Vlaams parlementslid Vera Van der Borght (Open Vld) vraagt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) de opvangproblematiek van mensen die kampen met een eetstoornis kordater aan te pakken. Op dit moment zouden mensen met een eetstoornis zo’n zeven weken moeten wachten vooraleer ze in een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) of een gespecialiseerd psychiatrisch ziekenhuis terechtkunnen. Vera Van der Borght
Vorig jaar werden bijna 400 mensen met een eetstoornis behandeld. In ongeveer 95% van de gevallen ging het om vrouwen. Bij 34,5% was anorexia de hoofddiagnose, bij 26,2% ging het om boulimie. Dat blijkt uit cijfers van minister Vandeurzen.
Zeven weken
Gevraagd naar de wachttijden, moest Vandeurzen het antwoord schuldig blijven omdat er geen centraal wachtlijstbeheer is. Maar volgens Van der Borght is die wachttijd veel te lang, zo’n zeven weken. De politica beklemtoont de noodzaak voor kortere opvangtijden: “Wanneer de omgeving van iemand met anorexia of boulimie in de gaten heeft dat er een probleem is, is de eetstoornis vaak al een hele tijd aan de gang. Het is dan ook essentieel dat op dat moment snel hulp beschikbaar is. Want soms wordt het gebrek aan opvang fataal”, zegt het parlementslid.
Lees het hele artikel op HLN.be
Geef een reactie