Terwijl Aafke in de kliniek met vallen en opstaan strijdt tegen haar eetstoornis, proberen wij ons ook te richten op het positieve dat het leven te bieden heeft. Alhoewel Aafke vaker lijkt te vallen dan op te staan, is er ook nog steeds wel hoop. Wij leven van dag tot dag, van uur tot uur, en soms van minuut tot minuut.
Een paar uurtjes per week gaat ze naar haar gewone school. Aanvankelijk lijkt dat best goed te gaan, maar dan krijgen we ineens een alarmerend bericht van haar mentor. De mentor vindt dat het helemaal niet goed gaat. Na afloop van de lessen vraagt ze steeds aan Aafke hoe het met haar gaat. Aafke kijkt dan van haar weg en zegt dat het goed gaat. Ondertussen maakt ze vrijwel geen contact met haar medeleerlingen. Aafke heeft zich op het leren gestort. Dat is iets dat ze heel goed kan. Het lijkt alsof zij zich aan het leren heeft vastklampt. Als Aafke in de klas in een groepje zit, zie je aan de buitenkant op het eerste gezicht niet veel bijzonders. Ze praat en lacht mee, maar het lijkt niet van binnenuit te komen. De mentor voelt zich machteloos.
Het is alsof Aafke met haar buitenkant en intelligentie zorgvuldig weet te maskeren dat ze geen gezonde binnenkant (ik) heeft. Aafke is haar gezonde identiteit helemaal kwijt geraakt. Dat maakt dat de ongezonde Aafke alle ruimte heeft, en geen rekening hoeft te houden met de gezonde Aafke. Er lijkt ook geen gezonde Aafke te zijn om naar terug te gaan.
Ik denk dat het probleem van Aafke niet met de eetstoornis is begonnen, maar zich met de eetstoornis voor het eerst overduidelijk naar de buitenwereld heeft gemanifesteerd. Met de eetstoornis heeft Aafke een instrument in handen, om de buitenwereld te laten zien dat ze het leven niet aan kan. Daarvoor was het haar niet gelukt, om het aan haar omgeving duidelijk te maken. Vanuit dit perspectief is het ook begrijpelijk dat ze die eetstoornis niet wil los laten. En vanuit dit perspectief is het wellicht ook begrijpelijk dat de interventies niet tot het gewenste resultaat leiden.
Aafke gaat ondertussen hollend achteruit. De situatie thuis in het weekend wordt steeds onhoudbaarder. De enige manier om het vol te houden is met behulp van vrienden en familie. Ik maak roosters wie – wanneer komt. Die uurtjes gebruiken wij om even tot onszelf te komen.
Het lukt Aafke niet om de gewichtsdoelstellingen van de kliniek te halen. Met de dag wordt Aafke gespannender. Met haar zelfgemaakte spanningspiramide, zou ze haar spanning onder controle moeten krijgen. Maar de piramide lijkt niets anders te zijn, dan een kleurige kleurplaat die braaf in het weekend meereist naar huis, om vervolgens op de kast functieloos toe te kijken hoe de spanning van Aafke toeneemt en uiteindelijk explodeert. Haar explosies gaan gepaard met hard en heftig gegil. In die explosies is Aafke volledig onbereikbaar.
Opnieuw worden er in de kliniek afspraken gemaakt, waarvan we eigenlijk met z’n allen al weten dat die niets op gaan leveren. Eén van de afspraken is dat ze niet gilt en schreeuwt op plekken waar anderen last van hebben. Dan blijft er maar één plek over om te gillen, en dat is thuis.
Volgende keer: Uitgeput
→ Dinsdag 21 januari a.s. is er een speciale bijeenkomst over eetstoornissen voor ouders en omstanders. Hier zal “vader Simon” ook bij aanwezig zijn.
Geef een reactie