Kruimels als getuige van mijn misdaad

 

23:11 geeft mijn wekker aan. Eindelijk, het is stil geworden in huis. Mijn tijd is aangebroken, ik hoef niet langer meer te wachten. Voorzichtig open ik de deur van mijn slaapkamer zonder enig geluid te maken. Ik sta voor de zekerheid nog een keer stil en luister op de overloop of ik geluiden hoor. Niets. Mijn benen gaan automatisch verder richting de trap naar beneden. De eerste stap is geluidloos en het gaat precies zoals ik het wil. Opeens kraakt er een trede. Mijn hart maakt een sprong, alsof het kloppen ervan hoorbaar is in de stilte die in huis hangt. Toch gebeurt er niets. Op mijn tenen loop ik verder.

Beneden aangekomen loop ik als vanzelf richting de keuken. Voorzichtig tast ik in het donker op zoek naar de lichtknop. Yes, gevonden. Mijn trillende handen zoeken in de voorraadkast en grijpen alles wat eetbaar is vast. Mijn hoofd slaat even op tilt. ‘Hé zwakkeling, wat ben jij nou van plan? Wil je dat echt allemaal op gaan eten?’ klinkt er door mijn hoofd heen. Een andere stem schreeuwt erover heen: ‘Ga je gang, waarom ook niet? Dik ben je toch al, je kan niets. Je bent het niet waard. Ga jezelf maar volproppen met eten, het is kansloos.’ Even sta ik stil, luisterend naar de gedachten in mijn hoofd. Nee, lang houdt ik dat niet vol. Ik wordt gek! Hoe kom ik van die stemmen af? ‘Eten. Niet eten. Eten. Niet eten. Eten. ETEN. ETEN!!’

herstel

Rust. Even helemaal niets denken. Alleen focussen op al dat heerlijke, verboden eten wat voor me ligt en wat ik in mijn mond aan het proppen ben. Die rust, wauw, niet te beschrijven. Ik geniet van dit moment. Niet van het eten, want daar gaat het helemaal niet om. Ik voel me goed omdat ik even niet hoef te luisteren naar die rotstem in mijn hoofd. Ik ben lekker even eigenwijs en kan mijn eigen gang gaan. Even geen controle, even geen eindeloze strijd. Gewoon RUST in mijn hoofd.

23:28u. Verslagen zit ik daar, ineengedoken en alleen op de keukenvloer. Vol afschuw kijk ik naar mijn buik. Ik knijp erin, steeds harder. Met elke kneep verdwijnt die rust en komt er zelfhaat voor op de plaats. Opeens stromen de tranen over mijn wangen. ´Wat heb ik gedaan? Waarom liet ik mezelf gaan? Waarom kan ik mezelf niet gewoon onder controle houden?’ Paniek slaat toe. Ik kijk naar de lege verpakkingen die voor me liggen. De kruimels op de grond zijn stille getuigen van mijn misdaad. Dan sta ik op, met alle boosheid die in mij zit raap ik alles bij elkaar en duw ik de lege verpakkingen zover mogelijk onderin de prullenbak. Zo, opgeruimd staat netjes. Maar wat nu? Mijn goede voornemens, die kan ik toch niet zomaar onderin de prullenbak stoppen? …

‘De wc is je grootste vriend.’ Als in trance loop ik de richting op die de stem mij verteld. ‘Niemand die het ziet of hoort, de kust is veilig. Ga je gang.’ Ik open de deur en kijk naar de pot die voor mijn voeten staat. Ik zak door mijn knieën en sluit mijn ogen. ‘Dit is wat je hebt verdiend, stel je niet zo aan en spuug dat eten uit. Je wilt morgen toch niet als een varken wakker worden? Iedereen zal het zien dat je een vreetbui hebt gehad.’ De tranen druppelen van mijn gezicht op de grond. Ik heb het niet eens door. Ik doe alleen maar wat mij verteld wordt. Ik heb geen keus. Toch?

herstel hamburger

23:41u. Ik lig woelend en draaiend in mijn bed. De slaap wil maar niet komen. Allerlei gedachten tuimelen door elkaar in mijn hoofd. Het is één grote chaos. Ik wil slapen, dan hoef ik niets meer te voelen, niet meer te denken. Ik ben kapot. Ik ben vermoeid. Hoe lang houdt ik dit vol? Dan schiet er opeens een gedachte door mijn hoofd heen. ‘Ik wil hulp. Dit kan zo niet langer. Misschien is er een uitweg. Durf ik daarvoor te gaan?’ Even houden alle stemmen in mijn hoofd op met discussiëren. Heel even maar. Maar het was lang genoeg om te beseffen dat dit misschien wel het juiste is om te doen. Hoop wordt als een klein zaadje geplant in mijn hart. Ik weet niet waarom ik het dacht, waar deze gedachte vandaan kwam, maar dit is iets nieuws. Iets positiefs. Dan overvalt mij een grote vermoeidheid en val ik in een diepe slaap. Maar één ding weet ik zeker; deze gedachte heeft mijn leven veranderd.

Lieve lezers, er is hoop. Zelfs in die donkere nacht van je leven. Zelfs als het uitzicht is verdwenen is er hoop. Hoop is niet te zien, hoop is geloven. Geloven in jezelf. Geloven in het goede in jou. Ooit komt er een dag dat jij zal stralen en gelukkig zal zijn. Maar dat gaat niet van de één op de andere dag. Het is met vallen en opstaan. Misschien zal juist die ene gedachte om hulp te zoeken de eerste stap zijn op weg naar jouw herstel. Geloof erin, vraag hulp en ga ervoor! Ik geloof in jullie.

Fotografie: Pexels

~Hoop is een lichtje in je hart, dat vandaag moed geeft & morgen kracht!~

 

Gerelateerde blogposts

Reacties

fijne dag - Donderdag 1 februari 2018 10:15
Herkenbaar (Alles) en het is een waardevol gevoel. Mooi verwoord :)
muus83 - Donderdag 1 februari 2018 11:03
Ga ervoor lieverd! 😘🍀❤️
Anellin - Donderdag 1 februari 2018 13:00
Mooi: hoop is een lichtje!
Sea - Donderdag 1 februari 2018 20:19
Ah anorexia gun ik echt niemand.
Viefke - Donderdag 1 februari 2018 22:22
Wauuw heel mooi verwoord en onwijs herkenbaar.
Thanks for sharing your story💜
Romy - Zaterdag 17 februari 2018 22:02
ENORM herkenbaar, ik kon alleen wel hele nachten hiermee bezig zijn. Het duurde uuuuren.. Maar in de essentie is het hetzelfde. Mooi geschreven!!!