Wat moet je doen als je bloedsuiker te hoog is of juist te laag? Kan je dit herkennen? En is het te voorkomen? Op al deze vragen zal ik proberen antwoord te geven in deze blog over bloedsuikers. Allereerst kan het handig zijn om te weten wat bloedsuikers zijn en waar je op moet letten. Veel mensen hebben er weleens wat over gehoord, maar weten eigenlijk niet precies wat het betekent terwijl het wel handig kan zijn hier meer over te weten. 

Wat is een bloedsuikerspiegel?
Als er gesproken wordt over je bloedsuikerspiegel, hebben we het over de hoeveelheid glucose in je bloed. Er is altijd een bepaalde hoeveelheid aan glucose in je bloed aanwezig. Dit is gemiddeld tussen de 4.0 en 8.0 mmol/l bij gezonde mensen. Deze waarde wordt gereguleerd door het hormoon insuline. Insuline zorgt ervoor dat een teveel aan glucose in het bloed wordt opgenomen door de lichaamscellen. Zo blijft je bloedsuikerwaarde stabiel.

Bron

Hoge bloedsuikers
Als je een te hoge bloedsuikerwaarde hebt betekent dit dat je teveel glucose in je bloedbaan hebt. Bij een bloedglucosewaarde boven de 10 mm/l spreek je van een hyper (hyperglycemie). Symptomen van een hyper zijn veel plassen, veel dorst hebben, vermoeidheid, je niet lekker voelen, misselijkheid en/of overgeven.

Lage bloedsuikers
Als je bloedsuiker lager is dan de 4 mml spreken we al van een lage bloedsuiker. Symptomen die je dan kan waarnemen zijn concentratieproblemen, zweten, trillerig, duizeligheid zijn maar ook wisseling in je humeur. Daarbij ervaar je dan ook vaak een hongergevoel. Dit heeft een hypo. Wat kun je doen bij een hypo? Je zou een belegde boterham kunnen eten of iets van fruit. Als je een hele lage bloedsuikerwaarde hebt, kun je beter iets van limonadesiroop nemen of dextro energy snoepjes. 

Als je diabetes hebt dan kan je last hebben van zowel hoge bloedsuikers en lage bloedsuikers. Ik heb al eerder een blog geschreven over diabetes en een eetstoornis. Deze blog kun je hier vinden. 

Voeding
Voeding heeft een belangrijke rol in het stabiel houden van je bloedsuikerspiegel. Door regelmatig te eten en een eetpatroon te hebben van 6 eetmomenten, voorkom je dat je pieken en dalen in je bloedsuikerspiegel krijgt. Ook kunnen bepaalde voedingsmiddelen er juist voor zorgen dat je een piek in je bloedsuikerspiegel krijgt. Denk aan de zogenoemde snelle suikers. Omdat snelle suikers korte keten koolhydraten zijn, kunnen deze snel door het lichaam worden verwerkt. Dit in tegenstelling tot langzame koolhydraten die eerst in kleinere koolhydraten moeten worden verwerkt. Dit zorgt dus voor een minder snelle stijging van je bloedsuikerspiegel.

Als je veel snelle suikers eet kan je bloedglucosewaarde in korte tijd snel stijgen. Je lichaam wil zo snel mogelijk weer naar een stabiele bloedglucosewaarde en om die reden wordt insuline afgegeven om het teveel aan glucose weer uit je bloedbaan te halen. Een snelle stijging gevolgd door een snelle daling van je bloedglucose kan voor meer trek zorgen terwijl je net gegeten hebt. Merk je dat je hier vaak last van hebt dan zou je wat meer langzame koolhydraten in je voeding kunnen gaan opnemen.

Het eten van vezels zorgt ook voor een minder snelle stijging van je bloedglucosewaarde na een maaltijd. Let ook op het gebruik van alcohol. Alcohol beïnvloed namelijk ook de bloedglucosespiegel. Heb je het idee dat je veelvuldig last hebt van hypoglycemie of hyperglycemie, neem dan contact op met je huisarts om te laten onderzoeken of er sprake is van diabetes of andere problematiek.

Bron

Eetstoornis en bloedsuikers
Ook zonder diabetes kan je last hebben van wisselende bloedsuikers. Met name een onregelmatige eetpatroon of het overslaan van maaltijden kan voor wisselende bloedsuikerspiegels zorgen. Bij een te lage voedsel inname zie je dat er vaker hypoglycemie kan voorkomen. Stress kan voor een hormoon disbalans zorgen wat tevens invloed kan hebben op de bloedsuikerspiegel.

Feiten en fabel:
1. Glucose is de enige vorm van koolhydraten waar een bloedsuikerspiegel door wordt bepaald
Feit. In de bloedbaan wordt alleen deze vorm van koolhydraten vervoerd

2. Als je wisselende bloedsuikers hebt, heb je last van suikerziekte (diabetes)
Fabel. Door het eten variëren de bloedsuikerwaardes. Deze natuurlijke schommelingen worden echter opgevangen door hormonen zoals insuline

3. Als je bloedsuikerspiegel laag is krijg je honger
Feit. Als je bloedsuikerspiegel daalt doordat je lichaamscellen de glucose verbruiken ervaar je een hongergevoel. Dit systeem is onderdeel van het honger-en verzadigingssysteem van je lichaam

4. Beweging heeft ook invloed op je bloedsuikerspiegel
Feit. Beweging zorgt niet alleen voor verbruik van glucose, het zorgt ook dat je lichaam efficient kan werken wat een positief effect heeft op het stabiel houden van je bloedsuikerspiegel

5. Hypoklachten kan je alleen hebben als je diabetes hebt
Fabel. Ook mensen zonder diabetes kunnen hypoklachten hebben. De ene persoon is er gevoeliger voor dan een andere persoon

6. Insuline is het enige hormoon wat je bloedsuikerspiegel beïnvloedt
Fabel: Er zijn meerdere hormonen die invloed hebben op je bloedsuikerspiegel, zoals glucagon. Glucagon zorgt voor het vrijmaken van glycogeen waardoor er meer glucose in je bloedbaan komt. Dit hormoon komt vrij als je bloedglucosewaarde te laag dreigt te worden