Mijn leven begon niet zonder slag of stoot. Maar liefst drie maaden te vroeg kwam ik op de wereld. Mijn toestand was kritiek. Vooral de eerste 48 uur.
Op de basisschool was ik altijd het engeltje van de klas. De juffen konden zich geen betere leerling voorstellen. Al liet ik wel erg over me heen lopen. Ik stond altijd achteraan in de rij en deed alles wat er me gevraagd werd.
Rond mijn 10e kreeg ik last van ‘rare gedachten’. Ik zag voor me hoe ik de moordenaar in een horrorfilm nadeed. Terwijl ik dit voor me zag dacht ik steeds:’maar ik hou van ze, maar ik hou van ze’. Ook had ik last van zelfmoordgedachten. Zo stond ik een keer in de keuken met een mes op mijn polsen. Ik weet nu niet meer waarom ik het deed. Ook heb ik een aantal keren tegen mama gezegd dat ik wenste dat ik nooit geboren was en dat ik het leven niet waard was.
De overgang van de basisschool naar de middelbare verliep goed. Er gingen meiden uit mijn oude klas naar dezelfde school, dat voelde veilig. Wel heb ik verschillende dingen mee gemaakt op school die best schokkend zijn. Toen ik 13 jaar was is mijn beste vriendin, haar moeder verloren aan borstkanker. Ik zag hoe mijn vriendin er aan onderdoor ging. En ik stond machteloos. Ik kon niets voor haar betekenen. Ja, ik steunde haar. Maar ze bleef depressief.
Toen ik 15 jaar oud was heb ik mijn oma zien sterven (op mijn 9de overleed mijn opa, wat ook een enorme indruk bij me achterliet). De maanden hierna werd mama depressief. Voor mij was het heel moeilijk om mama zo te zien. Vooral als ze moest huilen had ik het zwaar. Dat deed ze nooit. Altijd was ze een sterke vrouw. En nu? Nu was ze letterlijk gebroken.
Ook op school speelden er toen vervelende dingen. In deze tijd waren mijn ouders vaak aan het lijnen. Ik besloot minder/of niet te snoepen. Vet eten mocht ik nog wel. Maar geen snoep meer. Steeds weer mislukte dit en voelde ik me een mislukking. Ik begon me te richten op mijn gewicht. Iedere dag
wegen. Mijn gewicht bleef stabiel. Ik begon kleine eetbuien te krijgen (al wist ik toen nog niet dat dit eetbuien waren). Ik heb altijd wel veel gesnoept, maar het werd steeds meer. Ik voelde me zo zwak dat ik er niet van af kon blijven. Iedere dag beloofde ik mezelf het zelfde: geen snoep meer!
De hoeveelheid snoep wisselde vaak. Maar op een gegeven moment besloot ik om mee te gaan lijnen. Ik ging opschrijven wat ik at en hoeveel punten dat waren. (ik deed weightwatchers) Na het eten bespraken ze vaak hoeveel wat was en zo leerde ik de punten uit mijn hoofd. Na een tijdje kwam mijn moeder erachter dat ik mee lijnde en toen stopten ze.
Toen ik 16 was kreeg ik amandel onsteking waardoor ik 1 tot 2 weken niets kon eten. Op betere dagen at ik brood met soep. Na deze periode van niet eten zag ik dat ik x kg kwijt was geraakt. (Nu pas herinner ik me dat ik een soort van trots voelde. Het getal was gedaald ipv gelijk gebleven. En omdat ik altijd al ondergewicht heb gehad was mijn gewicht te laag)
Tijdens het nemen van de antibiotica kreeg ik erg last van mijn maag en darmen. In de bijsluiter stond dit ook als bijwerking. Maar het deed zo’n pijn dat ik er mee moest stoppen. Nu ik weer kon eten ging ik vanalles eten wat ik in die 2 weken had gemist. Chocoladebollen, chips, koekjes, chocoladerepen. Alles wat ik mijn ouders had zien eten en zelf niet kon nemen. Ik denk dat hier het echte gevoel van eetbui zijn intrede heeft gedaan. De maag en darm klachten gingen niet weg. (nu nog steeds niet) Er is onderzoek gedaan in het ziekenhuis. Er zijn foto’s en echo’s gemaakt maar ze konde niets vinden.
Op mijn 17de werd duidelijk dat ik een probleem met eten had. Later werd het een eetstoornis. In juli is de diagnose Boulimia Nervosa gesteld. De eetbuien en het braken werden steeds erger. Het enige wat ik nog kon was calorieen tellen en compenseren. Mijn zelfbeeld was laag, heel laag. Als ik heel eerlijk ben wilde ik niet meer leven. In gedachten zag ik vaak dat ik een dodelijk ongeluk kreeg of mezelf iets aan deed. Ik was ver heen in die tijd. Ik realiseerde me dat het zo niet langer ging en heb gekozen voor een deeltijdbehandeling. Ik moest stoppen met mijn opleiding en ging in behandeling. Drie maanden pre-groep, zes maanden deeltijd, twaalf maanden nazorg.
Net voordat ik in behandeling ging, op 21 maart (mijn verjaardag) is mijn oma overleden. Tijdens de nazorg heb ik een terugval gehad. Ik had nooit moeite met de normale maaltijden, maar nu wel.
Toen ik 5 maanden in de nazorg zat heeft mijn vriendin een zelfmoordpoging ondernomen. Ze had afscheid genomen van mij op msn. Uiteindelijk heb ik de politie gewaarschuwd. Ze is naar het ziekenhuis gebracht. Ze belde me de dag daarna op en verweet me dat ik haar had gered. Ik had haar moeten laten sterven! Waar haalde ik het recht vandaan? Onze werd nooit meer zoals voorheen.
Ik ging steeds minder eten. Ik had aangegeven meer hulp te willen, terug in behandeling. Toen werd er gezegd dat ze me alles geleerd hadden wat ze me kunnen leren en dat ik het nu moest handhaven. Maar dat lukte niet. Ik wilde afvallen. Doordat mijn hulpvraag werd afgedaan kreeg ik het gevoel dat ik niet ernstig genoeg was met mijn boulimia. Toen dacht ik “als ik nou anorexia zou hebben, dan zou de hulp me om de oren vliegen”. Dan word ik wel gezien. Ik ging nog minder eten.
Met mijn 19de werd de behandeling afgerond en ik kreeg een psycholoog in mijn eigen woonplaats. Mijn angst voor het eten groeide. Ik kreeg moeite met de normale eetmomenten. Ik ging langzaam maar zeker nog minder eten. Vaak kreeg ik hierdoor de eetbuien. Ik had het toch al verpest met dat ene koekje wat ik bv nam, nu kan ik net zo goed door eten. Er is niets meer te verliezen.
Wanneer ik ‘gewoon’ probeerde te eten. Ging het door mijn hoofd dat ik het had verknald. Ik had immers 2 sneetjes brood op. Het moest eruit. En naderhand kwam er een hoop eten weer bij. Ik begon weer vaker te braken en voelde me steeds vaker falen. Mijn psycholoog wist niet meer wat ze moest doen en heeft me toen doorverwezen naar het GGZ in Tilburg. Ze wilde me eigenlijk terugsturen naar de plaats waar ik mijn eerste behandeling heb doorlopen. Maar daar zeiden ze dat als ik in de volwassenenzorg wilde, ik een BMI moest hebben heb minimaal XX, omdat ik boulimia had. Als ik nou anorexia had gehad, dan zou het een BMI van XX zijn geweest.
Toen ik dit hoorde voelde ik me verontwaardigd. Ze gaven me juist een reden om af te vallen. In deze periode wilde ik anorexia. Dan zou ik een lagere streef hebben wanneer ik in behandeling zou gaan. Later hoorde ik dat het totaal nergens op slaat BMI te binden aan een diagnose. Ieder persoon verschilt van elkaar.
Inmiddels ben ik 20 jaar en ik ben net begonnen met mijn behandeling in Tilburg. Ik moet er 5 dagen heen van 8:00 uur tot 19:00 uur. Ik hoop dat ze me hier een goede (eet)structuur kunnen aanleren. Eentje zonder te hoeven overeten en maar aan te komen. Als ik moet aankomen wil ik dat doen door middel van een normaal eetpatroon met hier en daar wat extra’s. Ook hoop ik dat ik meer zicht kan krijgen op de waarom vraag. Waarom heb ik een eetstoornis?
De afgelopen jaren zijn niet gemakkelijk geweest. Ik heb verschillende vormen van hulp doorlopen en ookal ben ik nu niet beter, ik heb er wel van geleerd. Ik weet wanneer ik mijn eetstoornis inzet en wat mijn angsten zijn. Ook uit de dingen die me niet zijn bevallen tijdens de deeltijd heb ik geleerd. Ik weet nu dat zo’n benadering niet bij mij past en dat ik eerder voor mezelf op moet komen.
Ik kan jullie vertellen dat ik ga vechten. En ik blijf vechten. Ik zal vallen, maar ik weet altijd weer op te staan. Het is moeilijk om me voor te stellen dat ik ooit weer normaal met eten om zou kunnen gaan. Maar ik hoop dat dit me wel gaat lukken.
Ik weet dat ik een vechter ben, al vanaf het aller eerste begin dat ik op deze wereld kwam. Ik stap met goede moed deze nieuwe periode in.
De periode van genezing.
Mijn eetstoornis heeft me al te veel ontnomen.
Geef een reactie