Het is echt waar dat een eetstoornis er langzaam insluipt. Ik vind het ook nu nog lastig om één moment aan te duiden waarop ik dacht: ‘Nu is het menens’. Dat komt doordat ik het voor lange tijd lastig vond om mijn problemen serieus te nemen. Ik dacht dingen als: ‘Gaat wel over’ of ‘Gewoon even normaal doen’. Niet heel helpend en het probleem werd er echt niet kleiner op. Als ik nu terugkijk zie ik heel goed hoe mijn gedrag steeds ongezonder werd en richting een eetstoornis ging, maar dat is achteraf. Ik heb ervan geleerd en ik hoop nu maar dat jij wat aan mijn ervaring hebt.
Gek genoeg wist ik pas dat ik een eetstoornis had nadat ik om hulp had gevraagd. Op de één of andere manier werd het toen ‘echt’ en kon ik er niet meer omheen. Voor die tijd noemde ik het in mijn hoofd altijd ‘mijn eetprobleem’, of ‘dat gedoe met eten’. Het woord ‘eetstoornis’ wilde ik niet in de mond nemen, want dat klonk zo serieus en eng. Ik had een eetstoornis, maar dat durfde ik eerder aan anderen toe te geven dan aan mezelf.
Ik merkte eigenlijk al vrij snel dat er iets niet lekker zat met eten. Ik had veel eetbuien en dacht de hele dag aan eten. Ik was ontevreden over mijn uiterlijk en was super kritisch op wat ik in de spiegel zag. Mijn gemoedstoestand hing af van het getal op de weegschaal en ik had last van stemmingswisselingen. Ik was vaak moe en futloos en interesseerde me steeds minder voor dingen. Dit was het moment geweest waarop ik eigenlijk aan de bel had moeten trekken. Als ik toen eerlijk had durven zijn over mijn eetstoornis, was de weg terug misschien veel minder lang geweest.
Geef een reactie