Ik durf het niet, ik kan het niet! De anderen zullen vast denken. Ik kan me nog die enorme misselijkheid herinneren voordat ik een presentatie moest doen. De nachten daarvoor sliep ik niet en was ik alleen maar aan het herhalen wat ik moet doen en zeggen. Ik was zo ontzettend bang om af te gaan waar de hele klas bij zat, terwijl iedereen toekeek. Ik was bang voor wat anderen zouden denken. Ik wilde perfect zijn.
Faalangst. Zoveel mensen hebben er last van. Een enorme angst om je mening te geven voor een groep, een presentatie te geven of gewoon om een antwoord te geven in de klas. Zoveel angst dat het je helemaal kan blokkeren. Een enorme opluchting zodra jij de beurt niet krijgt zodat je geen fout kan maken en lekker veilig in een hoekje kunt blijven zitten…
De gedachten van een mens bestaan uit twee soorten. Rationele en irrationele gedachten. De rationele gedachten zijn gebaseerd op verstand, op waarheid. De irrationele gedachten zijn gebaseerd op eisen die je aan jezelf staat, op gevoelens, op onwaarheden. Voorbeelden daarvan zijn:
Ik moet perfect zijn.
Ik mag geen fout maken.
Alles moet mij meezitten.
Nog een hele belangrijke irrationele gedachte is de gedachte dat iedereen je aardig moet vinden. Waarom is dat irrationeel? Er is bewezen dat als er 100 mensen in een kamer zitten die jou allemaal nog niet kennen en jij binnenkomt er al 33 mensen zijn die jou gelijk al niet aardig vinden. 33 mensen maakt het niet zoveel uit en hebben niet echt een mening en 33 vinden je wel oké en wel aardig. Dan heb je nog niks gedaan, maar toch vindt lang niet iedereen je aardig. Als jij bang bent om je mening te geven omdat je dan denkt dat anderen je niet meer aardig vinden is dat dus duidelijk een irrationele gedachte waar je tegen moet vechten. Je kan er namelijk niet voor zorgen dat iedereen je aardig gaat vinden. Dat hoeft ook helemaal niet, want vind jij iedereen aardig?
Het is heel lastig om in een situatie je irrationele gedachten te herkennen. Je kan het leren door het maken van een ABC-schema. Bij de A zet je de feitelijke dingen. Bij de C zet je wat je voelt en bij de B wat er voor zorgt dat je de dingen voelt wat je bij C hebt opgeschreven. Dit zijn dus je irrationele gedachten. Ik zal een voorbeeld geven:
A. Mijn auto start niet en ik sta vooraan voor een groen stoplicht. De auto’s die achter mij staan moeten op mij wachten en beginnen te toeteren. De vrouw achter mij draait haar raam naar beneden, begint te schelden en steekt haar middelvinger naar me op.
B. Het is erg dat de anderen op mij moeten wachten. Anderen moeten geen last van mij hebben maar mij aardig vinden.
C. Ik krijg trillende en vochtige handen, pijn in mijn buik en ik begin op een verkeerde manier te ademen.
Als je gaat zien wat jou irrationele gedachten zijn kan je daar tegen gaan vechten. Ik ga niet zeggen dat je binnen een paar keer helemaal van die gedachten af bent. Nee zeker niet! Het is een kwestie van oefenen, oefenen en oefenen. Zoek juist de situaties op waarin jij last hebt van je faalangst zodat je met jezelf de discussie aan kan gaan. Wat ook kan helpen is om het te vertellen aan mensen om je heen zodat ze jou ook kunnen helpen om de goede beslissing te maken op zo’n moment.
En ik denk, het allerbelangrijkste: Jij bent een mooi en waardevol persoon! Je hoeft niet perfect te zijn en je mag fouten maken. Je bent er zeker niet minder om als je een fout maakt!!
Jullie kunnen het!
Geef een reactie