Hier op Proud2Bme schrijf ik regelmatig over sport, omdat ik vind dat bewegen belangrijk is. En hierbij het meest belangrijk: het plezier in bewegen. Want dat is voor mij een zoektocht geweest. Ook al ‘hamer’ ik er in de blogs en video’s vaak op dat sporten leuk moet zijn, in de praktijk is dit voor mij lang niet altijd zo. Ook al vind ik Crossfit heerlijk en kijk ik ook echt uit naar dat uurtje in de week, soms moet ik mezelf er echt heen slepen. Evenals het hardlopen. Ik vind het leuk, maar soms ook pas achteraf of halverwege. En is dat eigenlijk erg?
Terwijl ik, al puffend en zwetend, op de terugweg naar huis rende, knikte een man me enthousiast toe. “Goed bezig!”, riep hij. Ik bedankte lachend en beiden liepen we door. Terwijl ik de bocht om rende, echoden zijn woorden nog na in mijn hoofd. Goed bezig, je bent goed bezig. Ik sprak, zo goed en kwaad als dat ging, de woorden hardop uit. En terwijl ik dat deed, vroeg ik me af hoe goed ik eigenlijk bezig was. Nee, ik heb zeker geen eetstoornis meer, ik sport wanneer ik het leuk vind, toch? Maar heel eerlijk: ik vond het op het dat moment helemaal niet leuk. Ik was moe en gesloopt en daardoor rees de vraag of sporten, zonder eetstoornis, altijd leuk moet zijn.
Fotograaf 1&4: Seth Profet
Moet sporten leuk zijn?
Ik kom van een verstoorde relatie met bewegen: het was obsessief. Vooral hardlopen deed ik intensief. En genieten? Dat deed ik niet meer. Tijdens mijn eetstoornisherstel wilde ik dit ook graag anders. Ik begon minder te sporten en uiteindelijk kwam ik op een punt dat ik helemaal niet meer bewoog. Ik kreeg een aversie tegen alles waarbij ik mijn lijf moest gebruiken. Ik wilde niet voelen, niet zweten, ik wilde die associatie die ik met het sporten had gemaakt het liefst uit de weg gaan.
Vorige maand gaf ik me op voor mijn eerste hardloopwedstrijd. Of nou ja, ik noem het graag ‘event’, want heel competitief ben ik niet. Het uitlopen van het parcours is vooral mijn doel (evenals een lekker biertje erna). Omdat het uitlopen het doel is, loop ik nu iets meer, iets intensiever. En dat is even wennen. Ik wil nét iets meer meters maken voordat ik daar aan de start ga staan, net iets meer aan mijn techniek werken en die gedrevenheid is – naar mijn idee – best gezond. Mijn vriend is fanatiek hardloper en hij helpt me hier heel fijn bij. Maar toen ik dus ineens alleen ging en die gedrevenheid écht uit mezelf moest halen, voelde het ineens ‘anders’. Het feit dat ik mezélf die push gaf voelde ineens verkeerd, terwijl het doel niet was veranderd. Is daarmee ook de intentie van het sporten veranderd?
Gedrevenheid is niet verkeerd
Nee, dat denk ik niet. Dat het (even) zo kan voelen, betekent niet dat het ook daadwerkelijk zo is. Waar het sporten zelf ooit een uitdaging was, zoek ik nu – op een voor mij haalbare manier – naar uitdagingen binnen het sporten zelf. En dat hoeft zeker niet elke keer, juist niet. Sporten is een fysiek maar vooral ook een mentaal spel en daar moet balans in zijn. Sporten is gas bijgeven, even op de rem trappen, jezelf een extra push geven of juist een halt toeroepen. Dit allemaal aanvoelen is niet altijd even makkelijk of duidelijk, die signalen moet je echt zelf leren herkennen. Vaak is sporten voor mij op het moment zelf leuk, maar het is ook wel eens achteraf leuk(er). Yes, dat heb ik toch maar mooi gedaan. Ik voel me dan beter, niet omdat ik een bepaald aantal kilometer in een specifieke tijd heb gelopen, nee. Maar omdat ik vaak na het sporten iets beter kan aarden in mijn lichaam en me energieker voel.
Weer even terug naar de vraag die mijn hoofd insloop: moet sporten altijd leuk zijn? Mijn antwoord hierop is nog steeds ‘ja’. Ja, ik vind van wel. Maar de definitie van leuk kan hierbij verschillen. Een marathonloper zei ooit dat er verschillende soorten leuk bestaan. Je hebt leuk op dat moment en leuk achteraf. Leuk achteraf kan het nagenieten zijn: een week, een jaar, maar soms ook langer. Voor mij was een hardlooprondje met een eetstoornis nooit leuk. Ja, het gaf een kick. Kijk me gaan, kijk hoe ‘goed’ bezig ik ben. Maar leuk vond ik het nooit. Ook niet achteraf. Dat is gelukkig inmiddels veranderd. Als ik nu hardloop, geniet ik van de bomen, de beestjes in die bomen en het feit dat ik iets voor mezelf doe; even weg en mijn lichaam voelen.
Wat ik je vooral wil zeggen, is dat bewegen – evenals andere aspecten van eetstoornisherstel – soms vaak en onduidelijk kunnen voelen. Wanneer moet je een uitdaging aangaan en wanneer is het beter om het even te laten? Die grenzen aanvoelen, je lichaam voelen, dáár ligt de winst. Je mag jezelf pushen, die gedrevenheid is een kracht, ga daar vooral ook instaan. Maar weet ook wanneer het goed is, wanneer je even pas op de plaats kan en mag doen. Sporten is heel fijn en dat mag – met vlagen – zeker ook oncomfortabel zijn, maar laat dat niet het enige gevoel zijn dat het in je losmaakt.
Vind jij het moeilijk om aan te voelen wanneer je jezelf kan pushen en wanneer je jezelf even mag ontzien?
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie