Mag ik er zijn?

Zeven uur, de wekker gaat en het is weer een nieuwe dag. Vandaag sta ik op met een goed humeur. Ik voel mij vanbinnen rustig en behoorlijk vrolijk en heb zin om naar m’n werk te gaan. Toch is het vandaag ook een spannende dag. In de middag moet ik weer naar m’n psycholoog, waarbij wij mijn vragenlijst van wel meer dan 100 vragen gaan bespreken gericht op persoonlijkheidsstoornissen. Oei, alleen al het woord klinkt in mijn oren heftig. Enkele uren later zit ik met trillende vingers in de wachtkamer….

M’n psycholoog roept mijn naam en ik loop met haar mee naar haar kamertje. “Hoe gaat het?” Tja, wat moet ik daarop zeggen…? Ik geef aan dat ik het fijn vind dat er echt naar mij geluisterd wordt, iets wat ik in de hulpverlening niet altijd op deze manier heb mogen ervaren. Daarnaast beken ik dat ik de vragenlijst wel confronterend vond en dat we van mij mogen starten met het nalopen van de vragen. Dat doen we dan ook. Met elke vraag die ik beantwoordt, komt er een zweetdruppel bij en voel ik de angst bij mezelf toenemen. Op elke vraag geef ik een uitgebreid antwoord en ondertussen gaan mijn gedachtes te keer als een bezetenen: “Straks heb je ook nog een persoonlijkheidsstoornis” – “Ja en dan…?” – “Straks laten mensen mij vallen” -“Een persoonlijkheidsstoornis is maar een label hoor.”

Na ongeveer een uur verder zijn we door de hele vragenlijst heen. M’n psycholoog kijkt mij aan en vraagt of ik al een idee heb. “Uhhh, ja misschien wel. Cluster C misschien?” Ze glimlacht en knikt instemmend. Je hebt kenmerken van een afhankelijke- en vermijdende persoonlijkheidsstoornis (slik…) en er blijkt uit de ingevulde vragen en jouw beschrijvingen dat je gediagnosticeerd kan worden met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis (dubbele slik…). Hoewel ik nooit iemand zelf zal beoordelen, op welke diagnose dan ook, kwam het toch als een grote klap binnen. Weer een label erbij, straks kun je heel de DSM-V aan mij hangen.

Ik vraag om even een pauze, loop richting het toilet en wanneer ik recht in de spiegel kijk zie ik een jonge vrouw met rode wangetjes van spanning, maar vooral ogen vol angst en verdriet. Ik loop weer terug naar het kamertje en we besluiten dat het voor vandaag genoeg is geweest. Over een paar weken kom ik weer terug. Nog altijd dezelfde persoon, dezelfde vrouw met heel veel ambities, een zorgzaam karakter, maar nu ook met een persoonlijkheidsstoornis. Ik wandel nog even over het terrein en ga terug naar m’n werk.

De dagen erna zijn zwaar. Ik lees veel over verschillende persoonlijkheidsstoornissen, zoek programma’s erover op en deel mijn verhaal met een paar hele lieve mensen. Hoe meer ik erover te weten kom, hoe meer puzzelstukjes op z’n plaats gaan vallen. Mijn anorexia, mijn dwangstoornis, mijn angststoornis; allemaal destructieve manieren om maar met mijn controle en angst voor afwijzing om te gaan. Wanneer de eetstoornis in remissie was, kwam de angststoornis weer naar de voorgrond en als ik die weer enigszins kon wegduwen, kwamen mijn dwanghandelingen terug. Logisch, want er was geen andere houvast voor mij. Maar hoe logisch het ook allemaal is en hoe blij ik ben dat er in een korte tijd zoveel is ontdekt, voel ik mij nu leeg. Welke lange weg staat mij nog te wachten en hoe ga ik daar ooit komen…?

 

Elke avond wanneer ik nu in bed stap, gaat er ongeveer een film vanaf kleuter tot aan volwassenen door m’n hoofd. “Waar is het ‘fout’ gegaan?” -“Waarom heb ik nooit mijn verdriet bloot gegeven?” – “Waarom…?” Ik kan mij nog behoorlijk veel herinneringen voor de geest halen en hierbij komt ook telkens een groot onderwerp terug. Een onderwerp dat voor veel mensen belangrijk is in het leven, maar ook een onderwerp dat voor mij veel angst en verwarrende gevoelens met zich meebrengt, namelijk troost en liefde. De keren dat ik in mijn kindertijd heb gehuild, kan ik volgens mij op twee handen tellen. Er was geen ruimte voor verdriet, geen ruimte voor gevoelens en geen ruimte voor liefdevolle aandacht. Ik moest hard zijn, doorgaan en presteren. Elke juf of meester was op de basisschool ook zeer tevreden over mij en mijn prestaties en ik had ook veel vriendinnen en vrienden. Gelukkig maar, want anders was ik vast geen goede dochter.

Ook wilde ik het nooit laten blijken als het even wat minder ging en ook hier kan ik mij nog specifieke gebeurtenissen van herinneren. Zo had ik een keer een grote open wond op mijn scheenbeen, maar zo eigenwijs als ik was (en mezelf groot houden) deed ik mee met de gymles op school. Ik zal die jongens weleens wat laten zien met voetbal! Maar ja, zij mij ook…. BAM, met een bloedgang knalde er een bal op mijn wond. Iedereen zag het en schrok ervan. Vanbinnen kon ik het ook wel even uitschreeuwen, maar probeerde dit niet te laten blijken. Hier trapte mijn juf deze keer niet in en zei: “Laat me je nou eens troosten.Troosten, dacht ik. Dat zou mijn moeder nooit goed vinden. Ik liet het toe, maar was bang als ik dit thuis zou moeten vertellen en was bang dat de andere kinderen mij een aansteller vonden. Dat laatste was natuurlijk helemaal niet het geval, maar mijn eerste gedachte heeft zich nog jaren en jaren bezig gehouden.

Ik had niet alleen fysieke pijn van bepaalde gebeurtenissen, maar ook veel mentale pijn. Deze pijn kon ik niet verdragen en ontwikkelde dus verschillende stoornissen die ik eerder heb benoemd in mijn verhaal. Uiteraard was dit ook een grote taboe binnen mijn gezin en tot aan mijn volwassenheid heb ik mij staande weten te houden met al deze problemen, gevoelens en gedachtes. Intussen was ik een zelfstandige vrouw, kreeg vaak leuke opmerkingen hoe goed ik alles voor elkaar had en probeerde mijn verleden een plekje te geven. Totdat ik besefte dat ik dit helemaal niet kon. Het verleden bleef mij achtervolgen en bij elke nieuwe uitdaging, bij elke tegenslag en op zoveel andere momenten kwamen mijn aangeleerde patronen en gedachtes terug. Extreem bang voor afwijzing, streven naar perfectie en vooral nooit je zwakke kanten laten zien…

Uiteindelijk heb ik dus de stap naar hulp gezet en ik zal nog vaak in het kamertje zitten waarover ik in de inleiding heb geschreven. Misschien is dit wel mijn grootste angst die ik ooit aanga. Mijn verleden onder ogen zien, de pijn voelen en daarna mijn dromen hopelijk waarmaken. Ik verlang naar rust in mijn hoofd, smacht naar liefde en wil mezelf terugvinden.

Ik wil die beslissende vraag durven te beantwoorden: Mag ik er zijn?!

fotografie: pexels

Irene

Geschreven door Irene

Reacties

8 reacties op “Mag ik er zijn?”

  1. Heel herkenbaar, alsof ik mijn eigen verhaal lees. Veel succes met de behandeling!

  2. Heel mooi en herkenbaar! Dankje Merel voor deze mooie blog!

  3. Wat erg voor je wat je hebt meegemaakt goed dat je hulp hebt gezocht voor je problemen ik hoop dat het goed komt groetjes

  4. Je mag er zijn. En ik ook. Er zijn voor onszelf. Onszelf graag zien. Onszelf leren verzorgen zoals een moeder haar kind. Je verdient aandacht, in de eerste plaats van jezelf. Ik geef je de tip als aanmoediging en stimulans voor mezelf om jet zelfde te doen. Eerlijkheid met jezelf, je angst, je vermoeidheid en hulp vragen (in welke vorm en mate ook) is de eerste stap. Zo stap per stap denken eerder dan in termen van “een lange weg”. Succes aan ons twee, en aan alle anderen die zich herkennen in je moedig verhaal. Bedankt om te delen.

  5. zo herkenbaar… voor de buitenwereld je altijd staande houden, goede schoolresultaten… je verhaal lijkt erg op het mijne. Heel veel succes met je behandeling. Zo’n label erbij krijgen valt niet mee. ik heb 2 jaar geleden de diagnose ASS gekregen (ontwikkelingsstoornis) en vond dat een enorme klap en heb het nog steeds niet verwerkt.

    heel veel succes en sterkte in de komende weken/maanden en schrijf aub nog blogjes. Je schrijft leuk en wat je meemaakt, is erg herkenbaar voor mij.

  6. Heel herkenbaar. Mooi geschreven en heel veel succes met je behandeling!

  7. Heel herkenbaar, altijd maar sterk zijn en doorgaan, totdat je lijf en geest het niet meer trekken. Aan verwachtingen willen voldoen vd buitenwereld en ondertussen lijden in stilte. Ik heb nu ook veel te veel lichamelijke (al 19jaar chronische whiplashklachten) en psychische klachten (angsten, depressie). Het kan zo niet langer. Ook hulp gezocht nu bij psycholoog en volg.week psychosomatische fysiotherapie. Moedig van je en ja dan maar n label….als je jezelf maar beter gaat voelen en van het leven kan gaan genieten. Daar gaat t om en niet wat de buitenwereld er wel niet van zal vinden. Go for it!

  8. Precies mijn verhaal! Altijd maar het hoofd boven water zien te houden tot ik op mijn 56ste gediagnosticeerd ben met eetstoornis NAO. Diagnoses OCD en vermijdende persoonlijkheidsstoornis volgde kort erop. Pas nu beginnen de puzzelstukjes op zijn plaats te vallen. Maar de vraag: Mag ik er zijn, kan ik nog steeds niet beantwoorden 😔.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *