Het begon allemaal echt in december 2008. Daarvoor voelde ik me ook niet echt fijn. Ik zat niet lekker in mijn vel. Mijn moeder was ziek en lag weer in het ziekenhuis. Ik maakte weer die rit in de ambulance mee, alle herinneringen van het ongeluk en ziekenhuis kwamen weer naar boven. Ik wist niet meer wat ik moest. Het ging allemaal goed met me. Tenminste zo deed ik me voor.
Begin 2009 ben ik gaan afvallen. Dan zou ik wel wat mooier en zelfverzekerder zijn, maar ik ben nooit te zwaar geweest, op de basisschool was ik tot groep 7 altijd te licht.
Ik ging eerst meer bewegen en daarna toen het niet snel genoeg ging, ging ik ook minderen met eten. Ik voelde me heel anders worden. Ik merkte dat ik mezelf niet meer was. Ik was opeens zoveel bezig met weinig/ niet eten, afvallen, calorieën verbranden.
Ik wist dat dit niet goed was. Ik zat gevangen. Ik probeerde wel los te komen, maar ik wist niet hoe, de eetstoornis was te sterk. Ik wilde niet dat die “stem” erger werd en negatiever als ik er niet naar luisterde. Ik ging er maar naar luisteren, want dan was het minder erg. Maar ik kreeg wel meer opdrachten, ik moest mezelf steeds meer eten verbieden, alleen drinken waar geen calorieën in zitten en steeds meer bewegen. ###
Ik wilde het wel vertellen aan wat mensen die ik vertrouwde. Maar ik was zo bang. Dan zou ik me aanstellen. Maar het ging echt niet meer. Er was echt wat aan de hand. Het was echt niet goed. Maar die “stem” was er ook nog. Die zei dat ik naar haar moest luisteren. Dat het allemaal goed komt en dat het beter met me gaat als ik meer afval. Ik zat in een spagaat, wel of niet vertellen aan mijn ouders? Ik heb wel actie ondernomen. Ik ben met een docent gaan praten. Dat voelde eigenlijk wel goed. Maar daarna enorme spijt. Die “stem” werd nog erger, want ik moest afvallen en naar haar luisteren. Niet naar anderen. Ik moest van school het aan mijn ouders vertellen. Maar mijn moeder kwam er zelf achter. Mijn moeder was geschrokken. Ze had per ongeluk in mijn eetdagboek gekeken waarvan ze dacht dat het iets anders was. Maar mijn moeder reageerde wel heel erg goed. Ze was rustig en begreep me. Ze zag ook dat er wel degelijk iets aan de hand was.
Direct de volgende dag gingen we naar de huisarts voor een gesprek. En natuurlijk moest ik op de weegschaal. Daar had ik wel rekening mee gehouden. Ik had nog geen ondergewicht, maar er wel tegenaan. Maar de “stem” zei dat daar echt verandering in kwam. Want als ik in de spiegel keek, walgde ik van mezelf. Ik was lelijk en dik. Daar moest verandering in komen. Ik kreeg ook gesprekken bij een psycholoog en moest 1 keer in de 2 weken wegen bij mijn huisarts. Elke keer als ik kwam was er wel weer wat af. Ik voelde me sterk en was trots. Maar dat was ik niet. Dat was de anorexia. Die diagnose kreeg ik op een gegeven moment mee. Ik had anorexia.
Ik bleef afvallen en de huisarts vond het nodig om bloedonderzoek te laten doen. Ik ging nog een hele discussie aan, omdat ik doodsbang ben voor naalden. Maar het moest toch gebeuren. Ik moest nuchter blijven die ochtend. Maar ik wou altijd wel wat eten als ontbijt.
Die ochtend voor het bloedprikken was ik bang. Ik wilde niet aankomen, mijn lichaam mocht geen eten gaan opslaan. Uit wanhoop nam ik wat laxeerpillen. Dan komt het er zo weer uit na een paar uur. Ik nam er best wel wat en begon het te merken. Ik voelde me helemaal niet goed. En toen moest ik ook nog bloedprikken.
Dat ging helemaal niet goed. Ik viel weg en was bijna een half uur buiten bewustzijn. Er kwam een ambulance, maar vlak voordat ze kwamen was ik bijgekomen en hoefde ik gelukkig niet naar het ziekenhuis. Maar wel de hele dag thuis rusten.
In de zomervakantie was ik al heel veel afgevallen. Maar nog steeds niet genoeg. Ik moest doorgaan. Ik probeerde van alles, maar het ging niet meer. Er ging niks van mijn gewicht af. Ik deed niet goed mijn best. Ik was slecht, ik kon niet meer afvallen. Ik was gewoon een zwakkeling. Mijn ouders vonden mijn gewicht erg laag. Als ik eronder kwam gingen we niet meer op vakantie. Maar gelukkig ging dat wel door.
Op vakantie hadden we geen weegschaal. Maar dat was niet het ergste. Het eten en drinken was daar anders. We hebben heel lang in een supermarkt gelopen, want ik moest overal op de verpakkingen kijken en vergelijken. Uiteindelijk heb ik toch wat kunnen vinden.
We waren weer thuis gekomen en de volgende ochtend ging ik meteen op de weegschaal staan. Ik was opgelucht, want ik was afgevallen. Maar ik zag ook wel in dat het gewicht wel laag was. Maar ik ging door, dat was mijn enige weg. Een vertrouwde weg.
Ik kreeg gesprekken bij jeugdzorg. Ik ging erheen en moest me wegen met mijn ouders erbij. Ik ging erop staan en ze noemde het op. Mijn ouders schrokken heel erg. Ik moest van haar het ontbijt en middageten samen met mijn ouders aan tafel eten en meer wat ik anders at. Ik werd heel erg bang. Het werd een enorme chaos in mijn hoofd. Met veel tegenzin heb ik het toch maar gedaan. Maar ik ging mijn fruit en avondeten minderen. Daardoor bleef ik afvallen. Na 2 weken had ik weer een afspraak en ik was veel afgevallen. Ze vond het niet meer verantwoord en ze ging met mijn ouders overleggen over een opname in een kliniek. Ik moest op de gang zitten en ging een beetje naar buiten kijken. Ik was bang, bang voor wat er ging gebeuren. Ik woog nog niet weinig genoeg, dus liet ik thuis de eetstoornis weer helemaal zijn gang gaan. Mijn ouders stonden machteloos.
Ik viel meer af en lichamelijk ging het ook niet meer goed. Mijn hartslag was heel erg traag, ik had het de hele dag ijskoud. Ook had ik pijn met zitten en met slapen in mijn rug. Ik had helemaal geen energie meer. Ik lag veel op de bank te slapen. Ik ging ook niet meer sporten, had er echt geen energie meer voor. Ik had mezelf helemaal kapot gemaakt. Ik kon ook niet meer goed nadenken, alles ging aan me voorbij. Mijn moeder vond het naar als ze mij zag slapen. Ik was zo wit en blauw in mijn gezicht. Ik mocht dat niet geloven. Er moest toch nog wel wat gewicht af. En dat gebeurde ook.
Ik was inmiddels aangemeld bij Accare in Smilde. Ze gingen overleggen en alles regelen voor een
opname. Dat zou nog wel even duren. Er was niet echt een wachtlijst, maar ik kon er ook niet meteen naar toe. Mijn moeder vond het echt niet meer verantwoord en mijn gewicht bleef dalen. Ze heeft Accare gebeld dat het nu echt heel zorgelijk werd en dat ik echt heel erg achteruit ging. Het was toen donderdag of vrijdag, en ik werd die maandag erop al opgenomen. Die paar dagen voor de opname at ik haast echt niks meer, ik vond het wel best.
Toen was het maandag 14 september 2009, ik werd om 11 uur verwacht. We werden naar het huisje, de kliniek gebracht. Ik vond het verschrikkelijk toen ik binnenkwam. Ik voelde me echt niet fijn. Ik dacht, ik ga gewoon eten en normaal doen, dan ben ik zo weg. Maar dat viel heel erg tegen, ik mocht echt niet eten. Als ik at werd ik dik en lelijk en was ik zwak. Ik wilde weer normaal leven. Maar dan moest ik keihard tegen de nare “stemmen” ingaan, wat ik niet durfde. Het werd een enorme strijd.
Ik at heel erg weinig, maar voor mijzelf al een hele prestatie. En zo ging het een tijdje. Ik kreeg lichamelijk onderzoek bij de huisarts bij Accare. Ik werd gewogen, en werd onderzocht. Mijn streefgewicht werd bepaald. Ik ging nog in discussie of er wat vanaf mocht, maar dat mocht niet. Ik wilde dat echt niet wegen. Het werd een eindeloze weg, want ik wilde niet aankomen.
Ik viel weer wat af en kwam een tijd niks aan. Ik moest meer eten. Mijn eetlijst werd groter en groter. Ik kon het niet, ik kreeg het niet op. Ik werd er zo beroerd van. Ik was helemaal op en lag hele dagen op bed te rusten omdat ik me niet goed voelde. En als ik naar buiten ging moest ik in een rolstoel, maar ik kwam niet veel buiten.
Alles wat ik niet at van mijn eetlijst werd aangevuld met nutri. Ik vond dat echt verschrikkelijk. Ik heb het een tijdje gehad. Ook kreeg ik het mee als ik het weekend naar huis mocht. Als ik iets niet at dan ging mijn moeder het uitmeten met een spuit. En uiterraad stond ik daar bovenop. Het moest echt precies, geen calorie meer. Anders accepteerde ik het niet. Dan wilde ik het niet. Ze moest overleggen met de kliniek omdat ik het niet vertrouwde, want het was echt veel te veel. De mensen op de kliniek gingen het ook uitrekenen en uiteindelijk heb ik het geaccepteerd, maar het ging niet van harte.
Langzaam ging ik het eten weer opbouwen en kreeg ik steeds minder nutri. Maar ik kwam ineens heel veel aan, het ging te snel voor me. Ik werd boos en chagrijnig. Ik zonderde me af. De leiding kreeg vaak geen contact met me. Het eten ging erin met veel gepush en gesprekken. Ik koos altijd veilige producten, waar de minste calorieën inzaten. En dat werd ontdekt door de groepsleiding. Vaak moest ik iets nemen wat ik niet wilde. Ik raakte vaak in paniek. Ik was niet sterk genoeg. Ik kon het gewoon niet, ik wilde niet meer vechten. Ik kreeg te horen dat ik op time-out mocht. Ik mocht ook blijven, de keuze was aan mij. Ik wist het meteen, ik ga naar huis. Weg hier, weg van die kliniek. Het was fijn thuis, mijn eigen kamer en weer in een vertrouwde omgeving.
In die 1,5 week moest ik ook wegen, om het bij te houden. Maar we hadden geen goede weegschaal. We gingen naar de winkel toe om er een te kopen. Ik voelde me niet fijn. Ik zag de weegschalen liggen en wou weg, ik wilde niet wegen. Maar uiteindelijk hebben we er toch een gekocht. Het moest wel een goede zijn, en niet een goedkopere, want die vertrouwde ik niet.
Ik was weer terug in de kliniek. Het hoefde niet meer, ik wilde niet meer. Ik ging weer tegenwerken en ook op weekenden ging het niet goed. En soms bleef ik een weekend in de kliniek. Ook werd ik eventjes opgenomen in het ziekenhuis. Het ging niet meer. Ik vroeg me af waarom ik nog leefde. Wat had dat voor zin? Op een gegeven moment werd er besloten dat ik medicatie kreeg. De eerste dagen was ik zo moe. Maar later ging het wel iets beter. Ik kreeg meer rust in mijn hoofd. Ook mocht ik toen af en toe weer even voetballen, want ik had een bepaald gewicht bereikt. Om mijn spanning kwijt te kunnen van het eten en mijn woede eruit te schoppen, maar vooral als motivatie.
Mijn ontslag kwam in zicht, 2 april 2010 mocht ik weg. Daar was ik wel erg blij mee. Maar vond het wel
eng. Want nu moest ik het thuis gaan doen. Vooral het aankomen. Dat ging niet zo goed. Ik deed weer pogingen om af te vallen, en dat gebeurde.
Na een tijdje zat ik toch op mijn minimale (gezonde) streefgewicht. Heel iets erboven. Dat vond ik echt verschrikkelijk. Ik pakte school weer op en ging weer sporten. Maar ik merkte wel dat het zwaar was. Ik was heel erg moe elke dag. Ik had totaal geen energie. Ik vond niks leuk en was bijna alleen maar thuis. Ik wilde me niet laten zien.
Wat zullen mensen wel niet van me denken? Want ik was lichamelijk weer gezond en behoorlijk veel aangekomen, wat ik afschuwelijk vond.
Maar dat betekende niet dat het in mijn hoofd ook goed ging. Totaal niet, elke dag nog steeds keihard vechten.
Het ging nog een tijdje met ups en downs. Maar geen extreme terugvallen. Ik viel niet af, ik kwam beetjes aan en ik wilde niet meer wegen. Maar uiteindelijk stopte het aankomen.
In de zomervakantie van 2011 ging de knop echt om. Ik wilde weer genieten, weer lachen, leuke dingen doen, niet meer druk maken over eten en hoeveel calorieën er overal inzitten. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik ervoor ga, ik wilde weer de echte Renske zijn. Ik probeerde weer dingen op te pakken. Vooral sociale contacten en leuke dingen doen met anderen. Het ging steeds beter, maar sociale contacten vond ik nog wel erg moeilijk. Ik schaamde me nog wel voor mezelf. Vinden mensen me wel leuk?
Ik at weer goed en had meer energie. De “stemmen” in mijn hoofd werden minder. Ik negeerde ze gewoon. Ik heb geen “stemmen” nodig. Ik kan zelf wel bepalen wat ik echt wil. Ik kreeg steeds meer zin in dingen, werd weer actief en voelde me veel vrijer.
Maar de weegschaal was ik doodsbang voor. Ik was er nog niet klaar voor om te wegen. Ik bleef onder behandeling terwijl het zo goed ging, want ik wilde niet terugvallen en ik kan er beter te lang zitten dan te kort, dat alles niet voor niets is geweest.
Nu op dit moment gaat het heel erg goed. Ik ben na 2,5 jaar niet meer in behandeling bij Accare, ik heb helemaal geen hulp meer sinds 12 maart 2012. Voor mijn laatste afspraak en tevens ook afscheid ben ik toch op de weegschaal gaan staan. Om die angst te overwinnen.Het is me gelukt! Ik ben er helemaal uitgekomen, ik ben genezen verklaard. Van het diepste dal naar de top en verder gaan.
Ik heb nergens moeite meer mee. Ik kijk nu echt naar wat ik lekker vind, niet waar de minste calorieen inzitten. Ik schaam me niet meer als ik eet. Ik durf overal en bij iedereen te eten.
Als je het leven niet meer trekt, moet je het gaan duwen.
Door: Renske
Geef een reactie