Je bent zelf de sleutel tot je eigen succes, het leven is een feestje, maar je moet zelf de slingers ophangen, jij bent de enige persoon die jezelf kan redden en je zult zelf moeten veranderen want niemand kan het voor jou doen. Zomaar wat kreten die ik vaak te horen kreeg – en waar ik me vaak flink rot door ging voelen. Als het leven zo’n feestje was, waar waren mijn slingers dan? En als ik mezelf kon redden, dan zou ik dat toch al lang gedaan hebben? Nee. Ik had geen invloed op hoe slecht het met me ging, dat wist ik zeker. Ik voelde me slecht en ik kon mezelf niet op magische wijze gelukkig maken. Mensen die dachten dat ik dat wel kon begrepen me niet en maakten de boel alleen maar erger.
Achteraf geef ik al die mensen toch wel gelijk. Op dat moment was ik niet in staat om die boodschap op een goede manier te ontvangen. Daarnaast was de manier waarop het gezegd werd, vaak een beetje verwijtend, misschien ook niet zo geweldig. Maar toch zat er een waarheid in hun goedbedoelde raad. En ik kan nu gemakkelijk tegen jou zeggen: “Hé jij daar, je leven is een groot feest als je zelf die slingers ophangt!” maar ik weet heel goed dat dat dus niet werkt.
Hoewel jij nu misschien de slingers niet voorhanden hebt, heb je wel de keuze om dingen anders te doen. “When you do what you’ve always done, you’ll get what you’ve always gotten.” Nog zo’n heerlijke dooddoener, maar even waar als al die andere. Wanneer je elke dag om zeven uur opstaat terwijl je om kwart over zeven weg moet en daardoor elke dag in de stress zit, kun je een half uur eerder opstaan. Problem solved. Nu gaat natuurlijk niet alles zo makkelijk, maar je staat niet machteloos in je eigen ongeluk.
“Ik ben dik,” zei ik elke ochtend wanneer ik in de spiegel keek. En elke ochtend ging ik me wat dikker voelen, tot die ene dag waar ik boos tegen mezelf zei: “ik voel me dik en ik zie dik, maar ik weet dat ik niet dik ben omdat mijn BMI en kledingmaat iets anders zeggen.” De volgende dag zei ik het opnieuw, iets minder boos, en dat bleef mijn nieuwe goedemorgen-zegje tegen mijn spiegelbeeld. En het hielp.
Ik leek na een paar weken steeds iets dunner te worden, terwijl mijn gewicht hetzelfde bleef. Mijn lichaam veranderde niet, mijn zelfbeeld wel. Er zijn twee keuzes die je kunt maken op het moment dat je in de spiegel kijkt: je kunt tegen jezelf zeggen dat je dik en lelijk bent, óf je kunt tegen jezelf zeggen dat, ondanks dat je je wel zo voelt, je weet dat je niet dik en lelijk bent. En dat is iets dat alleen jij kunt doen.
“Niemand begrijpt me,” misschien nog wel mijn favoriete gedachte toen ik zo ongelukkig was. En als niemand me begreep, dan ging ik ook echt niets delen. Voelde ik me nog eenzamer, nog meer onbegrepen. En ik kon er niets aan doen, zei ik altijd tegen mezelf, want als mensen me niet begrepen lag dat aan hen, was dat een van hun gebreken. Of lag het aan mij, was ik gewoon raar en verdiende ik het gewoon niet om begrepen te worden. En ook daar had ik twee keuzes. Niet delen omdat ik me onbegrepen voelde en daardoor nog minder begrepen worden, of juist dingen gaan delen zodat mensen me beter zouden kunnen begrijpen. Die laatste keuze is de betere, heb ik ondervonden. En ook daar heb jij diezelfde keuze. En ook daar kun jij alleen die keuze maken. Andere mensen kunnen helaas geen gedachten lezen.
Zo zijn er nog veel meer situaties waar jijzelf en jij alleen de keuze hebt om het anders te doen. Keuzes waarmee je dat slot naar succes en geluk beetje bij beetje open sjort. Keuzes waar je je slingers mee knutselt. Keuzes waarmee je jezelf kunt redden. En dat kun je.
Geef een reactie