Op schoolreisje met mijn eetstoornis

Op de basisschool en in het begin van de middelbare school keek ik altijd enorm uit naar schoolreisjes. Lekker even iets anders dan die saaie lessen. Iets leuks doen of op een speelse manier iets leren. Cultuur opsnuiven, een ander land bezoeken, lekker keten met je klasgenootjes. Schoolreisjes waren leuk! Tot ik een eetstoornis kreeg die roet in het eten gooide. Met je eetstoornis op schoolreisje gaan is niet bepaald een pretje.

Ik ga op schoolreisje en ik neem mee…

Het eerste schoolreisje met mijn eetstoornis weet ik nog ontzettend goed. Ik had al een tijdje anorexia, maar niemand had het echt door. Ik kreeg zelfs nog complimentjes over hoe goed ik was afgevallen, maar in werkelijkheid ging het helemaal niet goed met me. Ik was actief op pro-ana sites, stond meer dan dagelijks op de weegschaal en hield elke calorie die ik at bij. Niks anders interesseerde mij meer, behalve eten en niet eten.

Voorafgaand aan het schoolreisje had ik geen voorpret, maar was ik vooral bezig plannetjes te maken over hoe ik zo min mogelijk hoefde te eten. Ik vroeg mijn ‘vriendinnen’ op pro-ana om hulp: “Help! Ik moet een week naar Rome! Hoe kan ik dit het beste aanpakken?Het is eigenlijk heel verdrietig dat ik helemaal niet uit kon kijken naar mijn schoolreis naar Rome, wat overigens een prachtige stad is. Dat ik er zelfs tegenop zag, omdat ik uit mijn zogenaamd veilige omgeving weg werd gerukt en mijn weegschaal thuis moest laten.

Geen weegschaal?!

Het liefst had ik die weegschaal stiekem onderin m’n tas gestopt, maar ik wist wel dat dat me niet ging lukken. Dat ik me die hele week niet kon wegen vond ik dood eng. Wat nou als ik ongemerkt aan zou komen? Het eten in Italië is toch anders en in veel gevallen moest ik samen met andere mensen eten. Ik besloot dat ik het ‘zekere’ voor het onzekere moest nemen en extra weinig moest eten. Ik hoopte maar dat het niemand op zou vallen, maar de mensen leken niet zo met me bezig te zijn en ‘gelukkig’ had ik mijn smoesjes en trucjes intussen goed onder de knie voor als het nodig was. Het leek alsof ik wel goed at. Ik vond gewoon veel ‘niet lekker’. Wat een onzin, ik hou van eten en vooral van pizza en pasta, maar nee, deze week niet. Ik mocht het niet van mezelf.

In die week begon mijn idiote afvalrace echt op te vallen. Zeker voor mijn ouders die mij een week niet hadden gezien. Van dag tot dag lijken kleine verschillen niet op te vallen, maar in die week was ik hard achteruit gegaan. Later vertelden mijn ouders me dat toen bij terugkomst de bus uit zagen stappen, ze pas echt het gevoel hadden dat er iets niet klopte. “Onze lieve Irene ziet er niet meer gezond uit. Ze wordt wel heel erg dun zo.

Lopen tot je een ons weegt

Niet zo gek dat dat in zo’n rap tempo ging. Ik liep al op m’n reserves. Ik at die week nog minder en ik liep behoorlijk wat kilometers tijdens het schoolreisje. Terwijl anderen juist meer aten na zo’n lange wandeling at ik alleen maar minder en dat terwijl m’n lichaam het juist zo hard nodig had. Als je zo veel loopt is het echt oké om juist wat meer te eten. Je lichaam heeft het nodig! Blijf niet doorlopen tot je een ons weegt.

Stiekeme eetbuien

Niet alleen anorexia, maar ook boulimia heb ik met schoolreisje meegenomen in mijn rugzak. Aan de ene kant gaf de structuur en het samen eten me hoop en houvast, maar aan de andere kant voelde ik me ontzettend slecht en onrustig, omdat ik eetbuidrang had waar ik niet aan toe kon geven. Niemand mocht het weten. Op de momenten dat ik even alleen was kon mezelf ook niet meer inhouden. Het kon, dus het moest en het zou.

Zo reden we een keer midden in de nacht met de bus naar Venetië. Toen we onderweg bij een tankstation stopten kochten veel mensen uit de bus chocoladekoekjes en zakken chips. Deze kochten ze om in de bus te snacken, maar ook om eenmaal in het hostel bij zich te hebben voor als ze trek hadden in iets lekkers. Ze kochten dus iets voor een hele week en ik zag dit als een uitgelezen kans om dat ook maar te doen. Ergens wist ik natuurlijk wel dat dat mis zou gaan, maar aan de andere kant had ik ook een soort van hoop dat ik me wel kon inhouden en het ook voor een hele week kon bewaren. Dat plannetje was mooi mislukt.

Als ik even alleen was lag de eetstoornis op de loer. Het was zelfs zo dat ik die momenten alleen heel bewust opzocht. Ik had stiekem eetbuien en braakte dat net zo stiekem uit. Ik was niet te genieten en het putte me ontzettend uit. Als de rest in de avond nog gezellig een biertje ging drinken vluchtte ik snel m’n bed in. Dat voelde zo eenzaam. Op deze manier had ik maar weinig aansluiting met m’n klasgenootjes. Van Venetië heb ik niet echt kunnen genieten. Ja, misschien op sommige momenten wel een beetje, maar jeetje, wat had het zo ontzettend veel mooier en fijner kunnen zijn.

Dan maar niet gaan?

Misschien vraag je je af waarom ik überhaupt mee ging op schoolreis als ik me zo ontzettend rot voelde. Kon ik niet beter thuis blijven? Misschien wel. Ondanks dat ik mooie plekken en bijzondere dingen heb gezien kon ik er niet echt van genieten. M’n klasgenoten waren heel lief en aardig, maar ik was zo veel eetstoornis en zo weinig Irene dat het me niet zo goed lukte om aansluiting te vinden. Ik leidde een dubbel leven en dat voelde ontzettend eenzaam. Bovendien voelde ik me vies en lelijk en wilde ik liever niet zo graag gezien worden. Ik was stil en teruggetrokken en vooral veel bezig met wat ik had gegeten, wat ik nog wilde eten en wat ik moest compenseren. Het lukte me niet. Ik kwam er niet uit.

Op gegeven moment heb ik dan ook besloten om even te stoppen met school en alles daar om heen om aan m’n eetstoornis herstel te werken. Achteraf had ik gewild dat ik deze keuze eerder had gemaakt zodat ik meer van school en schoolreisjes had kunnen genieten. Zodat ik meer een klik zou hebben met mijn klasgenootjes en minder lang met die eetstoornis rond had hoeven lopen, maar het is gegaan zoals het is gegaan en dat is nu oké.

Hoe pak ik dit aan?

Wil je nou toch graag op schoolreisje gaan met je eetstoornis? Ik denk dat dat wel kan, maar ik zou je wel aanraden om de nodige maatregelen te treffen. Ik was op de momenten die ik zojuist omschreef niet in therapie, maar ben je dat wel, dan zou ik het zeker aangeven bij je behandelaar en samen een plan van aanpak maken. Ook kan het helpen om iemand uit je klas of een leraar of lerares op de hoogte te stellen van wat er met jou aan de hand is. Dan is het niet zo dat iemand de hele tijd op je moet gaan letten als je dat niet wil, maar het maakt de drempel wel weer wat lager om het aan te geven als je ergens tegenaan loopt. Je staat er niet alleen voor.

En last but not least, probeer ondanks alleen een beetje te genieten van je dagje of dagen uit. Het leven is zo veel meer dan eten en niet eten. Het zou juist ook voor een beetje afleiding en ontspanning kunnen zorgen. Voor mij zijn dit soort momenten ook echt een motivatie geweest om te willen herstellen van mijn eetstoornis, want zo wilde ik niet leven.

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

3 reacties op “Op schoolreisje met mijn eetstoornis”

  1. Heel herkenbaar dit! Vorige maand ben ik een weekje naar Parijs geweest met school, en dat was echt een drama. Maar omdat mijn lichaam het op de ena laatste dag niet meer volhield (ik werd heel ziek en moest overgeven) begonnen mijn vrienden door te hebben wat er een beetje aan de hand was. 1 van hen is gelijk naar de docenten gegaan en dat was het begin van hulp. Volgende week heb ik een gesprekje met iemand vh zorgteam, dus het was een heel dubbel schoolreisje.

  2. Jep herkenbaar. Twee uitjes gehad dat ik niks at ondanks dat de lieve mensen van het restaurant bleven zoeken naar iets wat ik misschien “wel luste”. Voelde me zo schuldig. En de andere schoolreisjes zoveel mogelijk eten meenemen waar ik snel misselijk van zou worden om paniek te voorkomen. Klasgenootjes vroegen zich op een gegeven moment af of ik hen niet aardig vond omdat ik er nooit bij kwam zitten. Maar ik zat in mijn kamer in mijn eentje zoveel mogelijk naar binnen te stouwen. En ik raak nog steeds in paniek bij uitjes waar ik niet precies weet wat er gegeten wordt. Ik ben zo bang voor dat lege gevoel.

  3. Wat voor mij destijds werkte, was dar alle docenten en klasgenofen van mijn eetstoornis wisten.
    Hierdoor werd er rekening mee gehouden. Zo hielden zij mij goed in de gaten en keken ze of ik wel wat had gegeten. Dit vroegen ze soms aan mij, maar ook aan vriendinnen. Die controle van buitenaf vond ik fijn. Ergens natuurlijk balen, omdat je niet je eigen gang kan gaan, maar dit was wel beter voor mn gezondheid. Op die manier ben ik gewoon mee kunnen gaan! Ook kon ik altijd bij iemand terecht als ik ergens mee zat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *