Ik wil de ik terug
die lachte,
tanden bloot
De ik die stampen durfde
net nadat de regen viel
De ik gemaakt van sex-appeal
gemengd met kinderziel
De ik die dingen pakte
met haar tenen
het meisje gemaakt
van dominostenen,
Dat de stad ‘s nachts wakker gooide
met grote kiezelstenen
De tegenligger
spookrijder, het
andersom-geval
De ik die besloot
met de step te gaan,
en daar altijd spijt van kreeg
De ik van woedend verliefd
jaloers tegelijk,
en dacht af te stammen
Van een ver koninkrijk
De ik met harde passen,
ook op onbekende gronden
Niet vreesde voor het donker
en voor zonden,
Een ik zonder doorligwonden
Maar zij is nog bij jou
jij hebt haar gehouden
Loopt ze nog steeds
het liefste zonder kleren?
Durft ze nog te vloeken?
En is ze nog prinses?
Als je kunt
geef haar maar terug
Het meisje moet weer groeien
Ze moet stoeien knoeien en loeien
in de diepslapende straten
Overgelaten, uitgelaten
losgelaten
Geef een reactie