Ik ben nu 18 jaar en heb net de eindexamens achter de rug. In mijn jeugd heb ik veel meegemaakt. Mijn vader dronk veel en was toen ik ongeveer 7 jaar was vaak dronken. Hij werd dan erg agressief. Op een keer werd ik dan ook wakker door lawaai beneden en zag dat hij mijn moeder sloeg. Die nacht nog zijn we het huis uit gevlucht, naar vrienden van ons.
Omdat mijn ouders wel veel van elkaar hielden en mijn vader ook een erg leuke vader was als hij niet dronk, bleven mijn ouders nog bij elkaar. Toch hebben we nog twee keer het huis uit moeten vluchten. Mijn ouders zijn hierna gescheiden. Wel gingen mijn broertje en ik 1 keer in de week of 1 keer in de twee weken naar hem toe. ###
We bleven dan niet al te lang, hoogstens een middag en mijn moeder vertelde me later ook dat ze vooral de eerste keren niet al te ver weg ging, zodat ze ons zo op zou kunnen halen.
Gelukkig was hij bijna nooit dronken als wij daar kwamen en maakte hij ook vaak een wandeling met ons door het dorp. Toch vond ik het eigenlijk nooit fijn om daar te komen. Het rook er naar drank en rook en vaak waren er ook vrienden van hem in huis, die ook dronken en rookten. Zeker toen ik wat ouder werd, vond ik het niet fijn om daar te zijn als enige meisje in een mannenhuis. Ik ging dan ook vaak naar buiten en maakte soms lange slentertochten door het dorp of speelde met de kinderen uit de buurt. Thuis gekomen sprong ik meteen onder de douche en gooide mijn kleren in de was, omdat ik vond dat ik enorm stonk.
Op een dag besloot ik dat ik daar niet meer heen wilde, omdat ik het niet meer fijn vond om daar te zijn. Ongeveer twee weken later belde mijn vader om te zeggen dat hij van ons hield, maar omdat ik geen zin had om met hem te praten heb ik hem niet gesproken. Een paar dagen daarna kreeg ik op school ontzettende buikpijn, die gelukkig wel weer wegtrok.
Toen ik ‘s avonds thuiskwam zag ik in onze straat een politiewagen staan. Ik dacht, het is vast voor de buren, maar toen ik binnenkwam zag ik dat het voor ons was. Mijn moeder huilde en de politie stond binnen om te vertellen dat eerder die dag mijn vader was overleden aan een hartinfarct. Ik was toen bijna 12 jaar. In eerste instantie kon en wilde ik het niet geloven. Hij was nog maar 50 en het was ook vrij onverwacht. En ondanks dat hij veel dronk en ik nare dingen heb meegemaakt, hield ik wel van hem. Toen mijn ouders nog bij elkaar waren deed hij ook veel leuke dingen samen met mij. Hij nam me mee om eieren te zoeken in de velden of om met hem te gaan vissen en of bramen te plukken.
De periode daarna wilde ik nergens over praten. Het ging goed met me en dat liet ik ook anderen zien. Mijn broertje werd in die periode wel erg agressief en kreeg daar hulp voor, maar ik wilde van geen hulp weten. Het ging zijn gangetje en ik kon al mijn gevoelens kwijt in het sporten.
Het jaar daarop begon ik in het eerste jaar van het Gymnasium. Ik kon nergens echt aansluiting vinden en besteedde al mijn aandacht aan het sporten, Groepsspringen op A niveau (hoogste niveau), waarbij we met de groep ook meededen aan het NK en tot één van de betere groepen in Nederland behoorden. (Groepspringen is een onderdeel van turnen, waarbij je als onderdeel bijvoorbeeld trampoline mat, trampoline tafel, plank pegasus en trampo-pegasus turnt).
De eerste 2 jaar werd ik ook wel erg veel gepest op school, ik hoorde er niet echt bij en vond het dan ook niet echt geweldig op school. In klas 2 startte ik naast groepsspringen ook met Atletiek. Daar bleek ik erg goed in te zijn en ik won dan ook vaak prijzen voor sprint, horden, verspringen, maar het was nooit goed genoeg, ik wilde altijd beter presteren.
In klas 3 begon ik steeds meer over het verleden na te denken. Iedereen had het vaak over zijn vader en die had ik natuurlijk niet meer. Ik zocht hulp bij een psycholoog om mijn verleden te verwerken. Het was fijn om daar mijn verhaal te doen, maar bij mijn emoties kon ik niet echt komen. Alleen het schuldgevoel dat ik had tegenover mijn vader, omdat ik nooit de telefoon heb aangenomen is weggeëbd. Februari klas 4 overleed mijn pake en in die zelfde dagen pleegde een neef van een goede vriendin van mij zelfmoord. Dit resulteerde in 2 begrafenissen, vlak na elkaar. Hierna begon het erg slecht te gaan met mij.
Ik begon steeds minder te eten en sportte daarnaast nog zo’n x uur per week. x uur atletiek en x uur groepsspringen. Na 3 maanden viel het steeds meer mensen op dat ik zienderogen af was gevallen. Eerst ontkende ik het, maar toen ik tijdens een wedstrijd van Atletiek niet eens meer de 100 meter horden goed kon lopen, ik struikelde namelijk over de laatste horde van vermoeidheid, wist ik dat ik toch echt wel een probleem had. Ik werd naar de huisarts gestuurd en eventjes ging het wat beter. Ik bleef stabiel en kon gelukkig nog wel sporten al ging het wel minder goed dan voorheen wat ik verschrikkelijk vond.
Ik was namelijk altijd erg goed en nu lukte het niet meer, terwijl ik altijd maar beter wilde presteren. Een tijdje daarna ging het weer slechter. Ik viel nog meer af en ook klasgenoten waren al bij mijn mentor langs geweest, omdat ze zagen dat ik steeds dunner werd. Op school haalde ik toen nog wel ontzettend goede cijfers, maar ik begon wel steeds vermoeider te worden en ook tijdens groepsspringen begonnen steeds vaker mijn groepsgenootjes en mijn trainster te vragen of ik wel goed at.
We hebben via de huisarts eind klas 4 gekeken, waar ik terecht zou kunnen en begin klas 5 ben ik begonnen met een behandeling. Vijf dagen in de week moest ik daar heen van 8 uur ‘s ochtends tot kwart over 3. Ik bouwde weer een gezond eetpatroon op en het leek iets beter te gaan. Met Atletiek was ik al vanaf de zomervakantie gestopt, maar met groepsspringen ben ik door blijven gaan, alleen dan wel maar 2 uurtjes per week.
In oktober gingen we met de 5e klas van school voor een week naar Griekenland. Gelukkig mocht ik mee, al was het wel raar om zomaar ineens weer mijn klasgenootjes te zien, die ik die eerste maanden van het jaar dus niet had gezien.
Na 3 maanden hulp te hebben gekregen wilde ik weer naar school. Ik wilde het 5e jaar halen en het jaar daarop eindexamen doen. Ik heb toen nog een paar gesprekken met de kliniek gehad, maar omdat ze mij niet konden helpen, ze boden namenlijk geen individuele gesprekken, heb ik het vanaf toen zelf moeten redden.
De eerste tijd ging het erg goed, maar daarna viel ik terug. Ik was nog lichter dan voor mijn opname, maar ik krabbelde weer op.
Vanaf begin dit jaar, de 6e klas ging het weer redelijk goed. Ik moest nog wel veel dingen inhalen van de 3 maanden die ik gemist had, maar dat is allemaal gelukt. Ik had dan ook veel steun aan een vriendin op school, met wie ik sinds dit jaar veel optrok. Het 6e jaar was wel nogal zwaar, doordat ik nog zoveel moest doen en doordat mijn broertje sinds dit jaar niet meer naar school gaat en mij continu op de huid zit.
Nu zijn gelukkig net de eindexamens achter de rug en ik weet eigenlijk wel zeker dat ik geslaagd ben. Helaas gaat het nog altijd niet goed met eten, maar hopelijk komt het weer helemaal goed nu ik weer hulp heb gezocht.
Ik blijf vechten en ik wil beter worden en weer genieten, zodat ik volgend jaar in Brussel Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie kan gaan studeren en weer kan beginnen met mijn eigen leventje ver van huis.
Geef een reactie