Het leven is mooier zonder eetstoornis

 

Proud

In de 2e klas van de middelbare school werd ik gepest, buitengesloten en uitgescholden. Soms had dit schelden te maken met mijn figuur. Ik was eigenlijk helemaal niet te dik, maar door dat schelden, ging ik het toch geloven. Ik begon met lijnen, maar eerst deed ik het nog rustig aan. In de derde klas kreeg ik nieuwe vriendinnen, het ging beter met me.

Toch bleef het gevoel hangen, dat ik dunner moest worden en dat als ik dun was, dat niemand me dan ooit meer zou pesten en dat ik dan geaccepteerd zou worden zoals ik was. En dat was wat ik het liefste wilde. Gewoon geaccepteerd worden.

Al gauw sloeg ik door met het lijnen. Ik was me hier bewust van, maar ik hield er toch niet mee op. Ik begon steeds minder te eten, meer te sporten en ik spuugde mijn eten steeds vaker uit. In die periode gebeurden er nog wat moeilijke dingen en dit kon ik op dat moment niet aan. Ik stortte me echt volledig op het lijnen. Dit voelde voor mij als een manier om staande te blijven, maar eigenlijk zakte ik juist steeds dieper weg, in een donker dal. Het afvallen gaf me een gevoel van controle over mezelf, maar ik besefte niet, dat ik eigenlijk juist de controle over mezelf kwijt was. Ik had onbewust de controle uit handen gegeven. Mijn eetstoornis leek op dat moment sterker te zijn dan ik. Soms kreeg ik erg confronterende opmerkingen, zoals: "Wat ben jij mager zeg" of "moeten jullie eens kijken, ze is echt mager!" En heel vaak: Eet je wel genoeg?. Ik begreep dit niet. Ik was toch juist te dik?

Ik begon aan mijn 4e schooljaar. Ik was erg onzeker en ik werd weer gepest. Erger nog dan in de 2e klas. Elke dag, de hele dag door, hoorde ik dat ik lelijk was. En ja, dan ga je dat geloven, zeker als je al onzeker bent. Ik gaf mezelf de schuld van het feit dat ik gepest werd. Ik was immers al eerder gepest. Het moest wel aan mij liggen. Ik kwam niet voor mezelf op omdat ik geloofde dat de Pesters gelijk hadden. Ik was gewoon lelijk. Nu weet ik wel beter. Ik ben niet lelijk en ik ben ook niet dik. Ik ben mooi zoals ik ben. En al zou ik dik zijn, dan zou ik nog mooi zijn zoals ik ben. Helaas zag ik dit toen niet zo. Ik moest nog meer afvallen. Als ik dun was, zou ik mooi en gelukkig zijn, dan zou ik nooit meer gepest worden.

Op een gegeven moment was ik er klaar mee. Ik was veel afgevallen, maar ik was er niet gelukkiger van geworden, integendeel. Dit moest stoppen! Ik geloof in God en ik vroeg hem om hulp. Ik denk dat hij mij de kracht gegeven heeft om te vechten. Ik ging weer om me heen kijken, in plaats van zo met mezelf bezig te zijn. Ik zag dat mijn ouders zich zorgen om mij maakten en dat mijn vriendinnen mij nodig hadden. Ik ben gaan vechten, voor mezelf, maar ook voor hen. Ik wilde er voor hen zijn. Ik wilde van waarde zijn voor anderen, in plaats van alleen maar met afvallen bezig te zijn. Ook besefte ik me dat ik heel onlogisch bezig was: Ik wilde niet meer gepest worden, dat was de reden dat ik begon met afvallen, maar nu was ik mezelf aan het kapot maken. Ik wilde geaccepteerd worden, maar ik accepteerde mezelf niet eens. Dat was toch tegenstrijdig?

Langzamerhand werd ik sterker en kwam ik meer voor mezelf op. Het pesten ging langzaam over en ik kwam een paar kilo's aan. Hier had ik best veel moeite mee, maar tegelijkertijd merkte ik ook wat ik er allemaal voor terugkreeg en dat was het zeker waard. Hoe zwaarder ik werd, hoe gelukkiger ik als persoon werd. Klinkt misschien gek, maar zo was het wel. De strijd was zwaar, maar hoe harder ik vocht, hoe meer geluk en blijdschap er door het gevecht heen kwam. Mijn leven werd steeds mooier.

Het afgelopen jaar heb ik in kleine stapjes een hoop veranderd in mijn leven. Ik heb mijn examens gehaald, zit op een nieuwe school, waar ik gelukkig niet gepest wordt. Ik heb veel leuke contacten, een leuke stageplek, ik sport wanneer ik zin heb, spreek vaak af met vriendinnen en ik geniet van het leven! Ik dacht dat ik nooit meer gelukkig zou worden. Mijn leven was zo donker dat ik het licht bijna niet meer kon zien, maar dat wil niet zeggen dat het licht weg was. Ik kon het gewoon even niet vinden.Zelfs als je in het donker nog maar één lichtpuntje ziet, of niet ziet, maar in ieder geval wel wil zien, kun je vechten, overwinnen en gelukkig worden. Als je dat enige, kleine lichtpuntje vastpakt, zal hij je leiden door de duisternis heen. Je zult moeten vechten, maar als je, je blijft vasthouden aan het goede, aan het mooie, aan het lichtpuntje, dan kun je winnen. De overwinning is het gevecht zeker waard. Geef niet op! Want wie vecht kan verliezen, maar wie niet vecht, is al verloren.

Ik ben ontzettend blij dat ik heb gevochten voor mezelf. Mijn leven is zoveel mooier zonder mijn eetstoornis. Ik kan zo van alles genieten. Ik dacht altijd dat als ik dun was, dat ik dan gelukkig zou zijn, maar bij elke kilo die ik afviel, verloor ik een stukje van mijn mooie ik. Ik weeg nu net zo veel, als toen ik begon met lijnen. Alleen ben ik véél gelukkiger! Zo zie je maar, je geluk zit niet in je gewicht, maar in jezelf. Als je jezelf bent en je jezelf accepteert zoals je bent, dan zul je het aller-gelukkigste zijn.

Het mooiste dat je ooit kunt worden, is jezelf!

Anoniem

 

Gerelateerde blogposts