom ze zich zo slecht voelen of hebben geen duidelijke reden om zich slecht te voelen. Iedereen kan zichzelf beschadigen, maar de kans hierop lijkt bij holebi jongeren nét wat groter als gevolg van de identiteitsproblemen die rond de puberleeftijd kunnen ontstaan. Daarnaast is de kans groter op zelfbeschadiging bij jongeren met psychische problemen zoals depressiviteit of persoonlijkheidsproblematiek.
Naast trauma, niet lekker in hun vel zitten en een negatief zelfbeeld, speelt de toenemende prestatiedruk bij jongeren ook een grote rol bij het zelfbeschadigend gedrag. Jongeren die veel denken en perfectionistisch zijn, blijken zichzelf vaker te beschadigen. Ook studenten die onder hoge druk staan, zoals geneeskundestudenten, blijken zichzelf gemiddeld vaker te verwonden.
Uit het onderzoek van klinisch psycholoog Baetens blijkt dat slechts 1 op de 3 ouders weet dat hun kind zichzelf beschadigt. Dit komt omdat het vaak in het geheim en op niet makkelijk zichtbare plekken wordt gedaan. Ook worden er veel smoesjes voor eventuele littekens verzonnen. Ouders die er wel achter komen, zijn vaak heel wanhopig en denken dat het snijden een rechtstreeks verband heeft met zelfmoord. Vaak worden littekens ook ontdekt door leerkrachten. Niet altijd wordt er dan wat aan gedaan of wordt er doorverwezen naar de juiste hulpverlening.
Op sommige scholen wordt er niets aan gedaan. Hierdoor kan er volgens Baetens een ware epidemie op de school ontstaan. Hier was ze recent nog getuige van in een klas waar 12 van de 20 leerlingen zichzelf beschadigde en dit gedrag inmiddels ook in andere klassen overgenomen werd. Het is van groot belang dat een school ingrijpt, het niet zelf probeert op te lossen, maar verwijst naar de juiste hulpverlening.
Bron: Knack.be en Fotografie: Joe St. Pierre
Geef een reactie