Eetbui-voedsel eten
Toen ik nog regelmatig eetbuien had, was er een aantal etenswaren dat ik niet los kon zien van mijn eetstoornis. Dit waren producten die ik alleen kocht als ik ‘van plan was’ een eetbui te hebben en die ook nergens anders voor mochten dienen. Ik zette ze onderin de koelkast, zodat iedereen in huis wist dat het van mij was. Als iemand er toch aan had gezeten, werd ik boos. Het was van mij, ik had het nodig, hoe durfden ze?!
Inmiddels gaat het gelukkig een stuk beter met me. Ik heb bijna geen eetbuien meer en als ik ze toch heb, zijn het vooral subjectieve. Veel van de producten die destijds niet meer waren dan een ‘middel’ om de drang te stillen, hebben nu een andere betekenis. Het zijn weer dingen om van te kunnen en mogen genieten, dingen om te delen met mensen om me heen. Ik kan ze weer normaal zien.
Van eetbui-voedsel naar gezellig eten
Soms kom ik nog iets tegen waarbij ik merk dat de koppeling vanuit mijn eetstoornis er nog zit. Dit gebeurde ook in de chat met de diëtiste, waar het ging over het eten van taart en hoe dit een uitdaging kon zijn. Hierdoor ging ik nadenken over hoe dat nu bij mij zit. Ik realiseerde me dat taart eten op zich voor mij geen uitdaging meer is. Lekker juist, gezellig met een vriendin op een terrasje bijvoorbeeld.
Maar toen dacht ik aan die ene taart, de hazelnoot-schuimtaart van de supermarkt hier in de buurt, en aan hoe die met eetbuien moeiteloos op ging. Ik dacht aan hoe ik in tranen kon zijn van paniek als die onverhoopt door een ander aangesneden was. Dat voelde alsof ik niet meer compleet kon zijn, omdat de taart niet meer compleet was. Ik vroeg me af hoe lang het geleden was dat ik deze taart gekocht had en kwam erachter dat dit al even geleden was.. In elk geval niet meer sinds de eetbuien zoveel minder voorkomen.
De test
Ik besloot dat ik het een goed moment vond om uit te proberen hoe het nu zou gaan als ik deze taart in huis had. De dag dat ik hem zou halen, ging het even niet zo goed, dus ik koos ervoor het een dagje uit te stellen. Ik kocht de taart op een dinsdag en zette hem (bovenin) de koelkast. Aan het eind van de middag werd ik al behoorlijk op de proef gesteld, toen ik het bericht kreeg dat iemand in mijn omgeving overleden was. Ik dacht aan de taart, dat deze in de koelkast stond en ik dus makkelijk een eetbui kon hebben als ik dat wilde. Even schoot het door mijn hoofd, maar echte drang was het niet. Ik wist heel goed dat het niet was wat ik wilde. ’s Avonds nam ik een stukje, zoals de planning was geweest. De rest van de taart bleef in de koelkast staan.
De volgende dag wees ik mijn pleegvader erop dat de taart in de koelkast stond en dat hij die kon pakken als hij daar zin in had. Dat gebeurde en de dagen erna zag ik een paar keer dat de taart kleiner was geworden. Mijn ouders aten het waar ik bij was en ik merkte dat dit niet betekende dat ik het ook moest eten. Het bezitterige dat ik in het verleden heel sterk had, was nu niet meer dan een flauwe gedachte. Ik kon en mocht zelf kiezen wat ik wilde eten en dat was fijn om op te merken! De vrijdag daarna kwam het eerste moment dat ik zelf écht zin had in een stukje van de taart. Ik nam het en dat was prima.
Niet luisteren naar de eetstoornis-stem
Op zondag vroeg ik me opeens af of er nog taart was. Ik was niet thuis en kon niet in de koelkast kijken en ik voelde het steken. Het idee dat hij er misschien niet meer was, maakte me verdrietig. Ik had niet genoeg genoten van de taart, dacht ik, en dat was een gemiste kans. Hierin hoorde ik het stukje eetstoornis dat er bij mij nog zit heel sterk spreken. De taart voelde toch als iets extra’s en iets in mij legde daar een druk op: als het dan toch moet, dan moet ik er wel van genieten, want het moet de moeite waard zijn. Ik kreeg met terugwerkende kracht spijt van de taart die ik gegeten had. Ik had het wel lekker gevonden en kon me ook wel bedenken dat ‘genieten’ in eerste instantie niet het doel was geweest toen ik de taart kocht, maar toch.. ergens zat weer dat stemmetje dat zei dat dit niet mocht.
Terugkijkend ben ik blij dat ik dit geprobeerd heb. Ja, ik vond het een uitdaging. En merken dat het eigenlijk wel redelijk oké ging, voelde als een bevestiging dat ik inderdaad stappen vooruit heb gezet. Dat ik de eetstoornisstem op zondag zo duidelijk kon herkennen als niet gezond denken. Dat ik daar ook helpende gedachtes tegenover kon zetten, is een voorbeeld van zo’n stap vooruit. Hetzelfde geldt voor het hebben en delen van de taart zonder dat dit mij echt in de weg zat. Daarnaast vind ik het niet erg dat die eetstoornisstem er met momenten toch was. Ik weet dat ik nog niet volledig hersteld ben, dat mijn eetstoornis veel meer gedachten zijn dan dat het zich naar mijn gedrag vertaald. Ik weet ook dat ik niet per se naar deze stem hoef te luisteren en mijn eigen keuzes kan maken. En dat is fijn.
Reacties
Kan trouwens wel weinig dingen in huis hebben. Ook dingen als granola of abrikozen; dingen die je achter elkaar kan eten. Toch niet het idee dat ik wat mis. Eet soms buiten de deur wel een yoghurt met granola.