De MeerGezinsDagBehandeling (MGDB) werkte als een werkelijke eyeopener voor mij. De meiden daar zien zich letterlijk zo anders dan dat ze in werkelijkheid zijn. Aan hun ogen kon ik zien dat ze er zelf ook niets van snapten. Het werd ineens voor mij invoelbaar, hoe het is om een eetstoornis te hebben.
Na de MGDB gaat het bergafwaarts met Aafke en met ons. Voor het eerst krijgen we het idee dat het in de therapie te veel om Aafke draait. We raken de grip op het gezinsleven kwijt. Met haar zusje gaat het helemaal niet goed. Zij kan het niet meer aan, ze heeft slaapstoornissen, nachtmerries, huilt veel en vlucht als het maar even kan, het huis uit. Wij zijn ontredderd en doodop. We kunnen niet meer. Wij zijn, na alles wat we gegeven hebben, de eetstoornis meer dan zat.
Aafke doet zich in de gesprekken met haar therapeuten anders voor dan ze zich thuis gedraagt. Zij leidt ze om de tuin; en zij laten zich net iets te vaak om de tuin leiden. Voor ons is de situatie thuis niet meer houdbaar. We hebben de afgelopen maanden elke minuut van de dag in haar ziekte gestoken. Wij moeten nu voor ons zelf opkomen, anders gaan wij er allemaal aan onderdoor. We hebben ons ingeleefd tot in haar tenen, we hebben meegedacht, motivatieplannen opgesteld, losgelaten, geen aandacht gegeven, wel aandacht gegeven, maar Aafke werkt op geen enkele manier mee. Wij zijn moe gestreden. Niets heeft vat op Aafke. We hebben alle wijze raad van 70 uur gezinstherapie gevolgd. En het resultaat is zo minimaal. Onze geïrriteerdheid naar Aafke is niet goed: het maakt haar nog eenzamer dan ze is al. Met de dag wordt ze depressiever. Aan deze situatie moet snel een eind komen.
Het is alsof we op stormachtig water varen en geen apparatuur aan boord hebben waarmee we de buien en de storm kunnen zien aankomen. Wij laten ons nog keer op keer verrassen door de hardnekkigheid van de stoornis, en de daarbij horende storm. We kijken even een andere kant op, en de eetstoornis krijgt weer meer terrein. Zelfs als we er met onze neus bovenop zitten, ziet de eetstoornis nog kans om terrein te winnen. Vaak juist op die momenten dat we Aafke meer vertrouwen geven. Dat maakt het ingewikkeld. Er zijn steeds meer mensen in onze omgeving die zich afvragen hoe wij het zo lang volhouden? Daarachter lijkt soms wel de vraag te schuilen: “Maken jullie wel de juiste keuzes?” Maar die vraag wordt niet uitgesproken. Ik snap dat wel. Mensen zijn vaak op zoek naar antwoorden op vragen die ze niet durven te stellen. Wij ook, want wij zijn ook maar gewone mensen. De vraag roept natuurlijk de vraag op: “Wat is het juiste?” Wie het weet, mag het zeggen.
Gelukkig zien de therapeuten ook in, dat het thuis niet meer gaat en wordt er besloten om Aafke langdurig op te nemen. We zijn zowel blij voor Aafke als voor onszelf. Al we Aafke afleveren bij de kliniek weegt ze minder dan toen ze opgenomen werd in ziekenhuis. Het ontvangst is wederom warm en vertrouwd. Het geeft rust dat we weten dat Aafke hier langdurig kan blijven. De lichamelijke klachten zijn toegenomen en geestelijk is Aafke bij tijd en wijlen moeilijk te bereiken. Aafke snapt niet waarom ze opgenomen wordt en wij haar daar achterlaten. De angst is groter dan de motivatie. Beter worden staat voor Aafke gelijk aan het weer deel moeten nemen aan de wereld die zij niet kan overzien. En dat is iets, dat ze nu totaal nog niet durft.
Volgende keer: Op vakantie
Geef een reactie