Ik zit in de spreekkamer bij de psycholoog en doe een soort meditatie oefening met haar. Ze vraagt me naar een veilige plek, eentje waar ik tot rust zou kunnen komen. Ze wil dat ik daar in gedachten naartoe ga. In eerste instantie weet ik niets. Ik voel me al tijden enorm onrustig en echt vredig of op mijn gemak heb ik me al heel lang niet meer gevoeld. Thuis denk ik alleen maar aan eten en in de buurt zijn van andere mensen voelt ingewikkeld op dit moment. Dan zit ik plotseling in de auto bij mijn moeder, op de passagiersstoel en ik weet dat dit dé plek is. Dat had ik niet verwacht. Hoe kom ik daar nou bij? Waarom niet gewoon in bed, of op de bank onder een dekentje?
Mijn moeder zit achter het stuur. Ik zit naast haar en staar wat voor me uit. We zeggen niet zo veel tegen elkaar, maar het is toch gezellig. Ik hoef niets te doen en hoef daar alleen maar te zitten, te wachten, totdat we op plaats van bestemming zijn aangekomen. Het voelt goed om in de auto te zitten en onderweg te zijn naar iets, het maakt niet eens echt uit waarheen.
Zelf heb ik nog geen rijbewijs, dus mijn moeder bestuurt de auto. Voor even ontspant de knoop in mijn maag zich. Ik kan nergens heen terwijl we rijden. Er wordt niets van me verwacht. Mijn moeder zorgt voor alles en ik heb alle tijd om op mijn gemak uit het raam te kijken. Het voelt fijn om niets te hoeven doen. Even helemaal niets en gewoon even rustig zitten. Geen gedoe of moeilijke beslissingen. Ik heb de touwtjes uit handen gegeven en mijn moeder zorgt dat we veilig van A naar B zullen komen.
Later ben ik zelf mijn rijbewijs gaan halen. Ik vond dit heel spannend om te doen. De eerste paar rijlessen bakte ik er niets van. Super onzeker zat ik achter het stuur. Ik begaf me op onbekend terrein en durfde niet te vertrouwen op mijn eigen kunnen. Gelukkig was daar wel mijn rijinstructeur, die kon ingrijpen als het nodig was. Dat gaf een veilig gevoel; er was iemand om op terug te vallen.
Met horten en stoten, vallen en opstaan heb ik mezelf door mijn rijlessen heen geslagen. Uiteindelijk heb ik na drie rijexamens en veel meer lessen dan gemiddeld dat felbegeerde rijbewijs binnengehaald. Het was niet makkelijk en meer dan eens heb ik op het punt gestaan om de handdoek in de ring te gooien. Toch ben ik blij dat ik heb doorgezet, ook al heeft het wat langer geduurd dan ‘normaal’. Het is gelukt. Ik kan nu zelf autorijden; helemaal zonder hulp. Onafhankelijk. Daar ben ik blij om. Het maakt me nu niet meer uit hoe lang ik erover heb gedaan om het te leren.
Van passagier naar bestuurder. Van een eetstoornis naar hersteld zijn. Eerst de touwtjes uit handen geven aan iemand die je optilt en meeneemt. Dan luisteren en leren en stukje bij beetje zelf doen. Met de juiste begeleiding kom je er wel. Misschien niet ineens en ook niet in een rechte lijn, maar met de fouten en tegenslagen die er zijn om van te leren. Totdat je genoeg hebt geoefend en voldoende hebt geleerd. Dan krijg je je rijbewijs en mag je helemaal alleen je weg vervolgen.
De eerste keer alleen in de auto, zonder instructeur is misschien wel één van de spannendste momenten uit je leven. Je weet dat je het kan, maar toch voelt het onwennig. Gaat alles wel goed komen? Kan ik het echt? Klinkt het misschien in je hoofd. Bij elke keer dat je in de auto stapt wordt het minder eng. Je kan het wel en je wordt steeds zekerder van jezelf.
Laatst zat mijn moeder eens bij mij in de auto. Ze zei dat ze vond dat ik goed kon rijden. Wat een lief compliment, daar was ik blij mee. Ik ben het met haar eens, ik ben ook ver gekomen. Best leuk om daar eens bij stil te staan. Autorijden vind ik inmiddels ook steeds leuker om te doen. Vrij en zelfstandig rijd ik overal heen in mijn eigen autootje.
Toch was ik nadat ik mijn rijbewijs had gehaald niet altijd even zeker van mijn zaak. Voordat mijn vriend en ik besloten om een auto te gaan kopen had ik al een tijdje niet meer gereden en toen was het wel weer even een drempel om toch achter het stuur te kruipen. Ik heb toen serieus overwogen om gewoon weer wat rijlessen te gaan nemen als ik me niet over mijn zenuwen heen kon zetten. Dat leek me veilig en verstandig. Uiteindelijk bleek dit niet nodig, maar ik vond de gedachte wel fijn dat het in ieder geval kon en mocht als ik daar behoefte aan had. Je hoeft het immers ook niet allemaal alleen te doen, een beetje hulp waar nodig is niets om je voor te schamen.
Mijn veilige plekje op de passagiersstoel heb ik verruild voor een plaatsje achter het stuur. In controle van mijn eigen leven. Geen eetstoornis meer die op me drukt. Toch vind ik het heerlijk als mijn vriend zo nu en dan eens rijdt. Dat je het zelf kan, wil niet zeggen dat je het ook altijd maar zelf moet doen. Zullen we gaan? Ik lees de kaart wel…
♥
Geef een reactie