Aafke is dus overgeplaatst naar een andere kliniek. Na een hele donkere periode waarin Aafke met dwang moest worden behandeld, krabbelt ze beetje bij beetje weer op. De kliniek waar ze nu zit, doet wat ziekenhuis-achtiger aan dan de vorige kliniek. Zo zijn er heel veel regels en zijn er vaste bezoekuren. Dat was in de vorige kliniek niet. Het is volstrekt duidelijk wat de meiden en de eventuele jongens die hier verblijven moeten doen. Zelfs de hulpverleners hebben hier andere functienamen, die meer aan een ziekenhuis doen denken.
Aan het begin hebben de meiden eigenlijk heel erg weinig tot niets in te brengen. Alles wordt Top-Down bepaald. En eerlijk gezegd ben ik er als vader wel aan toe dat de hele behandeling uit mijn handen wordt genomen, en dat meer dan helder is wat er moet gebeuren. In het dagelijks leven ben ik heel erg voor inspraak. Wij zijn een typisch modern overleg-gezin. Maar ik ben de inspraak van Aafke in de behandeling op dit moment meer dan moe. In de vorige kliniek mocht ze – hoe ze ziek ze ook was – meepraten over haar behandelplan. Achteraf gezien vind ik dit niet verantwoord. Aafke is een situatie terecht gekomen dat ze niet meer voor zichzelf kan beslissen wat goed en niet goed voor haar is.
De analyse van deze nieuwe kliniek komt er op neer dat Aafke in het ziekenhuis een heel zwaar trauma heeft opgelopen. Het trauma is veroorzaakt door haar helemaal vol te pompen met eten zonder psychische zorg te verlenen. Daarnaast heeft het niet aankomen in de vorige kliniek onverantwoord lang geduurd. Het niet meer aankomen moet zo snel mogelijk doorbroken worden.
Hoe is het mogelijk vraag ik mij af, dat er zo verschillend over een behandeling gedacht kan worden? Ik heb dit nog bij geen enkele andere ziekte meegemaakt. Er worden harde aankomdoelen geformuleerd, met veel meer druk. Uiteraard is er veel psychische en lichamelijke begeleiding. Waar we al maanden om vroegen bij de vorige kliniek wordt nu ingezet: Aafke krijgt meer medicatie om de angst en de paniek te reduceren. Er wordt 6 x zoveel voorgeschreven als in de andere kliniek. Ik blijf mij verbazen over de verschillen.
Aafke krijgt voorlopig geen enkele regie meer over haar eten. Aafke vindt dit verschrikkelijk, maar wij zijn één en al opgelucht over de gang van zaken. De daadkrachtige aanpak geeft ons veel vertrouwen. Aan iemand op de intensive-care ga je ook niet vragen of hij het eens is met de behandeling. Daarnaast krijgt Aafke speciale therapie om het trauma met de kinderarts te verwerken.
Wel is ons te kennen gegeven dat we bij het opvoeren van de druk een hele zware periode tegemoet gaan, met heel verzet, woede, en ernstige paniekaanvallen. Als ik alles op een rijtje zet kom ik tot de sombere conclusie dat Aafke er mede zo slecht aan toe is wegens het gepruts in het voortraject. Dat is eigenlijk schandalig. Tegelijkertijd wil ik wil ik vooral vooruit kijken.
Aafke is ontzettend kwaad. Toch ziet ze, dat ze gedwongen door de situatie geen andere keus heeft dan zich aan haar voedingsadvies te houden. Dat geeft hoop!
Volgende keer: Wat strenge regels en discipline kunnen doen
Geef een reactie