Knuffelen met je therapeut
Ik zit tegenover haar en ze knikt terwijl ik mijn verhaal vertel. Plotseling voel ik een enorme golf aan emoties opkomen die vervolgens uit mijn ogen stroomt. Ik voel me intens verdrietig. Door de druppels heen kijk ik verwachtingsvol naar de therapeut. Ze zit met haar armen over elkaar en knikt. Ik voel me alleen, alleen in mijn verdriet. Het eenzame gevoel verlamt me. Een kwartier later hoor ik in een waas zeggen dat het tijd is en dat we moeten afronden. Ze steekt van een dikke meter afstand een arm mijn kant op en geeft me een hand "Sterkte, tot de volgende keer" Twee minuten later sta ik buiten. Het regent en vriest niet, maar zo voelt het wel...
Na een jaar van wekelijkse gesprekken namen we afscheid. Ik was vrij gehecht aan haar geraakt en had enorm veel vertrouwen in haar kunnen gekregen. Ze wilde me opnieuw, zoals na iedere sessie, een uitgestrekte arm toereiken. Ik deed toen iets wat ik al een jaar lang wilde doen. Vol schaamte vroeg ik of ik haar even mocht omhelzen. Ik had nu toch niets meer te verliezen, want het contact zou toch stoppen. Ze keek wat verbaasd "knuffelen met je therapeut?" maar ging met enig omgemak op mijn aanbod in. Na een jaar van "professionele afstand" was er nu even, héél even, vijf seconden, nabijheid en dat voelde goed. We waren beiden even gewoon mens...
Naast dat ik binnen instellingen het nodige heb gezien als cliënt en partner, heb ik inmiddels ook de nodige ervaring vanuit mijn werk met diverse GGZ instanties. De regels rondom afstand en nabijheid lijken bijna overal hetzelfde gehanteerd te worden. Er wordt een professionele afstand gehouden, wat over het algemeen inhoudt dat er niet meer fysiek contact is dan enkel het schudden van de hand, zeker als het gaat om psychologen en psychiaters.
Gelukkig heb ik binnen de GGZ ook de nodige sociotherapeuten meegemaakt die wel zo met cliënten omgingen dat een schouderklopje of een arm om iemand heen mogelijk was. Dat gaf een warm en wij-gevoel, in plaats van het 'wij - zij gevoel" dat nog weleens wil ontstaan o.a. door de grote afstand tussen professional en cliënt. Je had het gevoel gewoon met een mens te praten, gewoon iemand zoals jij en ik. Je had niet het idee 'beneden' iemand geplaatst te worden. Je voelde je immers als minderwaardig genoeg. Je werkte samen en dat was prettig.
Helaas ken ik ook veel verhalen van extreme afstand. Cliënten mochten niet eens over de drempel van het kantoor van de sociotherapeuten komen. Werd dit per ongeluk toch gedaan, dan werd zakelijk verzocht een stap achteruit te doen. Het leek een soort machtsstrijd, waarbij de sociotherapeut kunstmatig duidelijk wilde maken wie de baas was. Dit zorgde voor een heel naar gevoel en automatisch voor afstand en soms zelfs opstandigheid. Het "wij-zij gevoel" werd versterkt. Er werd niet meer samengewerkt, maar tegen elkaar gestreden. Het was echt de professional, die bijna geen mens meer was, versus de patiënt, zeker niet de cliënt. Dit zorgde niet alleen voor weinig herstel, maar ook voor veel vroegtijdig gestaakte behandelingen en ontslag.
Toch wordt er binnen de hulpverlening altijd op gehamerd dat professionele afstand belangrijk is. Je hebt immers een hulpverleningsrelatie met iemand, geen vriendschap. Juist door die hulpverleningsrelatie kan je veel bereiken. Betekent professionele afstand dan dat er geen enkel lichamelijk contact mag zijn? Betekent dit dat een arm om iemand heen doen niet professioneel is? Betekent het dat iemand troosten door haar een knuffel te geven onprofessioneel is? Dat is een ingewikkelde kwestie...
De nabijheid en het lichamelijk contact zou er mogelijk voor kunnen zorgen dat iemand extreem gehecht raakt aan de therapeut of dat er voortdurend sprake is van overdracht. Dit kan de behandeling flink in de weg gaan staan. Als iemand zijn hele leven liefde tekort is gekomen, zal één knuffel bovendien niet genoeg zijn en zal deze keer op keer naar meer verlangen. Wellicht zorgt dit er zelfs voor dat het slechter met die persoon gaat, omdat die zo hoopt meer getroost te worden. Waar ligt dan de grens? Tenslotte is er natuurlijk nog het dilemma van de mannelijke therapeut en de vrouwelijke cliënt. Aanraking kan dan op den duur toch verkeerd geïnterpreteerd worden en dat wil je uiteraard ten allen tijden voorkomen binnen een behandeling. Allemaal begrijpelijke redenen om een afstand te behouden tussen professional en cliënt. Maar is dat ook het best voor het herstel?
Tegelijkertijd mis ik binnen instanties weleens de menselijkheid en de letterlijke én figuurlijke nabijheid. Sommige medewerkers functioneren op basis van protocollen en beleid in plaats van op basis van ratio en gevoel. "Zo werkt het hier en daar heb jij je aan te houden" in plaats van "Laten we samen onderzoeken wat goed voor jou is". Dat is makkelijk en veilig, want je hebt altijd iets om op terug te vallen als er iets fout gaat. Tegelijkertijd kan je je afvragen of een menselijke benadering op de duur niet voor beide partijen veel prettiger is. Ik denk dat iedere hulpverlener voor zijn eigen kind een hulpverlener wenst die menselijk, betrokken, warm én professioneel is.
Kortom: Ik stem voor de middenweg. Ik hoef geen knuffelsessie met een therapeut, maar ik had het wel heel fijn en helpend gevonden als sommige psychologen en sociotherapeuten in het verleden net wat warmer en menselijker waren geweest en zich iets minder hadden gehouden aan die professionele afstand. Dat had er niet alleen voor gezorgd dat ik minder was gaan schoppen en meer was gaan samenwerken, maar ook voor meer vertrouwen en misschien wel voor een klein beetje extra warmte voor de kilte in mijn lijf...
Fotografie: Haley
Ik ben benieuwd wat jouw ervaring hiermee is...
Laat gerust je reactie achter ♥
Gerelateerde blogposts
Reacties
Ik had zo graag eens een arm om mee heen gehad of een schouderklopje...
Nooit gekregen...
Dat vind ik wel een mooie tussenweg, eerlijk gezegd. Ik heb geen behoefte aan knuffelsessies, voor mij zou het dan niet veilig meer voelen. Dit is voor mij wel prettig om iets meer nabijheid te kunnen ervaren.
Nadat iemand afscheid nam in deeltijd kreeg die altijd een knuffel, ook van de therapeuten (werd wel altijd gevraagd of dat oké was).
Ik heb ook gesprekken over vakanties van therapeuten en zelfs over hun relaties.
Natuurlijk wordt niet alles besproken, maar juist die openheid en eerlijkheid, en het stuk daarin waarin zij ervaringsdeskundige zijn vind ik heel prettig.
Het is dus misschien meer een vriendschap, maar nog steeds wel professioneel.
De perfecte tussenweg! (Voor mij in elk geval)
Verder vind ik naast omhelzen handen vasthouden, even op de schouder leunen en high fives geven een goed idee binnen sommige settings. Bij een echte therapeut zou ik dat hoogstens zeer zelden eens doen. Maar bij een persoonlijke begeleider die echt heel dichtbij staat en geen therapie aan je geeft kan het een heel waardevolle toevoeging zijn!!!
Tuurlijk moeten professionele grenzen bewaakt worden en gewaarborgd blijven. Maar ik vind dat een knuffel of een hand op een schouder prima kan, als dat van beide kanten oke is.
Ik ben dus zo'n cliënte die dat in therapie wel fijn vond en ik daardoor juist aanrakingen en grenzen aangeven heb kunnen leren. Ik ben een verpleegkunde student en als mijn therapeute dat fysieke contact niet met mij aan was gegaan, had ik nooit deze studie kunnen volgen.
Dus ja, juist doordat zij dat wel deed, heb ik heel veel kunnen bereiken!
Ik vind dat ze niet zo afstandelijk moeten doen qua fysiek contact
Zelfs van mijn huisarts kreeg ik een keer een schouderklopje, haha.
Niet zo krampachtig mee omgaan, maar wel professioneel grenzen bewaken. Een lastig spanningsveld.
Toentertijd ook zonder gevoel en meer vanuit een machtsverschil. Nu bij die therapeut een warm contact, waarbij veel loskomt aan oude ballast. Moet nog even financieel op orde komen voordat ik weer naar hem toe kan.
Nu verwacht ik dat niet binnen de ggz maar wat warmer zou wel beter zijn. Een aanraking kan het gevoel geven dat iemand je echt begrijpt, als mens, en niet alleen uit de boekjes.
Ik vind het niet thuis horen in een therapeutische relatie. Er zijn ook anderen manieren om te laten blijken dat je betrokken bent. Ik weet nog wel dat een verpleegkundige mij in opname altijd een knuffel wilde geven, vreselijk. Ga weg man.
Ik ben inderdaad voor de middenweg. Mijn cliënten zijn absoluut geen nummer voor mij. Ik ben zeer begaan met ze. Maar moet ook omschakelen als ik naar huis ga. Als ik niet mijn eigen privéleven ook heb, kan ik geen goede therapeut zijn. Dat wil niet zeggen dat verhalen van cliënten mij niet enorm kunnen raken of dat ik thuis nog eens denk hoe het met iemand zou zijn. Ik zou echter geen goede therapeut zijn als ik met cliënten een veel ge persoonlijke band aan ga. Dan kan ik geen therapie meer geven. Er zijn ook andere manieren om cliënten nabijheid te laten voelen.
Als client heb ik de behoefte ook echt wel gevoeld. En dat is het dubbele. Je deelt zoveel heftigs en intiems. Maar ook dan helpt het om dat verlangen wel uit te spreken en er samen naar te kijken. Het verlangen mag er zijn en is absoluut oké. Maar maak het samen bespreekbaar!
Tot ik in 2006 Psycho-fysieke trainingen ging geven wat het aanraken of een knuffel in trainingen of coachingssessies niet echt een issue, maar bij het geven van psycho-fysieke weerbaarheidstrainingen bij basisscholen (ook na een persoonlijk verhaal van een totaal afgebrande Basisschooldirecteur die onterecht was aangeklaagd) deed ik geen trainingen zonder docenten erbij en huurde ik een vrouwelijke trainer in voor de meisjes.
De behoefte bespreken is denk ik altijd goed, het eventueel gemis uit verleden kan de therapeut zeker niet invullen ,wel voelbaar maken en helpen helen. De grens is denk ik afhankelijkheid en misbruik (is dus ongelijkheid) van de vertrouwenspositie.
Het is de individuele invulling van coach/therapeut zijn of deze oprecht de steun en support kan geven die passend is en helpt aan de inzichten groei en doelstellingen van de behandeling. Daarbij loop je altijd in welke vorm dan ook een risico dat jij het verkeerd inschat of de ander het anders ontvangt dan dat je bedoeld. Ik ben tegen de op angst (voor aanklachten/claims/ontevredenheid) gebaseerde regels en voorschriften, al snap ik ook dat een instituut wel een beleid van behandeling en ook grenzen moet vastleggen. Een groot gemis in de reguliere hulpverlening dat de studenten in deze sector de eigen (fysieke) grenzen, blokkades, normen en waarden niet echt (bij elkaar dus in gelijkwaardige rol) leren te onderzoeken in de opleiding, waardoor ze soms voor het eerst aan dilemma's en interne gevoelens blootstaan in trajecten met hun clienten die dus dan proefkonijn zijn. Afhankelijkheid in welke relatie dan ook, kan leiden tot grensoverschijdend gedrag, dus ook in de therapeutische relatie en is nooit een goede optie. Al is de afhankelijkheid in de coaching/therapeut rol in bepaalde fasen niet altijd te voorkomen en geeft de behandelaar een grote verantwoordelijkheid dit te herkennen in de gaten te houden en te bespreken als onderdeel van de behandeling.
Het kan absoluut niet dat een cliënt aangeraakt wordt door een therapeut als de cliënt dat eigenlijk niet wil. Dat vind ik het belangrijkste.
Voor een cliënt denk ik dat het het beste is om het over dit gevoel te hebben met de therapeut. Te onderzoeken waar het vandaan komt, wat lichamelijk contact teweeg zou brengen en of het helpend zou zijn of niet.
Ik heb wel een paar andere therapeuten gehad die af en toe zeiden "ik zou nu graag een arm om je heen willen slaan", terwijl ik naar mijn idee juist helemaal geen band met hen had. Als ze het dan wel gedaan hadden zou ik het waarschijnlijk juist vervelend gevonden hebben. Ik denk dus wel dat je het er over moet hebben.
Ikzelf als verpleegkundige leg best wel eens een arm op iemands schouder of een aai over de rug in een ziekenhuiswereld vol ellende, overlijden en pijn die mensen doorstaan. Echt knuffelen met patiënten doe ik eigenlijk nooit, behalve op de kinderafdeling ;)
Met mijn psycholoog heb ik heel fijn contact, er is fysieke afstand, maar ze toont veel persoonlijke betrokkenheid, praat ook over haar eigen leven en ik mag ten alle tijden bellen en mailen als ze aan het werk is. Zo is er toch die professionele afstand maar voelt het toch totaal niet kil of koud.
Stel je voor dat knuffelen dan toegestaan zou zijn geweest. Dan ben je als patiënt nergens meer.
Aan de andere kant vind ik dat een hand op je schouder en dergelijke eigenlijk moet kunnen, maar misschien niet bij een" een op een " contact. Ik vind het eng om de band tussen patiënt en therapeut te hecht te maken. Ik vind het prettig om duidelijke grenzen te hebben en het zou fijn zijn om als patiënt ook van te voren te mogen weten waar die liggen.
Ik kan wel begrijpen dat sommige mensen er wel behoefte aan hebben.. ik weet niet of het goed is als therapeuten meer een knuffel zouden geven ofzo. Sowieso vind ik dat hulpverlening je niet moet aanraken zonder het te vragen, want je kunt heus niet altijd inschatten of iemand dat wilt en het is idd een proffesionele relatie en ik vind het bijv sowieso niet fijn als iemand mij aanraakt (ook niet-hulpverlening.) Misschien zou het goed zijn dat er een knuffel/schouderklopje oid gegeven mag worden als het vante voren word gevraagd en goedgekeurd. Maar dan nog kunnen er natuurlijk verkeerde situaties ontstaan, waarbij iemand te afhankelijk word oid. Dus het is gewoon een lastige kwestie.
Oja er staat in het artikel: "Tenslotte is er natuurlijk nog het dilemma van de mannelijke therapeut en de vrouwelijke cliënt. Aanraking kan dan op den duur toch verkeerd geïnterpreteerd worden en dat wil je uiteraard ten allen tijden voorkomen binnen een behandeling."
Maar dit geld natuurlijk niet alleen bij een mannelijke therapeut en vrouwenlijke client, er kan ook een verkeerd geinterpreteerde/verkeerde aanraking zijn tussen een mannelijke therapeut/mannelijke client, vrouwelijke therapeut/mannelijke client of vrouwelijke therapeut/vrouwelijke client!
Ik, als mannelijk holistisch massagetherapeut, heb hier ook mee te maken.
Ik heb de overtuiging dat veiligheid, vertrouwen en nabijheid tussen client en therapeut het belangrijkste is om met elkaar samen te werken. Professionele "afstand" is nodig om goed te kunnen begeleiden, maar er moet ook een klik zijn, warmte, betrokkenheid, oprechte aandacht. Dat is misschien nog wel belangrijker dan de therapievorm zelf. Ik merk in mijn praktijk dat zowel mannelijke als vrouwelijke clienten dit erg belangrijk vinden: echt contact van mens tot mens en geen gevoel dat je een van de vele clienten bent. Nu is aanraken met aandacht sowieso mijn werk, maar als ik het gevoel heb dat een client een knuffel of hand op schouder nodig heeft, vraag ik eerst toestemming. Mijn client geeft de grens daarin aan. En als ik het gevoel heb dat het niet gepast is op dat moment, zal ik het ook niet doen.
In onze maatschappij wordt afstand houden (heerlijk veilig, maar vaak eenzaam) en vooral vanuit je hoofd leven als een soort norm verheven. Ik pleit er voor om meer met je omgeving in contact te komen met een aanraking/knuffel wanneer je die behoefte hebt (dat hoeft dus niet met je therapeut te zijn). vraag aan die persoon of je een knuffel mag (geven), leg een keer je hand op die schouder van een collega, vriend(in), iemand die je nabij staat. Het kan zoveel betekenen voor een mens. Het is een liefdevolle, warme manier om iemand te steunen wanneer zij het nodig heeft.
Jonnah.
Dat is toch heel niet nodig! X
Ik heb er zoveel behoefte aan... het is dan altijd weer rot te ervaren dat je hun werk bent.
Ik mag wel de behoefte hebben aan een knuffel van haar, maar ik en zeker zij hoeft er niet naar te handelen. Mijn inzien zou het schadelijk zijn voor mij.
Maar mijn therapeut is zeker geen ijskonijn hoor. Ze is heel erg nabij. Dit ervaar ik door haar gezichtsuitdrukking. Ze kan mij echt op een heel lieve moederlijke manier aankijken. Of ze zegt:" Ik had oprecht gewild dat jij een andere jeugd had gehad". Ik heb ook wel eens een soort afgrijzen van haar gezicht af gelezen bij het vertellen van de fysieke mishandeling door mijn moeder. En als ik een heftige huilbui heb is zij gewoon heel aanwezig stil. En weet precies op tijd te zeggen:" Je bent niet alleen, ik ben er voor je". Ik kan jullie vertellen dat die manier van nabijheid heel erg helend, warm en fijn is. En mij meer waardevol als een knuffel.
Ze heeft één keer liefdevol mijn arm aangeraakt toen ze op vakantie ging voor drie weken en het duidelijk was dat mijn moeder snel zou overlijden.
En ook dit was voor mij genoeg troostend. Ik ben ervan overtuigd dat ik niet zomaar een patiënt ben voor haar. In een sessie is ze met heel haar hart en gevoel bij mij. En daar na laat ze het lekker weer los. En heeft ze de volgende patiënt weer. Perfect toch. Ik mag nemen en hoef niet te geven. En zij mag mij de hele week vergeten, als ze er maar met haar hart en expertise bij is als ik haar weer zie.
Mijn therapeut gaat ergens anders werken en ik krijg dus een andere therapeut. Een heel moeilijk proces voor mij. En ik kan hierover alles met haar bespreken. Maar door die professionele afstand en nabijheid kan ik goed afscheid van haar nemen. Ze is namelijk mijn therapeut. Niets meer en niets minder. En toch voel ik een verbinding met haar maar wel een therapeutische verbinding.
Als kind ben je misschien te kort gekomen . Dit is pijnlijk maar wordt niet opgelost door een knuffel van een hulpverlener .
Wat heb je dan 1 of 2 knuffels . Daarbij is het gevaar van sexuele opwinding aanwezig wat tot nog grotere problemen kan leiden bij een cliënt . Voelen dat je tekort be t gekomen . Daarover huilen en boos zijn en misschien vind je dan een partner waarmee je elke dag kunt knuffelen . Is mijn ervaring na heel veel kast psychotherapie .