Vertrouwen terugwinnen na de eetstoornis

 

Ik zeg dat het goed gaat. Dat ik goed voor mezelf zorg en dat de flessen wijn op de tafel, die de functie hebben van kandelaar, ook echt ter decoratie zijn. Ik zag het in een café en ik vond het zo leuk staan dat ik dat thuis ook wilde. Mama gelooft het niet, ze denkt dat het weer niet goed gaat en ik mijn vlucht nu ergens anders in gevonden heb. Ik zeg dat het goed gaat en we weten allebei dat zij het met dit antwoord moet doen. Ik kan mezelf niet meer bewijzen dan dit, maar ik weet ook dat het niet genoeg gaat zijn. 

Pas tijdens mijn herstel begon ik de gevolgen echt in te zien. De gevolgen van jarenlang een eetstoornis hebben. Niet alleen heeft het gevolgen gehad voor mijn lichaam en mijn leven, het had minstens net zo veel effect op het leven van de mensen om mij heen. Daar kon ik me best een voorstelling van maken. Maar wat dit precies inhield wist ik niet altijd, omdat ik ook gewoon in een hele destructieve tunnel had geleefd. Een tunnel die veel meer kapotmaakte dan ik toen kon inzien.

Ik kon er zelf misschien niet veel aan doen, maar de eetstoornis had wel degelijk het vertrouwen geschaad. Ik was jarenlang bezeten door een monster, dat geen leuker mens van mij maakte. Het maakte mij kapot, liet mij liegen tegen de mensen om mij heen en zij konden ondertussen alleen maar toekijken. Zonder een woord van mij te kunnen vertrouwen. Nu pas besef ik hoe heftig dat geweest moet zijn. Hoe machteloos je je voelt als iemand van wie jij houdt dit overkomt. In feite krijg je daarna levenslang. Zonder dat iemand er iets aan kan doen of dat iemand er schuld aan heeft, kun je je misschien wel je leven lang druk blijven maken om die persoon. Ze zegt dat het goed gaat, maar dat zei ze eerst ook...

Gelogen

Ook al was het de eetstoornis - een psychische ziekte - waar ik aan leed, ik was wel hun dochter die keihard in hun gezicht gelogen had. Dat kon ik mijzelf niet meer aanrekenen, maar dat is wel jarenlang hun realiteit geweest. Zij hebben op hun beurt weer moeten leren dat er twee kanten waren; mijn eetstoornis-kant en mijn gezonde kant. Maar ze zaten nogal complex verpakt in één onzeker meisje waar ze simpelweg niet van op aan konden. Ook al was ik net zo bang en net zo wanhopig, ik loog in die jaren wel alles bij elkaar. Met een star gezicht zei ik dat het goed ging. Lachend vertelde ik dat ze zich echt geen zorgen hoefden te maken en ik verweet ze zelfs regelmatig dat ze echt wel wat meer vertrouwen mochten hebben.

Ook als je weet dat het liegen verleden tijd is, dat het niet meer nodig is en de kust veilig is, zelfs dan kost het tijd en energie om die relatie weer op te bouwen. De nieuwe relatie die nu eindelijk zonder eetstoornis verder mag gaan. Hoe pijnlijk het kan zijn dat dit nu nodig is, het is eigenlijk ook best geweldig dat dit nu de situatie is. Het mag nu zonder eetstoornis.

Opnieuw bewijzen

Ik had het gevoel mezelf telkens te moeten bewijzen. Ja, ik eet goed. Ja, ik slaap goed. Ja, ik zorg goed voor mezelf. Alsof de pubertijd weer opnieuw begonnen was en mijn ouders opnieuw moesten vertrouwen op het feit dat ik me zelfstandig kon redden. Zo frustrerend vond ik dat soms. Ik heb mijn eetstoornis overwonnen, dacht ik. Hoeveel meer bewijs moet je hebben voor je gelooft dat ik dingen kan! Ik kan dingen zelf, ook als ze moeilijk zijn. Je moest eens weten hoeveel beter het gaat dan eerst, dacht ik vaak. Terwijl niemand dat leek te zien of te waarderen.

Ik vergat alleen dat zij dat ook helemaal niet konden zien, dus ook moeilijk konden waarderen. Had ik hen echt betrokken bij die slechte momenten? Soms, maar lang niet altijd. Vaak hield ik een masker op en zagen ze aan de vieze toiletpot, de etensresten en aan mijn lichaam hoe het echt met me ging. Ze hadden alles zelf moeten ontdekken, wel honderd zintuigen moeten ontwikkelen. Nu verwachtte ik dat ze dat meteen los zouden laten. Op goed vertrouwen? Misschien was er ook gewoon enig bewijs nodig om dat vertrouwen weer een kans te kunnen geven.  

Angst

Toen ik, eenmaal wat verder, in staat was dit van de andere kant te bekijken, snapte ik het natuurlijk volledig. Terugkijkend konden ze totaal geen grip op mij krijgen, hebben ze moeten toekijken hoe ik afviel, eetbuien had en totaal destructief leefde. Zonder dat ik iets aannam of veel losliet over therapie. Niet meer dan logisch dat het tijd kost, dat het bewijs nodig heeft, om dat vertrouwen terug te laten groeien. Ze hebben in angst geleefd en nu het weer beter ging, verwachtte ik van hen die angst meteen weer los te kunnen laten. Het was niet meer nodig. Het gaat toch weer goed, wees blij! Maar voordat er echt oprechte opluchting en blijdschap kon ontstaan, was er eerst tijd nodig om minder bang te zijn.

Maak ze deelgenoot

Ik ben zelf bij de hele ontwikkeling geweest. Elke dag praten in therapie, vallen en weer opstaan. Een strijd die je, ondanks veel steun, toch voor het grootste deel alleen voert. Dat kan ook niet anders, het kan niet anders dan dat je omgeving voor een deel toekijkt en jou van de zijlijn support. Logisch dat jij de tijd hebt gehad om bij dit betere en herstelde gevoel te komen. Maar nu jij anderen meer toelaat, hebben zij die tijd misschien net zo hard nodig. Zij hebben niet elke dag gezien, niet elke traan meegemaakt en elk gevoel van jou gehoord. Zij moeten die tijd misschien een beetje inhalen, maar daar hebben ze jou wel bij nodig. 

Misschien helpt het om hen tijdens deze nieuwe, betere periode, weer opnieuw deelgenoot te maken van jouw leven. Net iets meer te vertellen, in plaats van net iets minder, omdat het minder nodig is. Iets simpels, zoals iets lekkers wat ik gebakken had of mijn huis dat ik zo lekker had schoongemaakt, vond ik fijn om te delen en gaf hen ook weer een kijkje in mijn leven. Tegelijkertijd ook juist het open zijn als het minder goed ging. Dat voelde eng om te doen, want dan zou ik de zorgen en het wantrouwen misschien nog meer aanwakkeren. Hoe eerlijker ik echter was over de mindere dagen, hoe meer ze mijn goede dagen ook vertrouwden.

Geen reden meer tot liegen. Hoe minder ik zelf de drang voelde iets te moeten bewijzen, omdat ik steeds zekerder was van mijn herstelde zaak, hoe meer ik dat uitstraalde en mijn omgeving dat ook geruststelde. Ik deed niet beter, het ging ook echt beter. 

 

Gerelateerde blogposts

Reacties

Mel - Zaterdag 11 januari 2020 14:13
Heel toevallig had ik het er met mn moeder over, dat een eetstoornis eigenlijk een traumatische ervaring is. Niet alleen voor degene die erin zit, maar ook de mensen daaromheen. Mijn moeder zei ook hoeveel het met haar en mn andere familieleden gedaan heeft en nog steeds. Gelukkig ben ik wel al een heel stuk vooruit, maar de angsten van beide kanten zijn er zeker nog. Herstel is ook voor hun nodig en belangrijk.
Best heftig eigenlijk...
Michelle - Zondag 12 januari 2020 00:40
Fijn stuk om te lezen. Het laat me stilstaan bij de impact van de eetstoornis op mijn omgeving en hoe ik mijn omgeving ook weer de tijd kan bieden om mij opnieuw te kunnen vertrouwen.
In mijn herstel probeer ik volledig eerlijk te zijn naar mijn omgeving, ookal is dat moeilijk. Ik hoop dat het dan later makkelijker is voor de omgeving om te geloven dat het goed met mij gaat en dat ze zich geen zorgen meer hoeven te maken.

Dank je wel voor de nieuwe inzichten en het gevoel van begrip!
w - Zondag 12 januari 2020 10:06
Ik voel het eigenlijk als nooit meer hetzelfde, familie ed. Ik heb niet meer het idee dat ze me ooit, werkelijk, weer voor 'vol' aan gaan zien. Ik vind het erg voor mijn broer en zus, wat ze allemaal door mij moeten meemaken, maar niet voor mijn moeder, omdat ze er een overgroot deel aan had, heeft, ook al 'mag' je vaak van anderen, iemand niet de schuld geven, toch doe ik dat wel, want ook de mensen die dit zeiden deden niet hun best om werkelijk te begrijpen hoe het nou komt dat ik mijn moeder erin betrek. Mijn vader begreep het niet, maar bedoelde altijd het best, wilde het best voor mij en dat voelde ik wel aan. Hij was altijd een soort van neutraal, ondanks dat ik ook wel zijn irritatie vaak proefde, maar dat was ook weer uit goede bedoelingen en dat kan ik wel heel erg waarderen!