Minimaal een half uur bewegen per dag, dat is de streefnorm tegenwoordig in onze moderne maatschappij. Op een gezonde manier sporten kan leuk zijn en helpt je fit te blijven. Op zich ben ik het met deze bewering volkomen eens, maar niet als je aan een eetstoornis lijdt. Wanneer je te maken hebt met een eetstoornis is sporten vaak niet meer gezond en beweeg je zo vaak en zo veel dat je er waarschijnlijk letterlijk bij neer valt. Helaas, spreek ik uit eigen ervaring.
Ik weet het nog goed: mijn allereerste sport was puppyzwemmen met mijn moeder toen ik ongeveer drie jaar oud was. Altijd spetteren en spatteren in het water en apetrots dat ik was toen ik mijn diploma’s hiervoor haalde. Daarna, toen ik voor het eerst naar de kleuterklas mocht, ging ik samen met een vriendin op jazzballet. Ook dit was erg leuk en ik herinnerde me nog een optreden, waarbij alle vaders, moeders, broertjes, zusjes en opa’s en oma’s mochten komen kijken. Geweldig!
Vervolgens ben ik op turnen gegaan met een aantal vriendinnen, maar dit lag mij niet zo heel erg. Ik ben niet heel stijf of zo, maar ook niet super lenig. Ik ging zoeken naar iets anders en ik kwam uit op volleybal. Dit lag mij wel enorm goed en samen met een vriend was ik altijd bloedfanatiek bij wedstrijden. Geen enkele bal mocht ik laten vallen en wat waren we altijd blij als we weer een medaille te pakken hadden. Volleybal was op dat moment echt een lust in mijn leven, maar helaas kon ik op een bepaald moment niet meer volleyballen.
Ook dit weet ik nog goed. In de zomervakantie van 2005 ging ik op vakantie en we verbleven in een sporthotel. Super leuk natuurlijk, maar ook super sportief. Na deze vakantie was ik dan ook afgevallen en dit beviel mij wel. Ik ging ervan uit dat dit door het sporten kwam en hield mezelf voor om ook genoeg te blijven sporten wanneer ik weer naar school moest. Dit deed ik ook en ging bijvoorbeeld om 08:00 uur al naar school, zodat ik eerst nog een halfuur buiten kon touwtje springen of kon tafeltennissen. Ook na school ging ik vaak een rondje skeeleren en volleybal bleef ik natuurlijk ook doen.
De kilo’s gingen er best snel af en hierdoor werd ik ook steeds zwakker. Toch zei ik tegen iedereen dat het prima ging en dat er niets aan de hand was en hup, daar ging ik weer een rondje fietsen. Uiteindelijk was ik zo diep in mijn eetstoornis beland dat ik van mijn artsen niet meer mocht sporten. Verschrikkelijk vond ik dit. Vond ik dit nu echter verschrikkelijk omdat mijn eetstoornis wilde dat ik bleef bewegen of vond ik het zelf nu echt jammer, omdat sporten mijn passie is?
Deze vraag blijf ik voor mezelf altijd lastig vinden, omdat ik weet dat ik echt een sportief type ben, maar omdat ik ook weet dat sporten voor mij zowel een vriend als vijand kan zijn. Zoals ik schreef, mocht ik op het ergste punt van mijn eetstoornis van de artsen niet meer sporten. Ik vond dit ontzettend lastig en al helemaal omdat ik door de begeleiding bijna continu in de gaten werd gehouden (ik was namelijk opgenomen). Ik voelde me echt een gevangen persoon en wanneer ik dan een half uurtje naar buiten mocht, wilde ik ook echt al mijn energie en agressie kwijt. Het voelde alsof mijn vrijheid werd afgepakt en op dat moment miste ik ook echt het sporten om mezelf lekker in mijn vel te voelen en te genieten en niet alleen om het eten te compenseren.
Gelukkig steeg mijn gewicht en mocht ik na een tijdje weer naar huis. Er waren wel wat afspraken over het bewegen, maar ik werd niet meer in de gaten gehouden. Dit voelde als vrijheid, maar om eerlijk te zijn kon ik niet helemaal goed met deze vrijheid omgaan. Voor ik het zelf wist, zat ik minstens weer drie uur per dag op de fiets en dit was niet echt omdat ik dit echt zo leuk vond. In de plaats waar ik woon, stond ik al bekend om het meisje van de fiets. Niet dat dat erg is hoor, best grappig, maar dit betekende wel dat het opviel dat ik zo veel bewoog. Mijn ouders hadden dit eigenlijk helemaal niet door en vonden het wel prima dat ik zo veel fietste. Ik at immers weer normaal en daar ging het hun volgens mij om.
Raar maar waar, had de huisarts wel iets door en is met mij gaan praten. Dit was een fijn gesprek en vervolgens ben ik naar een psychiater doorgestuurd. Ik kreeg mezelf langzaam weer op het rechte pad en hoefde niet meer van mezelf drie uur per dag te fietsen. Hier ben ik echt super blij mee, want je lichaam raakt ook op en je voelt jezelf na het sporten geeneens meer fit, maar juist moe. Het is nu trouwens niet zo dat ik totaal niet meer sport hoor, echt niet. Ik ben nog steeds een sportieve meid en als ik moet kiezen tussen een avondje bioscoop of een avondje bowlen, kies ik dus echt voor bowlen. Het gaat mij erom dat ik weer de juiste balans kan vinden tussen sporten met mate en overmatig sporten.
Ik hoop dat jij deze balans ook snel zult vinden. Hieronder staan nog een aantal tips die hieraan bij kunnen dragen:
♥ Spreek met jezelf (of met je behandelaar) af hoeveel minuten je per dag mag bewegen en houd jezelf eraan ook al is het lastig;
♥ Bedenk andere leuke dingen waar je je aandacht op kan richten, bijvoorbeeld een
spannend boek of een interessante documentaire;
♥ Kijk hoeveel uur per week je vrienden bewegen en ervaar dat drie uur per dag
sporten niet normaal is;
♥ Sport met iemand samen, zodat je af en toe ook gezellig een pauze neemt;
♥ Luister naar je lichaam! Als je moe bent, is het goed om je rust te pakken en niet meer een uur te gaan hardlopen of te fietsen.
Vanavond is er een tussen 19.00 en 21.00 uur een themachat over dit onderwerp. Je bent van harte welkom om mee te praten over dit onderwerp. Hopelijk tot dan!
Geef een reactie