Aan de buitenkant van mij was niks te zien, behalve wat vermoeidheid en een teruggetrokken houding. Wie niet beter wist, zou zeggen dat ik wat verlegen of misschien ongeïnteresseerd was. In werkelijkheid ging het helemaal niet goed met mij. Ik had een eetstoornis die mij elke dag weer op de proef stelde. Soms ging het goed, maar veel vaker niet. Begrip opbrengen voor mezelf vond ik lastig. Als ik dit niet wil, waarom dóe ik het dan? Deze eetstoornis zat maar in m’n hoofd. Ik zou mijn lichaam toch anders moeten kunnen sturen…
Vandaag stop ik ermee, echt. Ik kijk mezelf streng aan in de spiegel. Echt, kappen nu. Ik zeg het nog net niet hardop, maar ik meende het echt. Gewoon dóen of niet doen, het is maar net hoe je het bekijkt. Mijn eetstoornis bestaat uit handelingen die ik gewoon moet laten. Hoe moeilijk kan het zijn? Niemand dwingt mij om een eetbui te hebben. Dat is mijn eigen keuze en ik wil stoppen daarvoor te kiezen. Gewoon m’n voeten niet naar de supermarkt laten lopen. Met mijn handen niet het eten betalen. Mijn mond niet laten kauwen en als ik wel moet eten, dan juist andersom. Een kwestie van je spieren bewegen. Come on, dit moet je gewoon kunnen.
Het klinkt allemaal zo logisch. Je kiest toch zelf wat je wel en niet doet? In zekere zin wel ja. Toch voelde het vaak alsof ik die keuze niet had, al zou ik dat achteraf met man en macht ontkennen: “Nee, ik ben gewoon zwak! Ik had die keuze wel en ik deed het niet!” Oké, ik had die keuze wel, dat is waar. Het is niet zo dat iemand mij dwong om naar mijn eetgestoorde gedachten te handelen, maar de eetgestoorde gedachten waren wel altijd aanwezig. Soms vielen ze mee, maar soms waren ze heel hevig en doordrenkt met een intense angst. Het vergt nogal wat kracht om tegen die intense angst in te gaan en dat is een heel ander soort kracht dan spierkracht.
Wilskracht willen tonen
Wilskracht dan? Heb ik een gebrek aan wilskracht? Herstellen is op sommige punten absoluut een kwestie van doen. Willen herstellen, tegen die angst ingaan en vertrouwen winnen in het feit dat het kan. Ik wilde heel erg graag herstellen, want wat verafschuwde ik mezelf na een eetbui, wat zou ik graag beter functioneren in sociale situaties waar gegeten werd en wat putte ik mezelf uit. Toch wilde ik ook niet herstellen, omdat ik mijn eetstoornis niet voor niks had en het ook wel veilig voelde. Dit kon best onbewust zijn, maar ik kon er in vluchten al ging dat ten koste van een hele hoop. Als je niet echt wil, zelfs als je voor de helft wil, is wilskracht tonen een hele opgave.
Willen herstellen is een belangrijke stap. Het is zowel een eerste als een laatste stap geweest en het kwam in verschillende vormen. Van ‘Ik wil geen eetbuien meer, maar wel kunnen afvallen‘ naar ‘Ik ben liever dik dan ongelukkig‘ naar ‘Ik wil mijn leven niet meer laten leiden door mijn eetgestoorde gedachten‘. De ene dag wilde ik liever dan de andere dag. Het is best normaal dat die motivatie om te herstellen met de tijd een beetje kan veranderen, toe kan nemen, af kan nemen of vervolgens toch weer toe te nemen. Ik denk dat het goed is om af en toe even stil te staan bij waarom je het eigenlijk wil.
Van de hoge duikplank springen
Waar een wil is, is een weg, maar wat voor een weg? Ik heb eetstoornisherstel voor mezelf wel eens vergeleken met het springen van de hoge duikplank. Ik durf namelijk niet te springen van de hoge duikplank. Echt waar, voor geen goud. Ik weet heel goed dat je prima van de hoge duikplank gaat springen. Dat je dan heus niet dood gaat, dat het achteraf mee valt en dat je misschien zelfs plezier zal beleven en nog een keer wilt. Toch durf ik niet. Alles in mijn lichaam schreeuwt ‘Nee!’ Waarom precies weet ik niet zo goed. Ik heb al een tijdje niet meer bovenaan de duikplank gestaan. Ik weet dat het kan, maar ik durf het gewoon niet.
Zo voelt herstellen van een eetstoornis soms ook wel, vind ik. Alleen gaat het niet over één sprong maar over elke dag of zelfs meerdere keren per dag weer voor de keuze staan om wel of niet te springen. Het zal elke keer een beetje makkelijker worden, maar eetstoornisherstel duurt lang en bij elke nieuwe uitdaging is het ook weer een nieuwe sprong. Alsof je met de meest intense hoogtevrees helemaal in je uppie met een parachute uit een vliegtuig moet springen. No way. Angst mag dan niet altijd een betrouwbare of goede raadgever zijn, overtuigend is angst vaak wel.
Een eetstoornis zit in je hoofd
Hoewel ik heus wel wist wat een eetstoornis was, leek ik een heel belangrijk punt telkens te vergeten. Namelijk dat een eetstoornis een psychische stoornis is, een ziekte. Je hersenen werken op dat moment echt anders en dat moet je niet vergeten. Het zit niet ‘maar’ in je hoofd, het zit in je hoofd. Dat maakt het niet minder echt. Gelukkig kan je wel genezen van een eetstoornis, maar dat vraagt wel meer van je dan simpel iets wel of niet doen. Herstellen van een eetstoornis gaat inderdaad over het normaliseren van je eetpatroon, maar het gaat ook over het onderzoeken van je gedachten en het verwerken van gevoelens. Het gaat over jezelf leren accepteren, je kwetsbaarheden omarmen en je krachten erkennen. Het gaat over onzekerheden en trauma’s. Het gaat over angst en verdriet, woede misschien.
Een eetstoornis kan zich uiten in bepaalde handelingen, maar uiteindelijk zit het in je hoofd. Je eetpatroon normaliseren is een belangrijk stukje eetstoornis herstel. Het geeft vertrouwen in je lijf en een gezonder gewicht helpt je om gezonder te denken, maar het gaat ook om wat er in je hoofd om gaat. Ook dat stukje heeft aandacht en zorg nodig, hoe zwaar het soms ook is om dat onder ogen te komen. Herstellen van een eetstoornis is ook zwaar, dus neem het jezelf niet kwalijk als je het moeilijk vindt. Vraag om steun van je omgeving en hulp van professionals. Het is niet iets dat je alleen hoeft te doen. Zorg goed voor jezelf.
♥
fotografie: pexels
Geef een reactie