Drie, twee, één en GO…! Het schot had geklonken en samen met mijn vriendin startten we aan onze wedstrijd. We liepen op een perfect tempo voor mij, maar mijn vriendin kon wel sneller. Toch bleef ze aan mijn zijde. Samen uit, samen thuis. Hijgend en met mijn laatste krachten op dat moment trok ik een sprintje. Samen bereikten we de finish; een persoonlijk record! Alleen nog veel belangrijker, ik haalde deze overwinning deze keer niet alleen.
Bron: Lauren Richmond
Eetstoornis op jonge leeftijd
Mijn eetstoornis is al op zeer jonge leeftijd ontstaan. Toen ik ongeveer acht jaar was, begon ik me bezig te houden met afvallen. Een aantal jaren later werd het afvallen een obsessie en ontwikkelde ik anorexia. Een meisje van elf jaar, vol eetgestoorde gedachtes en vel over been. Dat was wie ik op dat moment was. Geen discofeestjes voor mij, geen interesses in jongens voor mij en geen puberteitsontwikkeling voor mij. Het enige dat telde, was afvallen. Het moest minder, minder en minder. Uiteindelijk werd ik in dat jaar opgenomen in een kliniek. Mijn lichaam was op, mijn gedachtes waren overgenomen door de anorexia en mijn eeuwige glimlach was verdwenen. Voor een maand werd ik opgenomen, leerde ik weer eten en steeg mijn gewicht. Na die maand mocht ik naar huis, maar helaas was er toen niemand meer die met mij mee de (wed)strijd aan ging. Zelfs niet iemand die aan de zijlijn stond om me aan te moedigen.
Ontkenning van mijn anorexia
Mijn gewicht kelderde alweer snel naar beneden. Ik kan me nog heel goed de eerste dag na mijn opname herinneren. Ik zocht in de kastjes en de koelkast naar mijn vertrouwde ontbijtje, maar mijn ouders hadden dit niet in huis gehaald. Wat nu…?!, dacht ik. Vol ongeloof stond mijn vader naast me en zei dat ik gewoon moest eten. Gewoon eten, hoe kan dat zonder mijn vertrouwde ontbijtje? Zonder ontbijt ben ik die ochtend naar school gegaan. Lekker dan, nog geen 24 uur verwijderd van de kliniek en de eerste ‘fouten’ waren alweer gemaakt. Vanaf dat moment begon de strijd opnieuw tegen mijn ouders en met mijn anorexia. Ik kreeg periodes van eetbuien en daarna periodes van streng vasten, waardoor mijn gewicht enigszins gelijk bleef, maar verreweg van gezond. Ondanks de hardnekkige anorexia haalde ik goede cijfers op school en had veel vrienden en vriendinnen. Perfect volgens het boekje en een perfecte situatie om mijn anorexia te ontkennen. Alles ging toch gewoon goed…?
Vraag om begrip
In plaats dat ik eerlijk was over mijn eetstoornis en alle trucjes die erbij kwamen, loog en bedroog ik iedereen. Ik werd een ster in smoesjes verzinnen en de weegschaal bleef me hierdoor op een vriendelijke manier behandelen. Mijn ouders hebben echt wel ingezien dat mijn eetstoornis na die opname niet over was, misschien nog wel sterker was geworden. Helaas, hebben zij nooit begrip hiervoor getoond en hebben ze in die periode zelfs nooit het woord eetstoornis of anorexia durven uit te spreken. In ons huis heerste er een taboe op psychische ziektes en daarmee werd mijn eetstoornis ook nooit een onderwerp van gesprek. Soms denk ik nog weleens: had me in die tijd toch eens aan me armen meegesleurd en dat bord onder m’n neus gezet. Of nog liever: had gevraagd waarom ik mezelf toch zo uithongerde. We leefden onze eigen leventjes. Voor de buitenwereld een perfect gezin. Vanbinnen een grote chaos. Wat was ik graag eerlijk geweest en wat had ik graag om begrip durven vragen. Meerdere keren heeft mijn pen destijds het papier gereikt om aan mijn juf hierover te schrijven, maar de angst was te groot. Ik heb er spijt van, veel spijt, maar voor jou is het hopelijk nog niet te laat.
Boze ouders
Ondanks dat mijn ouders nooit het woord eetstoornis hebben durven te benoemen, waren er soms wel de grootste ruzies over. Elke keer wanneer ik een bezoek aan de kinderarts had gebracht, werd de scène opnieuw herhaald. De scène waar ik meestal boos en bang naar boven vluchtte en waarbij mijn ouders riepen dat ik moest aankomen en ze anders weleens de waarheid gingen vertellen. Welke waarheid? De waarheid dat ik elke dag uren sport om mijn eten te verbranden? De waarheid dat ik maaltijden oversla om vervolgens weer een eetbui te krijgen? Of de waarheid dat ik kapot ga van pijn en onverwerkt verdriet? Ik wist het op die momenten oprecht niet meer en zocht altijd mijn uitvlucht in mijn schoolwerk. Uren kon ik mezelf daar op concentreren en de woorden van mijn ouders op die manier uit mijn geheugen wissen. Ik mocht niet huilen, het was immers mijn eigen schuld.Toch…?
Blijf delen met je omgeving
Jarenlang heb ik met ‘mijn geheim’ rondgelopen. Er was mij zo ingeprent dat je je voor psychische ziektes moest schamen, dat er geen haar op m’n hoofd was die er ook maar aan dacht om mijn eetstoornis met iemand te delen. Dit waren de stemmen in mijn hoofd die me dat vertelden. Dit waren de woorden van mijn ouders, maar mijn gevoel zei uiteindelijk iets anders. Een eetstoornis of een andere psychische ziekte levert veel pijn, verdriet en eenzaamheid op. Hoe kon ik dit jarenlang verborgen houden? Nu snap ik dat zelf niet eens meer. Uiteindelijk heb ik mijn eetstoornis aan mijn kinderarts ‘opgebiecht’. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Het was een lange mail en elke minuut checkte ik of ik al antwoord had ontvangen. Toen ik haar reactie had ontvangen, kon ik mijn ogen niet geloven. Ze toonde begrip, wilde me helpen en veroordeelde me niet. Ik was er stil van en het eerstvolgende bezoek aan deze kinderarts vond ik doodeng. Hoe kon ik haar onder ogen komen na dit geschreven te hebben? Uiteindelijk heeft zij me grotendeels geholpen om naar een gezond gewicht toe te werken, maar mijn eetgestoorde gedachtes waren nog niet verdwenen. Langzaam begon ik mijn gevecht wel met een paar andere mensen uit mijn omgeving te delen. En ook deze mensen toonden begrip en een luisterend oor. Waarom deze mensen wel en mijn ouders niet? Voor mij zal dit altijd een groot vraagteken blijven. Maar als je dit herkent, laat je dan vooral niet tegenhouden om het met andere personen uit je omgeving te delen. Praten lucht zoveel op!
Professionele hulp zoeken
Na al een hele lange weg alleen te hebben afgelegd en een paar zijstraten met mijn kinderarts, had ik besloten meer professionele hulp te gaan vragen. Ik wilde ook afrekenen met die gedachtes en niet alleen voor de buitenwereld gezond lijken. Het moment om professionele hulp te vragen, was alleen nog niet het juiste moment. Mijn vader maakte de psychologen en andere hulpverleners belachelijk en ik moest het toch zelf doen, gaf hij aan. Mijn moeder wilde tot in de detail weten wat ik daar allemaal wel niet had verteld. Hierdoor ben ik mijn therapie vroegtijdig gestopt. Ik voelde mij gevangen en er was geen ruimte voor mijn laatste stukje herstel.
Uiteindelijk heb ik daarna alsnog professionele hulp gezocht. Ik moest dit doen om alles een plekje te gaan geven en tot mijn grootste geluk kreeg ik ook de allerbeste psychologe die ik ooit had ontmoet. Zowel de eetstoornis als de onderliggende problematiek werd aangepakt en ik voelde de ruimte om mijn verhaal en mijn gevoelens te delen. Geen oordeel, geen schaamte, geen verwijten. De stap naar (professionele) hulp is moeilijk, heel moeilijk. Toch is dit een zeer belangrijke stap in jouw herstel. Het is krachtig om alleen tegen de eetstoornis te vechten, maar het is nog veel krachtiger om hierbij steun en advies te vragen. Misschien moet je uiteindelijk wel alleen jouw gedachtes de baas gaan worden, maar een helpende hand is nooit verkeerd.
Bron: Artem Kovalev
Mijn boodschap aan jou
Natuurlijk is mijn verhaal mijn verhaal en is jouw verhaal jouw verhaal. Misschien herken je veel dingen. Misschien herken je weinig dingen. Wat ik je vooral wil meegeven, is dat een eetstoornis of andere psychische ziekte overwinnen misschien wel de zwaarste (wed)strijd in je leven is. Uiteindelijk moet je zelf finishen, maar de mensen die aan de zijlijn staan, jou toejuichen en misschien nog wel een stuk met je mee rennen, zorgen ervoor dat je de krachten blijft behouden om die eindstreep te halen.
Never be alone!
Geef een reactie