Ik weet niet precies wanneer mijn eetstoornis begon. Al zolang ik me kan herinneren heb ik nooit veel gegeten en had ik af en toe een eetbui waarin ik een paar koekjes at, of chocola. In de kleuterklas van de basisschool zei een meisje tegen mij dat ik een groot hoofd had. Ik schudde het van me af, omdat ik genoeg vriendjes en vriendinnetjes had en het best leuk had.
In groep 4 maakte hetzelfde meisje weer een opmerking over mijn uiterlijk. Ik was altijd al verlegen en door die opmerking werd het nog erger. Ik durfde minder te zeggen, ik was bang dat ze me dom zouden vinden. Een aantal keer werd er tegen me gezegd dat ze me echt dun vonden en ik voelde me erna zo fijn. Ik was blij dat ik ergens goed in was.
Maar er was een ander meisje in m’n klas die dunner was. En dat wilde ik niet, ik wilde de dunste zijn. Met m’n eten ging het nog steeds rommelig, ik herinner me dat ik buikpijn had van de honger door het overslaan van mijn lunch. Samen met een vriendin zat ik altijd te klagen dat we onszelf te dik vonden. Als ik foto’s terugzie uit die tijd ben ik echt heel dun, jammer dat ik dat toen niet kon zien.
Ik vond het ontzettend eng om naar de middelbare school te gaan. Ik ging naar twee-talig onderwijs, vwo. Bijna al mijn klasgenoten van de basisschool gingen naar een andere school, wat betekende dat ik haast niemand kende in mijn nieuwe klas. Ik maakte een paar vriendinnen waarbij ik niet verlegen was. Heel gek, bij sommige mensen ben ik wel heel verlegen en bij andere niet.
In de pauze haalden mensen vaak eten uit de kantine, ik wilde meedoen en haalde ook. Als ik thuis kwam at ik meestal ook nog een paar koekjes en snoep. Mijn gewicht ging heel erg omhoog en mijn cijfers achteruit. Ik ging hard leren en gelukkig mocht ik over naar 2 vwo-tto. Die zomer huurde ik een boek bij de bieb om mee te nemen op vakantie. Het ging over een meisje met anorexia. Ik kon me zo in haar herkennen.
Toen ik terug kwam van vakantie ging ik mezelf meteen wegen. Ik schrok. Zoveel? Ik ging minder eten en meer sporten. Ik verloor een paar kilo. Op internet keek ik op pro-ana sites. Ik wilde ook zoals de dunne meisjes zijn op de foto’s. Elke keer dat ik in de spiegel keek werd ik dikker en lelijker. Kilo na kilo ging eraf en steeds hoorde ik dat stemmetje in m’n hoofd dat ik dunner moest zijn.
Op school werden mijn cijfers weer slecht. Ik wilde niet naar school, verzon smoesjes dat ik me niet lekker voelde. De dagen dat ik ‘ziek’ was had ik veel eetbuien. In het begin kotste ik ze niet uit, maar na een tijdje wel. Ik vertelde een vriendin dat ik problemen had met eten, zij schrok en vond dat ik weer normaal moest gaan eten. Ik at weer een beetje normaal, nog steeds weinig. Elke keer dat ik alleen was kreeg ik een eetbui die ik daarna uitkotste. Ik kon nog net over naar de derde.
In de zomervakantie ging het beter met eten, zonder de spanning die ik had van school. Ik kotste niet meer en at normaal. Toen ik weer naar school ging leerde ik niet, ik kon het niet meer. Ik kon nergens anders aan denken dan dat ik mezelf lelijk vond en haatte. De eetbuien waren er weer, ik kotste ze niet allemaal meer uit. December dat jaar lieten mijn twee beste vriendinnen mij vallen en ze hadden de hele klas tegen mij en een andere vriendin opgezet. Door mijn verlegenheid kon ik niet echt voor mezelf opkomen en ik had verder geen andere vriendinnen in de klas, behalve die ene vriendin.
Ik ging weer minder eten, ik was heel veel aangekomen door de eetbuien. Ik voelde me die tijd zo ongelukkig, ik had bijna niemand om mee te praten en naar school gaan was een groot probleem. Ik hoorde dat ik het jaar erna naar de havo moest door mijn slechte cijfers. Ik begon met zelfbeschadiging.
Dit automutileren bleef een tijdje aanwezig tot ik doorhad dat het niet verder kon. Ik wilde er mee stoppen en ging weer meer eten. Toen ik naar de Havo ging kende ik bijna niemand. Door mijn verlegenheid kon ik ook niet echt veel vrienden maken. Ik had mezelf voorgenomen om goed te leren, maar ik werd ziek en bleef 3 weken thuis. In die weken had ik bijna elke dag een eetbui.
Toen ik weer naar school ging was ik zo achtergeraakt met het huiswerk, dat het leren ook niet ging. Eerlijk gezegd interesseerde het me ook niet meer ik wilde weer afvallen, dat was het enige waar ik aan kon denken. Het ging een tijdje goed, maar toen kwamen de eetbuien weer. Ik bleef zitten in 4 havo. Ik wilde een nieuwe start maken, goed leren zodat ik later dierenarts kon worden. En goed eten, maar dat lukte niet.
Het werd erger dan ooit. Op de dag niks eten, als ik thuiskwam een eetbui, die uitkotsen… Het avondeten uitkotsen en ’s avonds in bed mezelf pijn doen, omdat m’n dag zo slecht was gegaan. Ik zat weer op de pro-ana sites en had op whatsapp een ‘ana groep’ waarin we elkaar hielpen. Nadat ik in de herfstvakantie mijn eetbui had uitgespuugd en de deur van de badkamer open deed zag ik het betraande gezicht van mijn moeder. Betrapt..
Ik wilde niet met haar praten en zei dat ik de dag erna naar de dokter zou gaan. Bij de dokter heb ik alles verteld. Ze was erg aardig en ze stelde voor dat zij aan m’n moeder zou vertellen dat ik een eetstoornis had. Hier was ik blij mee, want ik zag er erg tegenop om het tegen m’n moeder te vertellen. Toen mijn moeder terugkwam hebben we lang gepraat. Ik had van de dokter een aantal opties gehad over wat voor behandeling ik kon gaan doen.
Ik koos voor de behandeling van PsyQ. Na een tijdje had ik daar een intakegesprek. Een van de psychologen daar vertelde me dat ik de eetstoornis Boulima Nervosa had. Ik dacht toen bij mezelf; Zie je wel je bent veel te dik om anorexia te hebben! Ik vond dat anorexia erger was dat boulimia, terwijl ik nu weet dat je het allebei heel serieus moet nemen.
Ik zit daar nu alweer een paar maanden in de groepsbehandeling voor adolescenten met een eetstoornis. In het begin was het moeilijk, zo maar tegen vreemden over je problemen praten. Maar de meisjes (en 1 jongen) daar gaan door hetzelfde heen. Met het eten gaat het beter, de eetbuien zijn bijna weg. Maar nog steeds is het een strijd, bij elke hap is die stem aanwezig in mijn hoofd.
Tijdens een systeemgesprek met mijn ouders en de psycholoog vorige week heb ik eindelijk verteld over mijn verlegenheid, daar gaan ze op PsyQ nu ook iets aan doen. Volgend jaar ga ik naar het MBO, de opleiding dierenartsassistente doen. Ik ga beter worden. Op een dag zal ik in de spiegel kijken en het mooi vinden wat ik daarin zie. Ik geef niet op, ik ben sterker dan mijn eetstoornis!
Geef een reactie