23 Weken behandeling zijn voorbij. De boulimia in de kast geparkeerd, therapie wordt afgebouwd en ik ga weer langzaamaan aan het werk. Allemaal positieve dingen lijkt het zo. Alleen is er één groot probleem dat het trotse gevoel voor het 23 weken hard werken in de wegstaat; mijn overgewicht.
Door de gevolgen van 10 jaar lang diëten waar alles in het teken stond van het jojo-effect heeft mijn lichaam nu alle tijd nodig om te herstellen van de ellende die ik mijn lijf heb aangedaan. Van een normale poging om af te vallen, tot op het leven met 3 shakes op een dag en 1 à 2 keer in de week eetbuien met compensatie braken, laxeren en sporten. Mijn lichaam heeft het aardig te verduren gehad. Uiteindelijk heb ik het nu te doen met een lichaam dat een BMI van boven de 25 heeft volgens het laatst gemeten gewicht. Flink overgewicht dus.
De start van de nieuwe behandeling zag ik dan ook niet als herstel van mijn eetstoornis maar als een nieuwe poging om af te vallen, dit keer echter op een gezonde manier, namelijk door het eten van de basislijst. De lijst waar ik in het begin van mijn eetstoorniscarrière wel op afviel. Helaas bleek dit niet het geval. Mijn gewicht schommelde van 1,5 kg erbij tot 2,2 kilo eraf. Elke week kreeg ik te horen dat ik niet was afgevallen of aangekomen, maar dat ik stabiel bleef. Mijn lichaam moest eerste herstellen van de 10 dieetjaren voordat het op een natuurlijk, gezonde manier haar setpoint kon behalen. De weken streken voorbij en de wanhoop werd alleen maar erger.
Elke zondag was een gevecht om te blijven eten, niet overmatig te sporten of te verdwijnen in de somberheid die ontstond bij de gedachten wat mijn gewicht gedaan zou hebben. Mijn eigenwaarde hing samen met het getal van de weegschaal. Als ik was aankomen vond ik mezelf een mislukkeling eerste klas. Wat zou iedereen in de groep wel niet denken? Ik die zeg gegeten te hebben volgens de basislijst, maar toch aankom. Invulgedachten vormde de norm over hoe mensen over mij zouden denken. Maar was ik afgevallen dan was het voor die maandag feest. Een opluchting, ik had in ieder geval niet gefaald. Maar de eetstoornis zorgde er ook voor dat ik diezelfde dag weer op scherp werd gezet. Ik moest immers deze prestatie de aankomende week overtreffen. Stress, fixatie op wat ik at en dwangmatig sporten maakte dat de week in het volledige teken stond van de eetstoornis. En het resultaat viel natuurlijk altijd tegen.
Een cirkel die telkens weer bij het begin begon. De socio gaf al aan dat het wenselijk zou zijn om te stoppen met wegen. Ik vervloekte de socio toen zij dit in het begin van mijn behandeling opperde. Voor mij stond deze optie gelijk aan het accepteren van mijn lichaamsgewicht. Mijn eetstoornissmoes was dat ik nooit en te nimmer ging herstellen van mijn eetstoornis met dit lichaamsgewicht. Het uithanden geven van de weegschaal en daarmee de controle over mijn gewicht verliezen durfde ik niet aan. Tot op de maandag waarop ik was afgevallen; het deed me niks meer, mijn eetstoornis hing de slingers en de vlag niet uit, ik was er niet blij mee. Dit was mijn opslagpunt.
Mijn gezonde kant wist dat deze daling niet zou zijn ten gevolge van afvallen, maar van een natuurlijke schommeling van gewicht. Wat woog de stress van de zondag op tegen het getal op de weegschaal? Eigenlijk niks, het bezorgde me het alleen maar ellende. Wat de weegschaal ook aangaf, mijn eigenwaarde hing daar altijd vanaf. Uiteindelijk heb ik het aangedurfd om te vragen of ik minder mocht wegen. Minder wegen mocht, maar stoppen met wegen ook. De stok achter de deur was dat ze zouden zien als ik enorm zou afvallen of aankomen. De eerst volgende plangroep waarbij ik niet meer hoefde te wegen was een opluchting. Ik had een goed weekend gehad, het was me gelukt om aan de basislijst te houden, mijn stemming bleef goed en voelde me rustiger over de producten die ik gegeten had. Het was een verademing.
De weken volgden en het was tijd om te werken aan de acceptatie van mijn innerlijk en mijn uiterlijk. De opluchting van het niet meer wegen en de eetstoornis die zich even gedeisd hield, maakte dat dit de eerste weken langzaam begon te lukken. Echter hield ik in mijn achterhoofd dat ik binnenkort toch wel zou gaan afvallen, het was echter een kwestie van weken voordat ik weer een dunner lichaam had. Het was een helpende gedachten om de eetstoornis rustig te houden. Maar na een paar weken kreeg ik en de eetstoornis ook wel door dat het afvallen er niet in zat.
En daar sta je dan; de wil om te herstellen van een eetstoornis, de acceptatie van een lichaam met overgewicht, de gedachte dat ik op een natuurlijke manier gewicht ga verliezen en mijn setpoint ga bereiken als gevolg van herstel van de eetstoornis… What the hell!?!? Hoe dan? Afvallen en het hebben van een eetstoornis gaan voor mij hand in hand. Nu moet ik de eetstoornis loslaten om uiteindelijk af te gaan vallen? En dit lichaam accepteren, no way! Ik haat mijn lichaam en de eetstoornis geeft me nou net weer de discipline om weer een crashperiode in te zetten en zo snel veel kilo’s kwijt te raken. Ik was dit keer bereid om ver onder mijn minimum te gaan zitten en me dan opnieuw aan te melden voor een behandeling, zodat ik in ieder geval was afgevallen. Opname op de High Cure zou me niks uitmaken. Natuurlijk weet ik dat dit argumenten van mijn eetstoornis zijn. Echter heb ik na 23 weken intensieve behandeling een zodanige ‘wil’ ontwikkeld om te herstellen dat dit mijn eetstoornis na korte tijd zal tackelen. Weten dat je niet meer kan crashen, maar ook dit lichaam niet willen accepteren maakt een tweestrijd los. Wat nu?
Er zit niks anders dan mijn lichaam te accepteren. Misschien is accepteren ook wel te veel gevraagd. Verdragen en er goed voor zorgen zijn de eerste stappen in dit proces, maar een oh zo belangrijk begin. Het voelt alsof ik in een rouwproces zit. Rouwen om wat mijn lichaam is aangedaan, rouwen om hoe mijn lichaam nu is, maar ook rouwen om wat ik mijn lichaam heb aangedaan. Boosheid, verdriet, schaamte, allemaal emoties die opkomen en die ik normaal door de eetstoornis in de doofpot stopte. Voor mijn gevoel staat mijn leven stil nu ik mijn overgewicht ga leren verdragen. Ik ben bang om weer aan het werk te gaan, durf niet op vakantie en mijdt sociale activiteiten. Allemaal omdat ik dik ben. Bang dat mijn overgewicht mij in welke vorm dan ook in de weg zit, bang dat mensen er iets van zullen zeggen of vinden, bang gekwetst te worden met iets waar ik zo onzeker over ben. Dromen zet ik in de koelkast, want in mijn dromen zie ik een persoon met een gezond gewicht en niet iemand met overgewicht.
Ik weet dat ik mezelf enorm beperk in mijn geluk om zo te denken, maar voor nu voelt het zo. Echter sta ik op dit moment ook op een keerpunt. Het is wankel, maar ik kies ervoor om mijn lichaam te laten voor wat het is. Ik, met overgewicht, maakt mij niet minder leuk dan ik zonder overgewicht. Een socio quotte naar aanleiding van een eetstoornis-ABC: ‘X, zegt iets over het maatje, maar zeker niet over het plaatje.’ Het is tijd dat ik weer in mijn kracht ga staan, dat ik weer ga genieten van het leven en dat ik mijn dromen uit ga laten komen, zonder dat ik dit ophang aan mijn gewicht. Ik verdien ook een leuk leven, ik mag ook gelukkig zijn.
Dat ik het zwaar ga krijgen deze komende maanden is één ding wat boven kijf staat. Ups en downs zullen zich afwisselen. De eetstoornis zal regelmatig om de hoek kijken om te checken of er mogelijkheid is om mij van mijn stuk te brengen. Dit zal haar vast ook nog wel eens lukken, maar ik sta op en blijf vechten. Deze eetstoornis krijgt mij niet klein en gaat zeker mijn geluk niet in de weg zitten.
Fotografie: Stephane
Geef een reactie