De geheimen van mijn slaapkamer

 

Mijn slaapkamer. De slaapkamer in het huis van mijn ouders, waar ik ben opgegroeid. Mijn hele jeugd was het een fijne plek. Ik heb er gespeeld met vriendinnetjes, vele logeer-feestjes gehouden, gedroomd, nachtmerries gehad, geheimen bewaard en toen ik ouder werd heb ik er uren lang achter MSN gezeten... Het grootste deel van de tijd die ik daar heb doorgebracht was ik gelukkig. Het was een veilige plek. Het enige plekje op de hele wereld dat alleen van mij was. 

In de periode van mijn eetstoornis trok ik mij steeds meer terug op mijn slaapkamer. Het voelde als de enige plek waar ik echt mijzelf kon zijn. De enige plek waar ik mijn eetgestoorde gedrag en negatieve gevoelens niet hoefde te verbergen, want er was niemand anders die mij zou zien. Ik weet nog goed dat ik na mijn opname in de eetstoorniskliniek thuis kwam. Mijn kamer, de plek waar ik dolgraag weer wilde zijn, voelde kil en naar. Het was een plek geworden vol met negatieve gevoelens. De spullen die er stonden deden mij stuk voor stuk denken aan mijn eetstoornis. Het enige plekje op de wereld dat alleen van mij was, was een plek vol herinneringen aan de donkerste periode van mijn leven. 

Eten verstoppen

De lades onder mijn bed en de lades van mijn nachtkastje, waren de plekken waar ik mijn eten verstopte. Zowel het eten wat ik niet wilde eten, als het eten wat ik gebruikte voor mijn eetbuien. Vele boterhammen hebben hun rottingsproces doorgemaakt in deze lades. Op een gegeven moment moest ik het wel weggooien omdat het te vies werd en ging stinken. Ik stopte het eten dan in een zak en gooide het 's nachts stiekem weg in de vuilnisbak in de tuin. Ik was ontzettend bang dat ik gesnapt zou worden. 

Op hetzelfde moment bewaarde ik ook het eten wat ik tijdens eetbuien at in deze lades. Soms kocht ik overdag pakken koek en andere dingen die ik wilde eten. Ik bewaarde ze in de lades, tot 's avonds laat. Dat was het moment waarop ik de minste kans had om gesnapt te worden. Midden in de nacht verdwenen de verpakkingen van het eten, samen met de oude boterhammen die ik niet had willen eten, in de prullenbak.

Een van de dingen die mij deed realiseren hoe ziek ik was, was dat ik op sommige dagen het oude eten at wat ik overdag niet had willen eten. Soms dan was de drang naar een eetbui te groot en moest ik koste wat kost iets eten, maar had ik geen eten gekocht. Het enige wat ik op die momenten binnen bereik had om te eten, waren de oude boterhammen van een paar dagen daarvoor... Ik heb mij hier enorm voor geschaamd en nog steeds vind ik het lastig om te erkennen dat ik dit deed. Het laat voor mij wel zien hoe sterk een eetstoornis is en waar het je toe kan zetten.

Sporten

Avond aan avond aan avond deed ik oefeningen in mijn kamer. Ik mocht niet meer naar buiten om te sporten en ik wilde niet dat mijn moeder door zou hebben dat ik nog steeds zo veel bewoog. Ik verstopte sportmaterialen achter mijn bed. Ook dit sporten deed ik voornamelijk 's nachts, omdat ik overdag bang was dat mijn ouders binnen zouden komen. 

Hoewel mijn eetstoornis trots was op het vele sporten dat ik deed, vond ik het sporten zelf eigenlijk helemaal niet fijn. Mijn lichaam ging er pijn van doen. Vaak was ik ontzettend moe en wilde gewoon slapen. Toch was de drang te groot en lukte het mij meestal niet om naar mijn gezonde kant te luisteren. Eerst een eetbui, dan overgeven en dan sporten, tot ik erbij neerviel. De kussentjes die ik onder mijn rug legde zodat het minder pijn zou doen, waren een paar van de eerste dingen die ik weggooide toen ik terugkwam uit de kliniek. 

Wegen

Thuis hadden wij nooit een weegschaal. Ik heb er zelf pas een gekocht toen ik een eetstoornis ontwikkelde. Zonder dat iemand het door had smokkelde ik deze in mijn rugzak mee naar boven, naar mijn kamer. Meerdere malen per dag ging ik stiekem even snel naar mijn kamer om mijzelf te wegen. Zelden kwam ik daar blij van terug, want het was nooit goed genoeg.

Ik wil niet weten hoeveel geld ik heb uitgegeven aan alle weegschalen die ik heb gehad. Tijdens mijn herstel heb ik vaak besloten om mijn weegschaal weg te gooien en dit deed ik dan ook. Op de momenten dat het het dan weer wat slechter met mij ging of de drang te groot werd, kocht ik weer een nieuwe. In totaal heb ik er denk ik acht gekocht en weer weggegooid.

Voor mij is het kopen van een weegschaal ook een soort alarmsignaal geworden van dat het weer slechter met mij gaat. Toen mijn vader ziek was en overleed, had ik opeens een enorme behoefte om mijzelf te wegen. Gelukkig zit er nog een behoorlijke stap tussen het hebben van de behoefte en het daadwerkelijk kopen van een weegschaal. Toen ik mij realiseerde dat ik een weegschaal wilde kopen, heb ik dit aan mijn omgeving verteld. Hiermee heb ik de sociale controle gecreëerd die mij hielp om een terugval te voorkomen. 

Achter mijn computer

Urenlang kon ik achter mijn computer zitten. Ik hield eetdagboekjes bij of zocht op hoeveel calorieën er in bepaalde producten zaten. Ook kon ik mijzelf oneindig kwellen door naar foto's van mijzelf te kijken. Foto's van toen ik nog jong was en nog geen vrouwelijke vormen had ontwikkeld. Foto's van nu op het moment dat ik mijzelf veel te dik vond. Ik vergeleek mijzelf met anderen op foto's en die anderen waren altijd mooier, slanker en beter dan ik. 

Daarnaast zat ik veel achter mijn computer om diëten te zoeken en tips om af te vallen. De meeste diëten die er bestaan heb ik wel geprobeerd. Ik raakte verstrikt in pro-ana sites waar mijn eetstoornisgedachten alleen maar werden gevoed. Mijn computer diende als een soort Narnia-kast naar de eetstoorniswereld. 

Alleen voelen

De naarste herinnering die ik heb aan mijn slaapkamer in de periode van mijn eetstoornis, is hoe alleen ik mij er heb gevoeld. Alleen en ongelukkig. Soms zat ik minuten lang alleen maar voor mij uit te staren. Ik voelde mij te ellendig en verdrietig om in beweging te komen. Ik schreef in dagboekjes hoe ellendig ik mij voelde. Als ik deze dagboekjes nu terug lees, kan ik daar nog best verdrietig om worden. Ik dacht dat niemand mij begreep en was er ook van overtuigd dat niemand mij ooit zou begrijpen. Ik kon niet zien hoe ik ooit beter zou kunnen worden en de donkerste gedachten over wel of niet meer willen leven hebben in bed vaak door mijn hoofd gespookt. 

Ik heb niet heel veel tijd meer doorgebracht in deze slaapkamer. Na mijn opname in de kliniek verhuisde ik voor een jaar naar het buitenland en vrij snel nadat ik terug was, verhuisde ik naar Amsterdam voor mijn studie. Mijn ouders hebben toen mijn slaapkamer veranderd en dat vond ik fijn. Ik kon een nieuwe start maken, nieuwe herinneringen en gevoelens creëren in mijn nieuwe slaapkamer.

Meestal ben ik vrij sentimenteel en vind ik het lastig om spullen weg te gooien omdat ik er een bepaalde emotionele waarde aan hecht. Bang om iets weg te doen wat ik ooit weer terug zou willen maar niet meer terug kan krijgen. Krampachtig vasthouden aan wat is geweest. Het veranderen van mijn slaapkamer heeft mij geleerd dat het soms heel goed is om het verleden los te laten. De toekomst is niet altijd eng en kan juist heel veel nieuwe mooie dingen brengen. 

Foto's: Kinga Cichewicz

 

Gerelateerde blogposts

Reacties

Saar - Dinsdag 9 april 2019 23:41
Wat een intieme en kwetsbare blog. De schaamte is (helaas) heel herkenbaar....
Golden - Dinsdag 9 april 2019 23:43
Mooi geschreven en herkenbaar! Ik herinner me ook nog hoe ik iedere avond in bed zoveel oefeningen deed en het verbergen op je kamer van dingen die je ongezonde gedrag in stand houden, weggegooide broodjes die beginnen te rotten en die je stiekem weg moet gooien.. In mijn geval is mijn bed nu helaas ook de plek waar ik vaak herbelevingen van krijg. Maar toch is mijn slaapkamer zo'n veilige eigen plek, heel tegenstrijdig.
I. - Dinsdag 9 april 2019 23:56
Herkenbaar :(
I. - Dinsdag 9 april 2019 23:56
Wel mooie blog ;-)
Saskia - Woensdag 10 april 2019 19:19
Zo eerlijk geschreven en vooral dat stukje over de eetbuien is voor mij heel herkenbaar.. De chips, koek en chocolade verpakkingen bewaren voor een eetbui en vervolgens later de verpakkingen verstoppen om ze ongezien weg te kunnen gooien.