Een miljoen Nederlanders slikt antidepressiva. Toch blijkt uit onderzoek dat ze lang niet altijd helpen. En de bijwerkingen zijn niet mals: je zou er dik, suf en impotent van worden. Wat is waar en niet waar? Dertien stellingen over antidepressiva getoetst.
Antidepressiva worden onderverdeeld in klassieke en moderne antidepressiva. De klassieke TCA’s (tricylische antidepressiemiddelen) beïnvloeden de heropname van diverse hersenstofjes. De nieuwe generatie SSRI’s (selectieve serotonine heropname-remmers) beïnvloeden alleen het stemmingsstofje serotonine. Prozac was de eerste van de SSRI’s, andere zijn Lexapro, Zoloft, venlafaxine en paxil. SSRI’s worden ook wel voorgeschreven bij angststoornissen. Een derde groep, de MAO-remmers, wordt alleen bij ernstige depressie voorgeschreven. Hiervoor moet u een speciaal dieet volgen.
Stelling 1 Antidepressiva zijn bijna zo gewoon geworden als een pijnstiller
Beetje waar. In 2008 werden 7,3 miljoen recepten voor antidepressiva voorgeschreven aan een kleine miljoen mensen. Dat aantal is de laatste tien jaar enorm gestegen. In 1997 bedroeg het aantal voorschriften nog een ‘luttele’ 2,9 miljoen.
Stelling 2 Antidepressiva werken niet altijd
Waar. Van een grootschalige studie in 2008 naar vier soorten antidepressiva luidt de conclusie dat antidepressiva eigenlijk alleen helpen bij mensen die ernstig depressief zijn. Psychiaters wisten dit al langer. Eerste keus bij lichte depressies, zo staat in de richtlijn voor psychiaters, is psychotherapie. Of het even aankijken. De helft van de depressies gaat namelijk binnen drie maanden vanzelf over.
Stelling 3 Goede medicatie is moeilijk, omdat depressie niet begrepen wordt
Waar. De wetenschap begrijpt nog te weinig van het depressieve brein. Er zijn allerlei theorieën over depressie. Maar geen van deze theorieën is de beste theorie. Mogelijk werken moderne antidepressiva niet, omdat deze zich richten op een verstoring in de serotoninebalans, terwijl het aantal aanwijzingen groeit dat andere stressystemen en stresshormonen als cortisol en urocortine een belangrijke rol spelen. Er bestaan nog geen antidepressiva die op het stresssysteem inwerken.
Stelling 4 Antidepressiva werken goed bij angst en paniek
Waar. De middelen die inwerken op serotonine, blijken goed te helpen bij angst-, dwang- en paniekstoornissen. Maar antidepressiva worden ook ingezet bij mannen die hun orgasme willen uitstellen en tegen onbegrepen klachten. Hoogleraar psychiatrie Rob van den Bosch noemt het in de Volkskrant een soort allround-medicatie.
Stelling 5 Van antidepressiva komt u aan en wordt u impotent
Niet per se waar. Het farmaceutisch kompas noemt gewichtstoename (maar ook afname) en seksuele bijwerkingen, zoals libidoverlies. Maar in hoeverre dat bijwerkingen zijn is niet altijd duidelijk, omdat ze ook een gevolg kunnen zijn van de depressie. Bij alle bijwerkingen gaat het bovendien om kansen: iedereen reageert anders op medicatie. Zo werken antidepressiva eetlustbevorderend – antipsychotica zijn daar zelfs om berucht – maar niet bij iedereen en niet bij iedereen in dezelfde mate. En zo krijgen sommige patiënten seksuele klachten, maar lang niet iedereen.
Stelling 6 Van antidepressiva wordt u een gevoelloze zombie
Niet waar. Gevoelloosheid is geen bijwerking van antidepressiva, maar een symptoom van een ernstige depressie. Wanneer mensen opknappen, gaan ze juist weer meer voelen. Wel constateren mensen die antidepressiva slikken vanwege een angststoornis soms een vervlakking van gevoelens, die ze vervelend vinden.
Stelling 7 Moderne antidepressiva werken beter dan de oude
Niet waar. Bij een ernstige depressie zijn oude middelen als MAO-remmers en TCA’s, en een klassieke behandeling als ECT (elektroshock) nog altijd het effectiefst.
Lees het hele artikel van dokterdokter.nl op Elsevier.nl
Geef een reactie