Mijn depressie was mijn vriend

Ik had nooit verwacht dat het pesten zoveel indruk op mij zou kunnen hebben. Na de basisschool ging ik naar de middelbare school. En wat waren de eerste weken leuk en wat had ik veel plezier. Maar dat veranderde snel. Gepest, pesten, vreselijk. Je blijft er last van hebben, je blijft het pispaaltje. Ook al is het niet zo erg meer, elke dag komt het terug. Al zijn het niet meer woorden die gezegd worden, dan zijn het wel de dingen die op de basisschool tegen mij gezegd werden. “Je bent dik!” “Je bent lelijk!” “Je bent niks waard!” Ik ben dik, ik ben lelijk en ik ben niks waard. Elke dag dacht ik er weer aan, gepest. Het werd steeds erger. Ik vond mezelf dik, ik at alleen ontbijt en avond eten. Een vinger in mijn keel steken werkte niet, ik kon het niet, het lukte niet. De gedachte van zelfdoding werd ook steeds sterker, als ik zo dik, lelijk en niks waard ben, wat doe ik hier dan nog?

Er waren wel mensen die er vanaf wisten, waaronder klasgenoten. Zij zijn toen met de halve klas naar mijn mentor toe gestapt. Ik was toen ontzettend boos geworden op mijn klasgenoten. Ik wilde niet dat mijn mentor het te weten kwam. Hij heeft toen met mij gepraat, ik was in de war na het gesprek. De gedachtes van zelfdoding werden daarna alleen maar erger. Hij wist er niets van en dat wilde ik zo houden. Ik vond het dan ook ontzettend lastig om er thuis over te praten. Ik wilde mijn ouders niet teleurstellen. Ik had ook geen behoefte aan hulp van hun. En dat hoef ik nog steeds niet, hoe lief ze ook zijn. Ik heb bewezen dat ik het zelf kan.

Zo vaak heb ik bedacht, wat zet ik in mijn afscheidsbrief, hoe pleeg ik zelfmoord. Het moet niet te veel pijn doen. Nooit heb ik genoeg lef gehad. Ik vond zelf dat ik faalde, waarom heb ik het nooit gedaan? Maar achteraf ben ik blij dat ik gefaald heb. Ik ben blij dat ik er nog ben.

In de tweede werd het steeds erger. Ik had nog steeds dezelfde mentor die elke week wel een keer vroeg hoe het ging. En altijd zei ik: ‘het gaat wel’ of ‘het gaat goed’. Ik kwam er achter dat ik depressief was. Eigenlijk vond het wel fijn. Wanneer ik in een depressie zat, wist ik wat er ging gebeuren en hoe ik me voelde. Ik wilde geen hulp, ik wilde niet praten, alles was wel prima zo. Mijn depressie was mijn vriend.

Aan het eind van de tweede durfde ik eindelijk te vertellen aan mijn mentor wat er echt aan de hand was. Ik vertrouwde hem maar dat was eigenlijk te laat. Ik ging alweer naar het derde toe en ik kreeg een andere mentor. Ik had er echt geen zin in en ik zag er heel erg tegen op. Na de zomervakantie moest ik wel naar het derde toe. Ik had al snel een mentor gesprekje met mijn nieuwe mentor. Ik weet het nog precies. Hij vroeg aan mij of er nog dingen waren die hij moest weten. Natuurlijk zei ik met mijn stomme kop dat ik niks meer kwijt wilde. Ook al zat ik in het derde, ik had nog wel contact met mijn oude mentor. Wat ik ontzettend fijn vond. Ik durfde hem eindelijk dingen te vertellen die mij dwars zaten. Ik had zoveel spijt dat ik nooit eerder aan hem had verteld wat er aan de hand was.

Ik had in de tweede les van meneer de V en had in het derde ook nog les van hem. Dat vond ik erg fijn, toch nog iemand die ik ken en iemand die mij al kent. Ik was erg druk en gek bezig de laatste tijd. Ik voelde me eigenlijk heel erg vrolijk, terwijl ik mezelf helemaal niet zo kende. Ik was stil en rustig. Toen ik voorin de klas werd gezet door meneer de Vette, omdat ik teveel aan het kletsen was onder zijn les, was dat voor mij het punt dat het echt weer slecht ging. Ik was duidelijk niet mezelf. Ik heb hem toen een mailtje gestuurd over dat ik erg bezig was met mezelf en niet goed wist wie ik was. Hij antwoorden erg snel en positief. Als ik behoefte had mocht ik altijd met hem praten. Wat ik erg prettig, maar ook moeilijk vond. Ik wilde er wel over praten, maar hij is niet mijn mentor. En wat ging er gebeuren wanneer ik het hem vertelde?

bron

Een paar weken later kreeg ik contact met Noor, ik had op dat moment nooit gedacht dat ze ooit zoveel voor mij zou gaan betekenen. Ik heb haar mijn verhaal verteld en samen hebben we toen besloten dat ik toch echt iets moest gaan doen en dat het zo niet langer kon. Ik heb toen meneer de Vette weer een mailtje gestuurd en een week later had ik samen met hem en Noor een gesprek. Hij schrok erg van mijn verhaal. In dat gesprek heeft hij me duidelijk gemaakt dat het zo niet langer kon. Een meisje van veertien hoort niet depressief te zijn, op dat moment was ik al twee jaar depressief, maar op die leeftijd hoor je lekker te kunnen genieten van het leven, zoals elk tienermeisje. Ik besefte me dat het niet normaal was dat ik al twee jaar depressief was en nooit om hulp had gevraagd.

Ik moest beloven aan meneer de V het aan te geven wanneer het niet meer ging. Op dinsdag had ik het gesprek en in dezelfde week heb ik op vrijdag nog verteld dat het niet ging en dat ik weer dacht aan zelfmoord. Dat was voor hem een grote zorgen, hij was erg bang dat hij een telefoontje van thuis kreeg dat ik er niet meer zou zijn. Hij vroeg mij wat ik er van zou vinden als hij mevrouw van der L, een hele lieve onderwijsassistente, erbij zou betrekken. Ik vond het prima en had op dat moment niet door wat er allemaal zou gaan gebeuren.

De maandag na het weekend werd ik uit de klas gehaald, daar zat ik dan in een kamertje met meneer de V en mevrouw van der L. Wat moet ik zeggen, wat doe ik hier, ik wil dit helemaal niet. Op dat moment was het dan ook de ergste dag uit mijn leven. Uiteindelijk zei meneer de Vette dat ik thuis moest gaan delen dat ik depressief was. Ik zat er aan te denken om er voor zijn neus nog een einde aan te maken. Thuis? Vertellen? Waarom? Hij heeft toen naar huis gebeld en mevrouw van der L heeft mij naar huis gebracht. Het enige wat ik dacht was, what the hell is er gebeurd en gaat er allemaal gebeuren. Ik trilde heel erg en was nog nooit zo zenuwachtig geweest. Ik was die dagen daarna weer erg in de war. Mijn lichaam bleef maar dingen doen en ik had het gevoel dat mijn ziel er achter aan strompelde. Ik was ontzettend moe en ik kon me niet meer goed concentreren op school. Toch bleef ik goede cijfers halen, ik stond geen onvoldoendes, wat me erg verbaasde.

Daarna zijn er zoveel dingen veranderd. Meneer de V vond het verstandig als ik een afspraak bij de dokter ging maken. De dokter heeft me doorverwezen naar een maatschappelijk werker en met het eerste gesprek had ik meteen al een hekel aan haar. Ik heb daar een test gedaan over hoe depressief ik was. De uitslag was erger dan ik had verwacht. Toen ben ik doorverwezen naar iemand die gespecialiseerd is in kinderen die depressief zijn. Daar had ik al snel een gesprek met mijn moeder erbij. Ik was alweer super zenuwachtig. Met die vrouw had ik al gauw een klik en voelde het erg vertrouwd.

Daar heb ik vier maanden lang therapie gehad. Wat erg heftig was. Ook had ik wekelijks nog gesprekken met meneer de V. Hij vertelde me dat ik een berg aan het beklimmen was en dat kon niet anders dan er overheen. Ik kon geen tunnel graven en er onder door kruipen. Ik moest er overheen en dat was moeilijk en zwaar. Ik ben er ook een paar keer figuurlijk van afgevallen.

bron

In de tussentijd heb ik nog veel meer mensen ontmoet. Ik kan nu zeggen dat ik een paar echte goede vrienden heb waar ik zo erg blij mee ben. Als het even niet meer gaat, kan ik ze bellen. Ik kan op hen vertrouwen. Ook al is het ook weleens moeilijk en heb ik weleens het gevoel dat ze me niet begrijpen of niet willen begrijpen. Ik kan altijd met ze lachen en ze zullen me altijd blijven steunen. Ook was ik bezig met het schrijven van een boek en mijn eigen website op te zetten. Deze dingen hebben mij ook erg geholpen om mijn verleden te verwerken. Soms was het ook moeilijk en kwamen er weer erg veel dingen van mijn basisschooltijd terug. Dat was best heftig. Maar ik ben trots op mezelf wat ik neer gezet heb! Aan het einde van het derde was ik niet meer depressief verklaard. Ik stopte met therapie. Ik voelde me vrolijk en goed.

Maar helaas bleef dat niet zo. Ik kreeg een terugval. Ik weet het allemaal nog erg goed. Een vriendin had het door en vertelde het tegen meneer de V. Hij riep me bij hem en ik zag dat zij ook mee liep. Hij heeft die dag weer naar huis gebeld en ik was weer helemaal in de war. Twee weken later had ik zomervakantie. Na de zomervakantie startte ik in leerjaar vier. Mijn eindexamenjaar. Het ging steeds slechter met me en ook het eten ging niet meer goed. Ik ging calorieën bijhouden en ik probeerde mijn eten uit te spugen. Het duurde niet lang en ik begon mezelf ook te beschadigen. Ondertussen zat ik wel weer in therapie. Ik snapte mezelf ook niet meer. Waar was ik nou mee bezig? Afvallen? Snijden? Wat bezielde me? De therapie die ik had hielp niet meer.

Ik zou vooruit moeten gaan, maar ging alleen maar achteruit. School en vriendinnen zagen het gebeuren en zij maakten zich erg veel zorgen. Ze zagen me afvallen, steeds dunner worden, ze zagen dat ik steeds minder at, maaltijden oversloeg, ze zagen mijn wonden, mijn bleke huid, hoe moe ik was en hoe slecht ik er eigenlijk uitzag. Zelf zag ik het niet. Ze probeerde me duidelijk te maken dat ik meer hulp moest krijgen. Later vertelden ze me dat ze zo bang waren mij te verliezen. Het heeft een maand geduurd voordat ik dit zelf ook door had. Ik heb me toen door laten verwijzen naar een GGZ instelling. Daar heb ik nu gesprekken met een psycholoog.

Ik ben erachter gekomen, ondanks ik me nog regelmatig ontzettend klote voel en ik dan ook kan zeggen dat ik weer in een depressie zit, dat het leven ook ontzettend leuk kan zijn. Dat je moet kunnen genieten van alle kleine dingen die er zijn, al is het de zon die schijnt.

Elke seconde, elke minuut, elk uur, elke dag is er eentje die nooit meer terug komt. Dus zorg dat het een goede was, eentje waarvan je genoot. Op het moment ben ik aan het strijden tegen mijn eetstoornis en tegen mijn sombere gevoelens. Ik probeer steeds meer te genieten van het leven. Ik hoop dat ik op een dag kan zeggen dat ik van mezelf (en mijn lichaam zoals het is) houd. En er zullen vast nog weleens terugvallen komen en het eten zal een dingetje blijven. Maar ik hoop dat die terugvallen steeds kleiner en minder heftig zullen zijn en ik op een normale manier om kan gaan met eten. Mijn tip voor iedereen die met problemen loopt en niet weet wat hij/zij er mee moet: praat er met iemand over. Maakt niet uit met wie, maar praat er over. Jouw probleem is ook een probleem en moet opgelost worden. Het is niet erg, je hoeft je er niet voor te schamen. Je moet je er voor schamen dat je geen hulp zoekt en er maar mee blijft zitten.

Je bent het waard om hulp te krijgen!

Phoicai

Geschreven door Phoicai

Reacties

13 reacties op “Mijn depressie was mijn vriend”

  1. Mooi geschreven! Het ga je goed (:

  2. Mooi geschreven

  3. Wat mooi geschreven en zo herkenbaar, ik denk dat best wel veel meiden die hier op de site zitten met dit soort dingen kampen en ik vind het dan ook zeer goed dat er een keer iets over geschreven word.
    Hopelijk kan dit ene voorbeeld zijn voor velen hier, zo zien ze ook eens dat het niet altijd slecht hoeft af te lopen.
    Voor mij ben je in ieder geval een voorbeeld, heel erg bedankt voor deze mooie woorden!
    Xxx Stay Strong!

  4. heftig maar echt zo mooi geschreven

    respect meid bedankt voor je possitief opbeurend verhaal

    Liefs

  5. Heel mooi geschreven , Ook voor mij is het herkenbaar
    Je bent echt een voor beeld voor velen.
    Ook voor mij ben je een groot voorbeeld !

    Stay Strong

  6. Heftig maar mooi verteld, ik ben dr voor je meis, je mag me altijd appen

  7. En je kan het

  8. wow mooi geschreven en enorm herkenbaar! Veel sterkte, zet hm op ! 🙂

  9. Wat een strijd heb je gehad en nog Maar je kan het zet hem op .
    wens je veel sterkten toe

  10. Mooi geschreven zeg, een strijd maar je bent zo te lezen een echte vechter!!! Het is herkenbaar, pesten heeft mij veel pijn en verdriet gedaan. Nu ben ik dat kleine hulpeloze meisje niet meer, maar draag haar wel altijd in mijn hart en koester haar! Pesten is zo zinloos en simpel, de impact echter groot en de littekens kunnen diep zitten.
    Sterkte voor iedereen die dit heeft moeten meemaken, geloof in jezelf, wees lief voor jezelf, de pesters zullen op een dag echt wel in de spiegel kijken en wat ze zien is niet mooi! xxx

  11. sorry maar begrijp het verhaal niet; je hebt een depressie maar voelt je vrolijk? Zodat je teveel kletst en voorin de klas wordt gezet?

    Je werd op de basisschool gepest maar op de middelbare ook nog, omdat je schrijft je blijft het pispaaltje? Maar daar lees ik verder niets over?

    En uiteindelijk schrijf je dat je weer in een depressie zit maar dat het leven ook ontzettend leuk kan zijn?

    Raak erdoor in de war…

  12. Ik denk dat de schrijfster haar ‘beste buitenkant’ liet zien en zich beter voordeed dan ze zich voelde. Over het pesten, dat weet ik ook niet. En ik denk dat ze, ondanks de depressie gelukkig soms toch wat lichtpuntjes ziet, dat is fijn voor haar.

  13. Zo herkenbaar verhaal..
    Wat zal je het moeilijk hebben gehad, en wat super van je dat je Door alle donkere dagen kleine licht puntjes zag. .
    Ben blij dat je hulp heb gehad en het zal altijd knokken blijven en zwaar mar weet zeker dat je er komt je bent al.zo.ver!
    Sterkte met alles ♡

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *