Ik was 14 jaar oud en het was bijna zomer. Ik kon mijn dikke benen niet uitstaan en vooral het vet op mijn buik. Ik vond mezelf immers veel te langzaam voor alles (ik was een fanatiek atletieker).
door Anne
De 1000m ging niet meer zoals het hoorde, ik moest mezelf met mijn zware lijf over de finish slepen en elke keer nam ik me voor om af te gaan vallen. Eenmaal begonnen hield ik het vol, voor een dag lang.
Zo is het een jaar lang gegaan en toen was ik 15. Nog steeds liep ik lange afstanden maar nu ook sprint. Ook hier voelde ik me te langzaam voor. Weer was het zomer. Wij gingen niet weg in deze vakantie, ik ging alleen een weekje op kamp naar de Ardennen.
Daar begon alles, ik smokkelde stiekem de snoepjes weg en at geen chips en dronk geen frisdrank – omdat ze daar geen light hadden. Verder at ik wel mee, maar het vette vlees liet ik staan. Langzaamaan is de angst voor vet eten erin geslopen, nog voordat ik het zelf door had. Ik bewoog veel op dat kamp, we deden veel sportieve dingen.
Toen ik thuis kwam was ik blij omdat ik een aantal kilo’s kwijt was. Ik besloot helemaal niets ongezonds meer te eten en mijn ontbijt at ik ook niet meer. Ik vroeg vriendinnen mee te gaan zwemmen of andere sportieve dingen te gaan doen. Gelukkig was mijn beste vriendin ook een beetje op de lijn aan het letten waardoor we geen chocola of snoep in de supermarkt gingen kopen.
Natuurlijk had mijn vriendin door dat ik aan het afvallen was, maar ze wist niet dat ik me er zo obsessed mee bezig hield. Ik kon aan niets anders meer denken. Sporten, drinken, bewegen, niet-eten en slapen. Dat was alles wat ik deed.
Het nieuwe schooljaar begon en voor mij was dat een hele nieuwe start, ik was namelijk van school verwisseld. Ik kwam in een nieuwe klas in de bovenbouw, dus het was erg wennen. Gelukkig maakte ik een paar goede vriendinnen.
Niemand wist daar van mijn eetprobleem en ik bleef afvallen. Ik lunchte nu ook al niet meer, en ik trainde nog meer dan dat ik vroeger deed. Als ik een dag niet kon sporten voelde ik me slecht. Ik deed alles, maar dan ook alles om beter te worden in hardlopen.
De hele winter ging voorbij en het werd weer lente. Het wedstrijdseizoen begon weer en ik moest mezelf bewijzen tegenover mezelf. Helaas ging het allemaal niet beter. Ik had geen kracht meer en kon vrijwel niets. Ik heb alles aan mijn vriendin opgebiecht, huilend in haar armen. Samen hebben we het aan mijn ouders verteld. We zijn de volgende dag nog naar de dokter gegaan.
Daar viel het gelijk op zijn plaats: Anorexia Nervosa / Anorexia Athletica. Ik moest langs bij een diëtiste en een psycholoog, en nu, drie maanden later, gaat het al wat beter met me. De gedachten zijn al minder, maar nog wel sterk aanwezig. Ik ben aangekomen, maar het eten gaat nog niet vanzelf. Nu maar hopen dat ik nooit meer zo diep terugval.
Want in zo’n diep zwart gat wil ik nooit meer zitten.
Geef een reactie