Ik houd ervan om gezellig met vrienden af te spreken om een theetje te drinken en een spelletje te doen. Ik ben ook eigenlijk altijd wel in voor een praatje of een avondje netflixen. Ik ben nieuwsgierig en af en toe een tikkeltje leergierig. Die nieuwsgierigheid en leergierigheid ben ik een tijd kwijt geweest. Ik leefde toen van dag tot dag. Ik was bezig met wel en niet eten. In periodes lukte het me om me aan een eetlijst te houden. In die periodes leefde ik van het ene moment dat ik mezelf pijn deed tot het andere moment. Over die periode waarin ik mezelf pijn deed vertel ik in dit verhaal meer…
Op school had ik het gevoel dat ik er niet bij hoorde. Ik ging wel met mensen om, maar ik had niet het gevoel dat ik mezelf kon zijn. Ik was bang om gepest en buitengesloten te worden. Ik vond mezelf niet leuk, dus waarom zou iemand anders mij leuk vinden? Ik had niet de hoge cijfers die ik graag zou willen. Ik had niet de verbinding met mensen waar ik zo naar verlangde. Ik was voor mijn gevoel een slechte dochter, terwijl ik zo mijn best deed om een goede dochter te zijn.
Het gevoel van mislukt zijn en te falen verdween toen ik mezelf per ongeluk open haalde. Even was dit gevoel weg. Ik vergelijk het soms met stress op je werk en dan je knie tegen de tafel aanstoten. Ook dan voel je de stress even niet meer, ben je met je gedachten bij de pijnlijke knie. Na het ‘rustmomentje’, kwam echter alles weer terug. Daarbij kwamen ook nog schaamte en schuldgevoelens kijken. Ik voelde me nog slechter, wat ervoor zorgde dat ik het liefst mezelf weer pijn deed.
Gaandeweg ging ik mezelf ook meer pijn doen. De drang die ik kon voelen om mezelf pijn te doen was enorm groot. Ik zag overal opties om aan die drang toe te geven. Wat ik me toen nog niet besefte is dat het er voor zorgde dat ik steeds minder goed met mijn emoties overweg kon. Ik wist al niet wat ik met mijn emoties moest doen, maar het werd er niet beter op. Wat ik wel wist is dat ik me alleen en ongelukkig voelde. Waarom ik mezelf pijn deed was op een gegeven moment een raadsel. Ik voelde drang en gaf er aan toe.
Toen ik in therapie zat en voldoende moed verzameld had om het te benoemen, werden er vragen aan me gesteld. Vragen als: Wat voelde je op het moment dat je jezelf pijn ging doen? Wat gebeurde er? Wat was de situatie? Wat had ik eigenlijk nodig? Naast de vragen ontving ik ook steun en warmte. Warmte waar ik in het begin niet van wist wat ik ermee moest, maar wat ergens ook fijn aanvoelde. Gaandeweg leerde ik steeds meer te herkennen en erkennen wat ik voelde.
Ik leerde hoe ik de drang van het mezelf pijn doen kon uitstellen. Ik leerde mezelf af te vragen wat er aan de hand was en wat ik nodig had. Vaak was ik op die momenten boos op mezelf. Ik had weer gefaald. Ik heb het weer niet goed gedaan. Dit was in mijn hoofd meteen verbonden met afwijzing en er zelf niet mogen zijn. Dit besef heeft me geholpen om te stoppen met mezelf pijn doen.
Met therapie en veel steun van lieve mensen gaat het nu weer een stuk beter. Ik heb het niet meer nodig om mezelf pijn te doen. Mijn relatie met eten is ook weer een stuk gezonder. Inmiddels gaat het zo goed dat ik me inzet voor stichting Zebravoorlichting, om in gesprek te gaan met zowel lotgenoten die zichzelf pijn doen of deden, als met hun omgeving (ouders, vrienden etc.). Daarnaast geef ik nu ook voorlichting aan (toekomstige) hulpverleners hoe om te gaan met zelfbeschadiging.
In de afgelopen jaren heb ik lieve mensen leren kennen die zichzelf pijn deden of nog steeds doen. Tegen ieder die hier mee worstelt, wil ik zeggen: Je staat er niet alleen voor en het kan beter worden. Echt! ☺
Photo by Aricka Lewis on Unsplash
Geef een reactie