‘Mijn nicht vroeg me bang of ik soms een eetstoornis aan het ontwikkelen was. Ik schudde van nee en was trotser dan ooit’.
Je familie, je kiest ze niet uit, het is je maar gegeven. Ik heb geluk. Mijn familie is grappig, zorgzaam en hecht. Op het eerste ogenblik een doodgewone familie, voor zover er doodgewone families bestaan. Mijn familie is creatief, vrolijk en attent. Maar mijn familie is ook eetgestoord. En hoewel niemand dit wil toegeven voeden we elkaars eetgestoordheid zonder dat we het doorhebben.
Ik was 14 toen mijn moeder me vertelde over de anorexia die ze had gehad en het maakte grote indruk. In de verzorgingsles was er iemand langsgekomen die anorexia had en dit moest ik thuis vertellen. Mijn moeder schrok van het verhaal en vertelde het hare.
Sindsdien was ik geobsedeerd door anorexia, gebruikte het in ruzies tegen haar en keek stiekem op tegen haar doorzettingsvermogen en het lage gewicht wat ze had gehad. En hoewel mijn moeder op haar 22ste was ‘genezen’, lag het huis vol met bewijsstukken en herinneringen van de anorexia. In de koffer met oude foto’s keek ik gefascineerd naar een graatmagere variant van m’n moeder, in de kast stond een calorieënboekje (wat ik stiekem jatte) en de koelkast was vol met light producten. Niemand vertelde mij vaker hoe goed, lief en mooi ik was, dan mijn ouders. Maar het kwaad was al geschied.
Ondertussen waren mijn tantes voortdurend bezig met de kilo’s die er teveel zouden zijn in de familie. Viel één van de nichten gigantisch af, werd zij op handen gedragen. At je eens 2 stukjes taart op een verjaardag, werd daar minstens drie weken over geroddeld. En toen ik na mijn zoveelste ongezonde crashdieëet weer wat was aangekomen, vroeg iemand mij, al wijzen naar mijn buikje, hoeveel kilootjes er dan wel weer niet bij waren gekomen?
Ik kan me nog steeds herinneren hoe klein ik me op dat moment voelde. Daarnaast keken we allemaal met angst naar de hardloopwoede van mijn veel te dunne tante. Of waren we stiekem gewoon heel erg jaloers op de enige tante die het wel ‘lukte’ extreem dun te worden?
Nee, ik kan niet zeggen dat mijn gekke eetstoornis familie goed is geweest voor mijn eetgestoorde gedachten. En ja, er zijn momenten dat ik hun dat verwijt. Maar nog veel meer hoop ik dat we deze rotziekte ooit uit onze koppen kunnen krijgen.
Ik ben inmiddels klaar met mijn therapie en begonnen met een leven zonder eetstoornis. Als enige van de familie. En hoewel ik boos ben geweest op onze genen, ben ik niemand meer dankbaar dan mijn eigen familie. Toen ik aan het vechten was tegen mijn eetstoornis, vochten zij met en voor mij mee. Ik hoop alleen dat ze ooit de moed zullen vinden om ook voor zichzelf te vechten. Zo niet, dan hoop ik later, als ik ooit zelf moeder mag worden, mijn dochter op te laten groeien tot een zelfverzekerde, trotse vrouw. Zonder eetstoornis!
Familie. Een steun, een oorzaak of allebei?
Wat denken jullie, is een eetstoornis een ‘familie ding’?
Door: Kim
Geef een reactie