Ik weet het nog goed, het was juli 2012. Na een busreis van ongeveer achttien uur en vier stops waren we dan eindelijk op de plek van bestemming aangekomen: Lloret de Mar. De twee weken die daarop volgden zouden voor mij – en mijn drie vrienden – bestaan uit: eten en drinken, zonnen, winkelen en natuurlijk feesten! Toen we eenmaal aangekomen waren bij ons hotel pakten we meteen onze bikini’s en zwembroeken. Het was prachtig weer; de zon scheen en er waren amper wolken aan de lucht. Ik was helemaal klaar om te genieten, of toch niet…
Carpe Diem
Het begon toen ik me moest omkleden: de onzekerheid, het zenuwachtige gevoel en een gevoel van schaamte. Ik wist dat ik de periode ervoor nogal veel had gefeest, maar dat de effecten zo erg zichtbaar zouden zijn aan mijn lichaam, dat had ik niet verwacht. Nooit eerder had ik dit gevoel gehad; een gevoel van paniek en angst. Ik voelde me vreselijk dik die vakantie en ik durfde er bijna niet te eten, zeker niet in het openbaar zoals in restaurants. Het was voor mij dan ook hét keerpunt in mijn leven. Ik kon niet langer zo doorgaan. Mijn motto Carpe Diem verdween plotseling volledig: ik mocht niet meer genieten, want ik moest van mezelf gezond leven en mijn oude lichaam terugkrijgen. Nog voordat we thuis waren sloot ik een abonnement af bij de sportschool. De weken die daarop volgden leefde ik volledig volgens het Sonja Bakker dieet.
Gezonde levensstijl
Mijn ouders en vrienden zagen deze ‘gezonde levensstijl’ wel zitten. Ik at in hun ogen gezond en ik sportte, waardoor mijn conditie verbeterde. Langzaamaan viel ik af tot dat ik weer op mijn oude gewicht zat. Ik maakte voedingsschema’s die aansloten op mijn sportprogramma en ik hield me daar strikt aan. Wat begon als een gezonde ommekeer, sloeg helaas door. Mijn perfectionisme zorgde ervoor dat ik nooit tevreden was met mezelf. Ik sportte vier of vijf keer per week en dan niet de gebruikelijke drie kwartier, nee ik sportte minimaal anderhalf tot twee uur. Ook at ik steeds minder en ik telde werkelijk alle calorieën die ik binnenkreeg. Ik wilde geen vet meer eten en wanneer mijn moeder boter in de pan deed om de aardappeltjes in te bakken, kon ik al helemaal uit mijn vel springen. Niet zo veel!
Extreme vormen
Het extreem diëten sloop er langzaam in. Eerst haalde ik mijn kracht uit het opschrijven van de dingen waar ik nee tegen kon zeggen. Later schreef ik alleen op waar ik ja tegen zei. Ik had zelf niet door hoe erg het was, tot mijn vader uit wanhoop een afspraak voor mij maakte bij een kliniek voor eetstoornissen. Inmiddels kom ik daar al bijna drie maanden. Ik heb twee maal per week gesprekken met een gedragspsycholoog.
Zij vraagt mij hoe het met mij gaat op emotioneel en lichamelijk gebied. Ook krijg ik elke week nieuw huiswerk van haar mee; waaronder het eten van twee boterhammen op een dag of bijvoorbeeld het eten van een stuk vlees bij het avondeten. Ik word met mezelf geconfronteerd en met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik zie nu pas in dat ik een eetstoornis heb en hoe het mijn leven veranderd heeft. Ik veranderde van energiek feestbeest naar vermoeide huismus.
Perfectionisme; positief of negatief?
Mijn perfectionisme is hetgeen wat mij op dit moment weerhoud om te genezen. Ik zie zelf ook in dat ik veel dingen mis: feestjes, uitjes met vrienden, uit eten met de familie. Alle dingen die als ‘leuk’ gezien worden door anderen, daar kan en wil ik niet aan deelnemen. Het bezorgt me nog een enorm gevoel van schuld dat ik van mezelf moet compenseren met sporten, of ik er nou energie voor hebt of niet. Toch heeft mijn perfectionisme ook een positieve kant. Ik zet me 100% in om beter te worden en dat gaat gebeuren!
Ik word beter en daarom is het doel wat ik samen met mijn psycholoog heb vastgesteld het motto: ‘hier ben ik’. Over een aantal maanden ga ik weer langs bij mijn vrienden en voel ik me zeker van mezelf. Dan geniet ik niet alleen van elke dag, maar veel belangrijker nog: ik geniet en houd weer van mezelf!
Geef een reactie