Ik ben twee keer klinisch opgenomen geweest op Curium in Oegstgeest. De eerste keer ongeveer acht maanden, toen ben ik een paar maanden thuis geweest, en toen volgde een opname van negen maanden. Daarna heb ik enkele maanden gesprekken gehad bij de Ursula. Momenteel zit ik bij Human Concern en volg ik een alternatieve therapie. Ik hoop dat jullie door mijn verhaal een beeld kunnen krijgen van hoe het er bij het Curium aan toe gaat qua intake, dagprogramma, eten, de groep enz.
Het Curium bestaat uit meerdere afdelingen, units; het lijkt een beetje op een klein dorpje. Als je een eetstoornis hebt, kom je op unit H. Ook met een depressie of somatoforme stoornis kom je op unit H terecht, maar de meeste jongeren op de groep hebben toch wel een eetstoornis. Behandeling via een combinatie van units – bijvoorbeeld H en B, bedoeld voor jongeren met persoonlijkheidsproblemen – is ook mogelijk.
Intake
Over de intake kan ik jullie helaas niet zoveel vertellen, want dat is bij mij niet standaard verlopen. In mijn geval hebben ze in het ziekenhuis contact opgenomen met Curium en een opname geregeld. Toen had ik nog nooit van Curium gehoord. Ik heb één intakegesprek gehad met mijn ouders en een klinisch psycholoog, een paar dagen later kon ik kennismaken met de groep en moest ik meteen blijven. Meestal is het echter zo dat je je eerst ergens aanmeldt, dan volgen er gesprekken en kom je eventueel op een wachtlijst. Vervolgens kun je een keer kennismaken met de groepsgenootjes, waarna er wordt vastgesteld wanneer je ook daadwerkelijk opgenomen wordt.
Faseprogramma
Voor jongeren met een eetstoornis werkt unit H met een faseprogramma. In fase 0 zit je de eerste week, hooguit twee weken. Je moet veel rusten, mag eigenlijk niks anders dan knutselen, puzzelen, lezen enzovoorts en als je ergens heen moet, moet je in de rolstoel. In het weekend verblijf je op de unit. Wel mag je even bezoek ontvangen. Na alle maaltijden heb je een uur rust en na tussendoortjes een half uur.
Per week moet je 0.5 tot 1 kg aankomen. Als dat lukt, krijg je uitbreidingen. Op die manier doorloop je het faseprogramma. Uitbreidingen kunnen van verschillende aard zijn en worden langzaamaan opgebouwd. Enkele voorbeelden zijn: (langer) naar huis, meer beweging, bewegen zonder begeleiding, zelf eten gaan klaarmaken, opbouwen van school of corvee. Als je een week niet genoeg aankomt, kom je in de steunweek. De eerste steunweek verandert er vrijwel niks behalve je eetlijst. Als je echter weer niet genoeg aankomt en in de tweede steunweek komt, moet je vrijheden inleveren. Een derde steunweek heeft een time-in of time-out tot gevolg.
In principe is het faseprogramma voor iedereen hetzelfde, maar ze kijken ook wel naar de persoon om wie het gaat zelf. Enerzijds wel goed dat het dus beleid ‘op maat’ is, anderzijds kan het wel voor verwarring en een gevoel van oneerlijkheid zorgen.
De groep
Op de unit is in principe plaats voor 7 jongeren die blijven slapen plus 1 in dagbehandeling. Soms zit het helemaal vol, maar soms zijn er ook kamers leeg. Je brengt, zeker in het begin, veel tijd door op de groep. Gelukkig zijn de jongeren meestal wel aardig. Naarmate je elkaar beter leert kennen, kan het af en toe best gezellig zijn. Zo heb ik met sommige jongeren die ik heb leren kennen nog steeds goed contact. Op woensdagavond is er daarnaast een groepsactiviteit, waarbij je met z’n allen iets doet als een spel spelen, film kijken of Singstar. Verder is er in de vakantie een uitje naar bijvoorbeeld de bios of de dierentuin. We hebben ook wel eens een beautymiddag gehouden, ook erg gezellig!
De sociotherapeuten
Elke dag is er een vroege dienst, een late dienst en een nachtdienst. De vroege dienst, bestaande uit twee socio’s, begint om 7.00 uur en wordt vervangen door de late dienst (ook twee socio’s) om 15.00. De nachtdienst komt 22.30/23.00 uur. Deze kan zowel van unit H als van unit G zijn, dat wisselt per week. H en G zitten namelijk aan elkaar vast. In het weekend zijn er vaak minder jongeren, dus soms ook minder socio’s. Unit H biedt ook een stageplaats aan. Een stagiair is altijd ‘extra’, dus dan zijn er drie medewerkers tegelijk. Mocht er een tekort aan socio’s zijn, dan is er de flexpool. Deze mensen zijn inzetbaar op alle units. Verder heeft iedere jongere twee mentoren. Dit zijn twee gewone socio’s met wie je meer contact hebt dan met de andere. Sommige socio’s vond ik niet zo aardig, maar er zijn er ook die ik wel heel aardig vond. Het ligt er natuurlijk ook aan hoe jij ze zelf ziet: als boeman of als hulp.
Eten
Iedereen heeft een individuele voedingslijst, dus niet iedereen hoeft hetzelfde te eten. Als je opgenomen wordt, heb je een gesprek met de diëtiste, met wie je samen je lijst opstelt. Per week wordt gekeken of je lijst aangepast moet worden. Eens in de twee weken komt de diëtiste (van het LUMC) op de unit en kan je zelf met haar overleggen. De week dat ze er niet is, hebben de socio’s contact met haar via de mail.
In het begin wordt alles voor jou klaargemaakt. Naarmate je aankomt en meer uitbreidingen krijgt, mag je zelf gaan oefenen. Eerst met tussendoortjes maken, dan brood smeren en daarna je avondeten opscheppen. In de laatste fase mag je soms ook helpen met koken.
Het avondeten wordt op maandag, dinsdag en donderdag aangeleverd vanuit het LUMC, waarna het opgewarmd wordt. Woensdag, vrijdag, zaterdag en zondag koken de socio’s. Over het LUMC-eten wordt veel geklaagd; er zitten soms hele vieze dingen tussen. Maar over het algemeen vond ik het allemaal wel meevallen.
Voor tussendoortjes krijg je een kwartier de tijd, voor hoofdmaaltijden een half uur. Voor wat er gebeurt als je het binnen die tijd niet op hebt, zijn individuele afspraken. Soms gebeurt er niks, bij anderen wordt het aangevuld met nutridrink of sondevoeding.
Dagprogramma en therapie
Iedereen heeft een individueel programma, afhankelijk van wanneer iemand naar huis gaat, naar school gaat (op het terrein en later weer je eigen school) en welke therapieën iemand heeft. Maar over het algemeen ziet een dag er ongeveer als volgt uit:
7.30 uur: opstaan
8.00 uur: ontbijt
Vanaf 9.00 begint de rest van de dag, bestaande uit school (er zit een soort schooltje op het terrein waar je onder begeleiding aan je eigen schoolwerk kan werken) therapie of gewoon op de unit zitten.
10.30 uur: tussendoortje
11.00 uur: school/therapie/unit
Van 12.00-13.00 pauze. De lunch is om 12.30 uur.
13.00-15.00: school/therapie/unit
15.30 uur: tussendoortje
17.30 uur: avondeten
19.30 uur: tussendoortje
Je bedtijd is afhankelijk van je leeftijd. Elk jaar dat je ouder bent, mag je een kwartiertje later. In het weekend en in de vakantie mag je een half uur later opstaan en naar bed.
Wegen gebeurt op donderdagochtend voor het ontbijt in je ondergoed. Op dinsdag om 16.00 uur is er doelengroep. Iedereen stelt dan voor zichzelf een zo concreet mogelijk doel op om de komende week aan te werken en het oude doel wordt besproken. Dinsdag- en donderdagavond is het bezoekavond van 20.00 tot 21.00 uur.
In de praktijk blijkt dat de bovenstaande tijden vaak niet kloppen. Men is op Curium niet zo van de tijd (behalve met eten). Als je bijvoorbeeld om 11 uur een afspraak had, ging je een minuut van tevoren weg, want alles is toch dichtbij en/of begint te laat. Dit vond ik in het begin erg irritant, maar dat wende wel. Eenmaal thuis moest ik er toen alleen weer aan wennen dat het in de ‘echte’ wereld toch wel handig is om op tijd te komen….
Therapieën zijn voor het grootste deel individueel. Soms kan het wel in een kleine groep zijn. De volgende therapieën worden er aangeboden:
PMT: in de gymzaal die De Sprong heet. Gericht op bewegen, lichaamsbeleving en lichaamservaring.
Beeldende therapie:vindt plaats in De Schuur.
Cognitieve therapie: in het hoofdgebouw
Muziektherapie:in De Schuur
Educatieve therapie (ET), school- en beroepstoeleiding: onder begeleiding van een docent maak je je huiswerk. Je werkt dus gewoon op je eigen niveau. Er is contact met je eigen school. Daarnaast is er de mogelijkheid om je te oriënteren op een beroepsrichting. Intern vakonderwijs heeft drie beroepsrichtingen: koken/catering, administratie/kantoorpraktijk en detailhandel/winkelpraktijk.
Activiteitenbegeleiding (AB): om 14.15 uur kun je drie kwartier knutselen in De Schuur. Dit is voor de hele groep. Ze hebben er echt van alles en nog wat. Zelfs als je totaal niet van creativiteit houdt, hoef je je absoluut niet te vervelen. Daarnaast worden er regelmatig cursussen gegeven, bijvoorbeeld djembé, gitaarles, schilderen…Officieel valt het onder therapie, maar iedereen zag het eigenlijk gewoon als iets heel leuks. Ik ben erachter gekomen dat ik veel creatiever ben dan ik dacht. En door nieuwe dingen uit te proberen en iets te maken dat je leuk vindt, kun je toch ook wel een beetje trots zijn op jezelf. Zo dacht ik dat ik nooit gitaar zou kunnen spelen, maar uiteindelijk heb ik twee keer opgetreden op de Bandjesavond.
Overige voor- en nadelen
Het straf- en beloningssysteem kan zowel voor- als nadelen hebben. Bij mij heeft het niet zo goed uitgepakt. Om straf te voorkomen of om toch maar een beloning te krijgen, ben ik juist dingen stiekem gaan doen. Ik heb op de unit dingen ‘uitgevonden’ die ik daarvoor helemaal niet deed. Ik ben er wat dat betreft dus alleen maar zieker van geworden. Niet zo gek dus dat ik na een paar maanden thuis alweer opnieuw opgenomen moest worden. En ik ben niet de enige die een heropname heeft gehad; ik heb meerdere meiden weer terug zien komen.
Wel positief vond ik de therapie. Natuurlijk baalde ik er wel eens van, maar het heeft mij wel geholpen om meer inzicht te krijgen in mijn emoties, en deze ook te leren uiten.
Verder werkt het Curium samen met kinderartsen en diëtisten van het LUMC (multidisciplinair team). Als je een sonde hebt, hoef je niet per definitie in het ziekenhuis te liggen. De socio’s weten heel veel af van sondes, bloedwaarde prikken enz. Dat vind ik wel positief, want op deze manier kun je meer in de ‘gewone’ wereld blijven, wat volgens mij beter motiveert dan een ziekenhuisbed. Een nadeel van dit multidisciplinaire team vind ik de communicatie, of het gebrek daaraan. Regelmatig kwam er informatie niet goed door of werden er dingen toegezegd om ze vervolgens weer ongedaan te maken.
Al met al denk ik dat het succes van de opname sterk afhankelijk is van je eigen motivatie. Ik heb enkele meiden gezien die heel gemotiveerd waren. Zij hebben veel aan de unit gehad en kunnen nu weer redelijk voor zichzelf zorgen. Voor velen, en dat was bij mij destijds ook het geval, is het echter nog te moeilijk om van de eetstoornis af te willen. Er heerst daarom soms wel een beetje een sfeer van ‘wij’ (jongeren) tegen ‘zij’ (socio’s). Dat is jammer, want als je er voor open staat, kun je op het Curium goede hulp krijgen.
Geef een reactie