Gedachten tijdens therapie

Om tien voor tien loop ik de wachtkamer van de ggz-instelling binnen. Ik heb om tien uur een afspraak. Er zitten drie anderen in de wachtkamer. Eén van hen zit op ”mijn” plek. Niet dat mijn naam op de stoel staat, maar ik zit altijd op die plek. Enigszins verward ga ik op een stoel er tegenover zitten. Ik kijk naar de andere mensen en vraag me af waarom zij er zitten. Wat zullen ze hebben? De man is waarschijnlijk begin vijftig. Het lijkt me een depressief iemand. Een getrouwde vader met een extreme midlifecrisis. Er zit ook nog een vrouw van in de dertig. Ze heeft nette kleding aan en kijkt positief gestemd om zich heen. Tot slot zit er een meisje van mijn leeftijd. Ze is gefocust op haar telefoon en ziet er breekbaar uit. Wat zou er met haar zijn?

Om vijf over tien begin ik redelijk zenuwachtig te worden. Ik had toch vandaag een afspraak? Was het echt tien uur? Ja, het was tien uur, het loopt altijd uit. Wat moet ik eigenlijk bespreken vandaag? Ik wilde het hebben over mijn suïcidale gedachten maar ben ik nu echt suïcidaal? Hoe realistisch is het? We hebben het er bovendien wel vaker over gehad, dus ik weet niet of ik dit weer moet benoemen. Ik kijk anders wel even hoe het loopt. Ah, daar komt ze.

Als we allebei gaan zitten in een stoel, weet ik me in eerste instantie geen houding te geven. Ik probeer rechtop te zitten en doe mijn haar goed. Ik vraag me af hoe zij naar me kijkt. Ziet ze me als een jonge, maar volwassen vrouw of als een bang vogeltje? Vindt ze me lelijk of dik? Ik vind mezelf wel lelijk en dik. ”Hoe gaat het met je?” vraagt ze. ”Gaat wel” zeg ik. Wat een idioot antwoord. Dat zeg ik altijd. Ik hoop niet dat ze boos wordt. Ik wil iets zeggen maar ik weet niet wat, ondertussen blijft ze me maar vriendelijk aan kijken en is het stil, wat ongemakkelijk dit. ”Hoe is het de afgelopen week met je gegaan?” Gelukkig, een vraag.

Ik beschrijf hoe mijn week was. Ik vertel over school, mijn huisgenoten, een afspraak met een vriendin en dat ik drie keer een eetbui heb gehad. Ik noem verschillende dingen omdat ik niet goed weet wat relevant is, wat voor haar interessant is en waar ze iets over wil weten. Zou ze het stom vinden dat ik deze dingen vertel? Misschien denkt ze ”jeetje, weer dat gezeur over school en die eetbuien, dat weten we nu wel.” Ik hoop stiekem toch dat ze doorvraagt over die eetbuien en de oorzaak daarvan, want ik heb me de afgelopen week een paar keer heel slecht gevoeld en had die suïcidale gedachten, maar ik weet niet hoe ik daar zelf over moet beginnen.

”Heb je ook overgegeven?” Ik kijk naar de grond. Wat een vervelende vraag. Hier wil ik het niet over hebben. Ik knik. Ze praat verder over de schade hiervan en ik merk dat ik geïrriteerd en afgeleid raak. Ik kijk rond in de kamer. Haar bureau is een bende, zoals iedere week. Overal liggen papieren en gele post-its. Hoe kun je zo werken? Is ze eigenlijk wel bekwaam? In de hoek van de kamer zie ik haar rugtas liggen. Ik zie voor me hoe ze deze in de ochtend inpakt en naar de instelling fietst of rijdt. Ik denk dat ze met de fiets komt, aangezien ze dichtbij woont. Dat weet ik omdat ik dat al regelmatig gegooglet heb. Is dat raar? Ze woont in een mooi groot huis in een buitenwijk. Het liefst zou ik aan het einde van een werkdag met haar mee naar dat huis gaan. Dat gevoel zorgt voor een brok in mijn keel.

”Wat raakt je zo?” mijn therapeut kijkt me aan. Ze heeft een heel betoog gehouden over de gevolgen van overgeven terwijl ik dacht aan hoe het zou zijn om bij haar te wonen. Als ik dat zou zeggen zou ze me vast wegsturen of voor gek verklaren. Ik kom over als een soort stalker. Ik weet alles van haar en ondertussen zeg ik bijna niks maar zit ik wel te huilen. Ik weet uiteindelijk uit te brengen dat ik me vaak alleen voel en niet goed weet wat ik daarmee aan moet. Zou ze dat raar vinden? Ze kijkt niet per se raar, maar misschien denkt ze het wel. Ze zegt dat ze zich dat goed voor kan stellen omdat ik niet zoveel steun heb van bijvoorbeeld mijn ouders, terwijl ik dat juist goed kan gebruiken.

Misschien vindt ze me wel een aansteller. Ik heb immers gewoon vriendinnen, leuke huisgenoten en goede therapie, waarom voel ik me dan alleen? Ik snap tegelijkertijd ook dat zij niet ineens zou zeggen dat ik me niet zo moet aanstellen of dat het allemaal wel meevalt. Zij is immers de therapeut. Toch bevestig ik wat ze zegt en geef ik aan dat ik daarom ook ergens zoek naar veiligheid, onder andere in mijn eetstoornis, maar ook weleens in andere dingen. ”Wat voor andere dingen?” Nu moet je het zeggen, kom op! ”Gewoon, mensen en zo. Hier bijvoorbeeld. Dan voel ik me gewoon heel erg op mijn gemak en wil ik het liefst voor altijd blijven. Slaat nergens op maar ja.” Ok, dat waren een paar belachelijke zinnen. Hier snapte ze waarschijnlijk niks van.

”Dat begrijp ik wel” zegt ze. ”Dit is de eerste plek waar je hebt leren praten over je problemen zonder dat het werd afgestraft, toch?” Ik snap niet waarom ze altijd zo aardig blijft, maar ze heeft wel gelijk. Ik kan alleen nog maar huilen en vertel wat er nog meer in me omgaat. Ik schaam me ergens omdat ik net een kleuter van drie lijk terwijl ik al lang en breed volwassen ben. Moet ik me daar ook niet eens naar gaan gedragen? Aan de andere kant vind ik het ook wel fijn als iemand me zo steunt en ik mijn verhaal kwijt kan. Even niet volwassen zijn. Oh, wat zijn deze gesprekken toch raar, wat is mijn hoofd raar.

Terwijl we verder praten kijk ik af en toe op de klok. Ik zie dat het einde van het gesprek nadert. Wanneer zal ze gaan zeggen dat we stoppen? Na elke zin durf ik bijna geen nieuwe zin meer te beginnen omdat ik bang ben dat ze me afkapt of dat ik over de tijd heen ga. Uiteindelijk maken we af waar we mee bezig zijn en komt dat precies uit op de tijd. ”Volgende week verder?” Ik knik. Zal ik nu direct opstaan? Zij staat al op en we geven elkaar een hand. Ik pak mijn jas en tas en loop de kamer uit. In de wachtruimte doe ik mijn jas aan en vervolgens loop ik naar buiten.

Ik ben benieuwd wat ze over dit gesprek in mijn dossier gaat schrijven. ”Cliënt sprak vandaag wéér over eetbuien, cliënt moest wéér huilen.” Tegelijkertijd weet ik ergens wel dat ze dit niet doet en ook niet per se vindt. Niet omdat ze therapeut is en nu eenmaal op een bepaalde moet denken of handelen, maar ook omdat ik er wel op durf te vertrouwen dat ze oké is en het beste met me voor heeft. Ik hoop dat ik de volgende keer weer wat meer durf te vertellen.

Fotografie: Valentin Ottone

Sandra

Geschreven door Sandra

Reacties

16 reacties op “Gedachten tijdens therapie”

  1. Zo herkenbaar dit, zou zo mij kunnen zijn. Het geeft me ook geruststelling dat ik niet de enige ben hierin.
    Ik vind het ook prachtig geschreven.

  2. knap deze blog, knap van je!

  3. Echt goed geschreven, las het zo uit.

  4. zo hee, echt heel treffend! echt heel knap geschreven. Ik merkte dat ik soms even zat te grinniken. Bij een ander is het makkelijk te herkennen dat een gedachte irreëel is, terwijl ik zelf met precies dezelfde gedachten in de wachtkamer en in het gesprek ga en weer naar huis ga. Voor mij echt even inzichtmomentje op deze manier, dat als jouw gedachten misschien niet kloppend zijn, de mijne dat misschien ook niet zijn. Want ik kan me helemaal niet voorstellen dat je psycholoog je zou veroordelen en de andere dingen die je omschrijft! en tja, ook ik heb mijn psychologen gegoogled. Ik heb zelf een keer gehad dat ik er per ongeluk uitflapte , toen het ging over linkedin, ‘ja maar jij hebt volgens mij geen linked in’. Oeps, wist mijn psychologe ook gelijk dat ik naar haar gezocht had op google. Maar ach, ik weet dat ik lang niet de enige ben!

  5. “Hoe gaat het?” – “Gaat wel.”
    Ook mijn standaard antwoord hihi.

  6. Ik ben tegenwoordig voor elk woord bang dat ik zeg tijdens therapie. Belachelijk, ik weet het, maar bij veel ben ik bang dat het verkeerd geïnterpreteerd wordt, ze me een aansteller vindt, etc….

  7. Herkenbaar ja. En ook wat ze opschrijven in je dossier, ben daar altijd nieuwsgierig na. Ook Ik heb mijn therapeut gegoogled. Ik denk iedereen wel. En ook ik zoek verhalen bij de mensen in de wachtkamer. Heel herkenbaar dus. Ook dwalen mijn gedachte vaak af op het moment dat ze advies gaat geven over iets wat je eigenlijk al weet. Mijn gedachtes kunnen echt van hot na her gaan in therapie ook afhankelijk van hoe ik me voel. Fijn om te lezen dat eigenlijk bijna iedereen dit doet en heeft.

  8. Echt super herkenbaar. En na jaren van therapie en tig behandelaren gaat het vaak nog steeds zo. Je afvragen hoe raar je wel niet bent, wat ze van je denken en in het team over je bespreken, je lelijk voelen als je huilt, aan andere dingen denken tijdens het gesprek, enz enz. En toch, je doet dit voor jezelf, dus dat maakt het alles waard!

  9. Echt SUPER herkenbaar! Bedankt voor je blog!

  10. Dit is echt precies hoe het bij mij ook altijd gaat. Sterk stukje in die laatste alinea, knap dat je haar daarop durft te vertrouwen. Bedankt voor deze blog! Super fijn die herkenning

  11. Wat een prachtig geschreven blog.
    Heel puur, eerlijk en zo treffend!

  12. Zo herkenbaar!!

  13. voor mij ook herkenbaar!

  14. het lijkt alsof ik het zelf heb geschreven. zo herkenbaar. Als ik donderdag zit te wachten bij mijn therapeut, zal ik aan je blog moeten denken….dan ben ik nerveus,: waarover gaat het gesprek gaan?, wat vindt hij van mij?…. alles wat ik ook in je blog kon lezen.

    het is echt fijn om te lezen dat anderen hier ook mee kampen. Bedankt voor deze mooie blog!

  15. Wat goed geschreven dit. Je zou iets met schrijven moeten doen. 🙂 Naja, je moet niks, maar het lees echt lekker weg. Uniek ook. Haha, so far mijn schrijvers-recruitment modus! 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *