Wat hebben wij veel meegemaakt afgelopen 2,5 jaar. Vaak heb ik je gehaat en wilde ik dat je uit mijn leven ging, maar toch kon ik je niet loslaten. Je was mijn houvast, mijn vriendin, degene die mij vertelde dat ik het goed deed als ik weer naar je luisterde en dat ik trots op mezelf moest zijn. Ik wilde jou niet kwijt, ook al ben je altijd zo gemeen tegen mij geweest. Je maakte gebruik van mijn onzekerheid en pakte me op het moment dat ik het zwakst was. Je begon me wijs te maken dat ik het niet waard was, dat ik lelijk was, een dik varken die het niet verdiende om gelukkig te zijn. Maar ook kwam je met een oplossing waardoor ik me vast beter zou gaan voelen: afvallen, want dan zou er steeds een beetje minder Maxine zijn. Hoe minder, hoe beter.
Hoe meer ik afviel hoe trotser je op mij was, ik was goed bezig en ik moest vooral zo doorgaan. Maar met iedere kilo die ik verloor, verloor ik ook een beetje Maxine. Nergens kon ik meer van genieten. Voorheen genoot ik zo van samen zijn met familie en vriendinnen, maar nu was ik bijna altijd alleen. Niemand vond mij toch leuk, niemand had zin om met mij om te gaan, vertelde je mij. Het was maar beter om zo veel mogelijk alleen te zijn, daar zou ik iedereen een plezier mee doen. Na een tijdje was van de vrolijke, gezellige, humoristische ik niks meer over. Waar was mijn glimlach gebleven? Mijn levendige ogen? Mijn humor? Die waren verdwenen. Jij had ze van mij afgepakt.
Helaas zag ik dat op dat moment niet zo. Ik vond het zo fijn dat je trots op me was en ik was zelfs heel soms stiekem ook een beetje trots op mezelf. Eindelijk had ik iets gevonden waar ik goed in was! Maar toch was het nooit genoeg. Je liet het zelfs zo ver komen dat ik in het ziekenhuis belandde en vervolgens in een kliniek werd opgenomen. Inmiddels had je me al heel veel trucjes geleerd waardoor ik een meester was geworden in liegen en bedriegen. Smoesjes als: “Ja mam, ik heb al gegeten.” of: “Nee, ik hoef niks ik heb een beetje last van mijn buik.”
Het maakte niet uit hoe ik het voor elkaar kreeg, ik moest en ik zou zo min mogelijk – het liefst niks – naar binnen krijgen. Maar ergens wilde ik van je af, heel diep van binnen, ik wilde beter worden in de kliniek en je voorgoed de grond in stampen, maar je liet me niet met rust. Het was nog steeds niet genoeg. Het liegen en bedriegen ging gewoon door. Ik probeerde sterk te zijn, maar jij was sterker. Ik probeerde voor het eerst de strijd met je aan te gaan, maar telkens weer wist je die van me te winnen.
Deze strijd ging 2 jaar lang zo door. Ik wilde wel, maar je liet me niet. Iedere dag putte je me uit want ik verdiende het niet om rust te hebben. Ondertussen was er weinig meer van me over, lichamelijk en geestelijk. Familie en vrienden zeiden vaak tegen me dat ik er slecht uit zag, maar ik geloofde ze niet. Jij zei me namelijk dat ik nog steeds niet dun genoeg was en vooral niet moest stoppen. Alleen op deze manier zou ik ooit gelukkig worden.
Maar uiteindelijk besefte ik dat dat niet ging gebeuren. Ik realiseerde me dat jij mij alleen maar nog ongelukkiger en onzekerder had gemaakt. Ik ademde wel, maar ik leefde niet meer. Heel mijn dag stond in het teken van jou, en daar was ik klaar mee. Het deed me pijn dat mijn familie zo veel verdriet had om mij, door jou. Dit was allemaal jouw schuld. Ik begon je steeds meer te haten, meer dan ooit. Vastberaden was ik, om jou te verslaan. Dit punt was rond de feestdagen in 2016, wanneer mij ook weer een 2e ziekenhuisopname boven het hoofd hing, als ik nog een paar ons af zou vallen. Dat ging mooi niet gebeuren, ik besloot tegen je te vechten en nu echt door te zetten. 2017 werd het jaar dat ik beter ging worden. Ditzelfde had ik ook een jaar geleden met mezelf afgesproken, alleen toen wist je mij weer in je macht te grijpen. Maar dit jaar ging het me lukken, ik wist het zeker.
Heel langzaam aan durfde ik steeds vaker tegen je in te gaan. Daar was je niet blij mee, en dat liet je me dan ook vaak merken door me een enorm schuldgevoel aan te praten. Je schreeuwde tegen me, je trok aan me, zoals nooit te voren. Je zei dat ik zwak was, een nog dikker varken zou worden dan dat ik al was en dat al ons harde werk voor niks was geweest. Maar ik luisterde niet meer naar je. Het lukte me steeds vaker om je te negeren. Dat vond je niet leuk, in eerste instantie werd je nog bozer en gemener, maar na een tijdje hoorde ik je steeds minder vaak. Je werd stiller en stiller.
Ik begon me beter te voelen. Steeds meer kon ik genieten van dingen. Als ik in de spiegel keek, keek ik weer in mijn eigen ogen. Natuurlijk zaten er dagen bij dat je wat meer aanwezig was, dan probeerde je me toch weer te pakken, maar ik gaf niet aan je toe. Ik besefte me dat ik jou helemaal niet nodig had. Alles wat je me ooit hebt wijsgemaakt is bullshit. Ik verdien het wel om te leven en om gelukkig te zijn. Afvallen gaat mij niet gelukkig maken, in tegendeel, het maakt me ongelukkig. Daar ben ik nu achter.
Je was zo sterk, dat ik heel vaak heb gedacht dat je voor altijd bij me zal blijven. Maar nu, nu ben ik sterker. Ik weet dat je er ergens, heel, heel, ver weg nog bent, maar ik weet ook dat je snel helemaal verdwenen zult zijn. Ik zal je verslaan, ik zal van je winnen. Vaarwel.
Wil jij ook een gastblog, dankwoord of jouw verhaal laten publiceren op Proud2Bme? Mail dan je verhaal in een Word bestand met twee foto’s in een aparte bijlage naar redactie@proud2Bme.nl
Geef een reactie